INDEX 

van dingen & deuntjes

reisverhalen

natuur en landschap

naamkunde

Drentse Aa

volkskunde

paasvuren

Harmjan van Steenwijk

vliegwerk

eem kiek'n

in de smiesterd

wie is wie

gastenboek

over de Tuttels

email Jan Tuttel

email Harmjan van Steenwijk

email WebMaster



Freak ProductionsFreak Productions

Bezoekers:

 

 

laatste update: 12 april 2005 20:30

van Dingen en Deuntjes

 

Goeiemiddag, op de laatste zondag van de eerste maand in het jaar nul van een nieuwe eeuw. De 21ste eeuw alweer, sinds we die dingen zijn gaan tellen. Weet u nog hoe eind vorige eeuw hevige drukte ontstond rond de 'millenniumbug', de technische gesel van de vooruitgang, maar vooral: het angstbeeld van de moderne mens?

Het viel achteraf mee, maar honderdduizenden mensen overal ter wereld zaten goed in de rats. Ze waren ontzettend bang dat er wat mis zou gaan, dat de hele techniek en alle verbindingen  plat zouden gaan. Ze zagen groen en geel van angst, ze 'scheten peultjes', ze waren zogezegd 'schietensbenauwd'. Menig heer in pak met stropdas aan, deed het bijkans in de broek. Zo ontzettend bang waren ze voor wat komen kon… , kòn - zeg ik. Wat had kùnnen gebeuren dus. Want "de mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest".

Nou - en intussen hebt u gehoord hoeveel uitdrukkingen de Nederlandse taal kent om de mate van angst aan te geven en wat angst met een mens kan doen. Bang zijn is een normaal verschijnsel, maar er zijn me toch een serie angsten beschikbaar! Eén bangbroek om aan te trekken is dan veel te weinig… 

En zeg nou eens eerlijk, we zijn wel een eeuw verder opgeschoten in de toekomst, maar bent u uw schrik voor spinnen, de angst voor de dood en bang zijn in het donker al te boven?  Nee, tuurlijk niet, één nachtje tussen 31 december en 1 januari lost zulke problemen niet op. Of, met andere woorden gezegd: we gaan een nieuwe eeuw in met oude angsten. Daar gaat het programma 'Van Dingen & Deuntjes' vandaag dus over. IN ANGST & BEVEN; EEN NIEUWE EEUW IN MET OUDE ANGSTEN. Want reken er op dat we bang zijn voor veel dingen, nouja, een beetje bang mag ook. We kijken dit uur naar wat er zo aan vrees heerst. 

Ik beloof u geen oplossingen voor angststoornissen, maar we lichten wel wat tipjes van de sluier van de bangigheid op. En wat nog aardiger is, u hoort diverse soorten angst en vrees voorbij komen, die uw buren, vrienden en collega's ook kennen. Dat scheelt, dat schept een band en als je gezamenlijk een beetje 'lekker bang' wilt zijn, nou dan ga je toch gezellig zitten griezelen? Stap met de hele club een spookhuis binnen, daver in een ruige achtbaan gillend naar beneden  of geniet met het angstzweet in de nek van een horrorfilm.

Dat is het rare aan de zaak - mensen vinden een beetje bang maken best leuk. Je leert het kleine kinderen al aan: als ze 'Boe' roepen, doe je of je schrikt en bang bent. En welke opa doet geen grommende wilde beesten na, die de kleine willen opeten?  Het kind griezelt en is een beetje bang, maar niet echt bang. Gelukkig maar - want anders moet je de hele nacht in de benen om een brullend kind in een doorzweet pyamaatje te troosten en kalmeren. Die ziet 's nachts allerlei monsters opduiken, vreest geheel verlaten te worden en raakt in de duistere hoeken van de nacht compleet verdoold en benauwd. 

Weet u hoe je bang wordt?  Je wordt bang gemaakt door iets van buiten of iets binnen in je. Ik kom daar straks nog op. Ben je ergens bang voor (je weet dus wat je vrees inboezemt), dan kan dat komen door schrikwekkende ervaringen vroeger, maar je kunt als kind ook bang gemaakt zijn door ouderen. Kinderen tot een jaar of drie kennen geen vrees: ze gaan onvervaard op allerlei beesten af, spelen met vuur, willen over water kruipen en gaan op van alles en nog wat af. De opgedane schrik leert ze vrees en respect te koesteren voor iets wat verkeerd uitpakt. Maar als een gezaghebbende oudere schrikachtig en bang gedrag vertoont, omdat er een spin of een muis of een bliksemflits verschijnt, leert het kleintje vanzelf om daar angst voor te ontwikkelen. Angst voor bepaalde dieren wordt aangeleerd -wordt overgeleverd- tenzij je zelf alsnog slachtoffer wordt van een tijger die je een poot afbijt. Of als een 'oortiek' je als klein kind in je vinger knijpt, als je mag helpen bij het plukken van dahlia's, Dan kun je bang voor dahlia's van worden. Maar dat leren ze je dan wel af. Het rotinsekt krijgt alsnog de schuld. Hoe ver dat kan gaan leert u over een half uur van Hans Dorrestijn. Zelfs hertjes zijn tuig om bang van te worden. 

In dit uur gaan we na wat angst is en hoe het lichaam daarop reageert. U hoort wat het verschil is tussen angst en vrees is -  èn zowat alles waar u bang voor bent, was, of wilt worden wordt u gepresenteerd. In tekst en muziek. Omdat wij hier bang zijn dat u het overzicht van angst, vrees en schrik al kwijt bent, hoort u nu een aardig lijstje van Robert Long, Allemaal Angst

Wat is angst, hoe ziet het eruit en hoe erg is het? 

Precies, 'Allemaal Angst' door Robert Long (uit 1974) met een hele rij mogelijkheden om vrees voor te koesteren, waar het helemaal niet hoeft. Het stikt van onbewezen aannames en bijgelovigheden, die angstaanjagend werken. Robert Long kon het een kwarteeuw geleden mooi zeggen, eh, zingen: 'Wie 't meeste angst heeft, heeft vaak het minste te vrezen' en 'De grootste schreeuwers hebben het meeste angst'. Hij besloot met een hele sterke: 'van leven ga je dood'. Dat vormt de enige absolute zekerheid op aarde en toch blijkt dat juist een grote vrees van veel mensen. Verderop in dit uur hebben we het d'r nog wel over. 

Voor we ons in details verdiepen (of in details verliezen, waar enige vrees voor bestaat) is het goed om het verschijnsel angst zelf eens te gaan bekijken - of te gaan besnuffelen. Want dat kan ook. Angst kun je ruiken op een of andere manier - en soms op een ontzettend duidelijke manier. Namelijk als iemand het in de broek doet van angst. En weet u wat het daarmee is? Het is een doodnormaal effect, waarmee het lichaam reageert op angstsignalen - maar het is wel verschrikkelijk erg als het je overkomt. Het is mij als kind één keer gebeurd toen we betrapt werden, ik meen bij appels gappen ergens, waar onverwachts een kwaaie kerel zo bijzonder boos en dreigend aankwam, dat ik me doodschrok, heel bang werd en in m'n broek piste. Ik krijg nog een rooie kop als ik het een halve eeuw later vertel… Nadien heb ik nog een paar keer momenten van plotselinge doodsangst beleefd bij acuut groot gevaar, in het verkeer en in het wild, wegzakkend in verraderlijk moeras. Daarom snap ik wat het betekent dat 'je haren te berge rijzen', je haar gaat inderdaad recht overend staan op je hele lijf, je huid tintelt, het angstzweet breekt je uit en iemand die het zag gebeuren vertelde dat ik ogen als schoteltjes kreeg: de wijde angstogen uit de literatuur. Angst kan twee effecten opleveren in je benen. Het ene is: je wordt slap en staat 'als verland' en kunt dan ook niet vluchten. Het andere is 'denken met je benen' en zeer snel vluchten. 

Angst is een fundamentele gemoedsaandoening als reactie op van buitenaf komend gevaar of bedreiging. Dat dreigend onheil of gevaar kan reëel zijn, maar je kun het je ook verbeelden. Toch word je dan bang. Je kunt ook bang worden als er een sluipende bedreiging opdoemt, die je bestaan raakt. Je kunt dan zelfs gek van angst worden. Angst zelf heeft geen inhoud, het is een gevoel van beklemming en vrees. Mensen reageren instinctief bij angst, net als dieren, wat je merkt aan je lichaam. Een bepaald deel van je hersenen zet je lijf tot reactie aan, voor -wat de Britten noemen- 'to fight or flight': Ga je het gevaar te lijf of maak je dat je wegkomt. Je ademt gaat sneller, je pompt meer zuurstof naar binnen - je krijgt angstogen met die wijde pupillen,  je zicht wordt scherper - het angstzweet breekt uit, je lichaam wordt beter gekoeld voor actie, je hart bonkt als een gek, er wordt extra bloed naar je spieren gestuurd: 'to fight or flight'.  Daarnaast heb je die paar andere verschijnselen, die ik noemde. 

Bij sommige psychische stoornissen komen angsten veelvuldig voor. Ook gebeurt het dat mensen  angst als een voortdurende druk ervaren of dat ze angstaanvallen krijgen. Ook als er geen duidelijke aanleiding is, hebben sommigen last van paniekaanvallen. Vaak vergezeld van hyperventilatie. Dan heb je het over angststoornissen, waar je voor behandeld kunt worden. Bijna elke angststoornis kan tegenwoordig verholpen worden, want er zijn therapieën genoeg. Angst is niet van vandaag of gisteren - het bestaat al zolang er mensen op aarde rondlopen.

Daarom vragen we ook gewoon 'Ben jij ook zo bang?', met Toontje Lager.

 

Angst & vrees als middel tot controle en onderdrukking 

Toontje Lager met de vraag 'Ben jij ook zo bang?  Een algemene èn goede vraag, want bang zijn is op zich een normaal verschijnsel. Iedereen is wel eens bang. Je kunt dus ook mensen bang maken. Officieel gezegd: je kunt anderen vrees inboezemen en heel direct gezegd: je kunt anderen ook angst aanjagen. Kijk, en dan wordt minder, dan wordt angst een middel tot repressie. Onderdrukking door angst op te wekken komt vaker voor dan je denkt.

Mensen bang maken, mensen onder druk zetten door hen vrees aan te jagen, is een standaardmethode om de wind er onder te houden in dictaturen en bij strenge religies. Mensen die bang zijn, die ook geïntimideerd worden door geweld of door dreigingen, roeren zich niet. Ze worden tam en volgzaam; ze zijn als de dood dat er iets verkeerd gaat - tot de dood er op volgt, of verdwijning van hen of van familieleden. In zulke landen en culturen wordt angst als een middel aangewend om de macht te houden om de macht te gebruiken. In zulke culturen komt ook het verklikkersysteem, het aangeven van een buurman om je eigen hachje te redden, tot bloei. Kinderen moeten hun ouders gaan controleren en op school of op de jeugdclub aan de leiding vertellen, wat er thuis niet volgens de opgelegde regels gaat. Het kwam voor in totalitaire regimes, in landen met zowel een fascistische als communistische dictatuur. In culturen waarin iedereen ondergeschikt is aan de staat. 

Ook bij geloofsculturen waarin je je moet richten naar de regelgevers, die zich in dienst van de hogere macht stellen, heb je dat verschijnsel. Zij bepalen wat hoort, wat mag en niet mag en dreigen met hel en verdoemenis als het niet goed gaat. Vaak zijn er zelfs straffen in dit leven en niet alléén maar in het hiernamaals. Iedereen kent wel mensen in zijn omgeving, die heel streng orthodox zijn opgevoed en daarna een levenlang onder de knoet van de angst zitten, dat ze zondigen tegen de leer. Oók als ze die leer al lang losgelaten hebben…

Mensen bewust een beetje bang maken, kan ook door subtiele, niet uitgesproken  intimidatie. In de NRC van gisteren las ik twee mooie voorbeelden. 't Ene ging over het gemeentehuis van Rotterdam, waar men worstelt met de declaratiecultuur van de vorige burgemeester Peper. Citaat: "De accountantsdienst van Rotterdam deinsde er voor terug om in het openbaar te wijzen op de slechte administratieve verantwoording" van die Peper-uitgaven. Er heerste een soort 'koudwatervrees', aldus de rapportage. Een vorm van angstige terughoudendheid, die controle op mogelijke uitwassen of overdadig machtsgebruik verhindert. Als je maar angsthaasjes kweekt, kan dat. 

Een ander voorbeeld, uit dezelfde krant. Het gaat over voetbal Belgie - Nederland, over hun voetbalstadions. Citaat : "Met knikkende knieën hebben zich in de loop der jaren vijandelijke elftallen gemeld, bevreesd voor stormlopen van de thuisploeg. Met name in het stadion 'de Bosuil' van Antwerpen, waar het Belgische nationale elftal vaak tekeer ging onder de naam de Rode Duivels. Het stadion werd daarom de Hel van Deurne genoemd'. En ook hier weer een vorm van intimidatie, van bangmakerij, door de naam en de reputatie.

Het komt altijd en overal voor en wel héél veel als er een 'boeman'  wordt opgevoerd om bang voor te wezen. Luister naar het befaamde lied 'Wie is er bang van de bullebak?' uit de TV-serie Ja Zuster, Nee Zuster).

 

‘Bang zijn voor'  in soorten maten - een verkenning 

Tja, u hoorde het: 'Wie Is Er Bang Van De Bullebak' uit de TV-serie Ja Zuster, Nee Zuster. We hebben het nog steeds over het thema 'In Angst & Beven' en  het wordt tijd dat we wat specifieke angsten bespreken. We weten wat angst is en ook dat angst op zich geen inhoud heeft. Het maakt voor je lichaam, dat gewoon biologisch reageert, geen spat uit wáár je bang voor bent. Je krijgt gewoon de kriebels, het angstzweet breekt je uit , je hebt klamme klauwen en al die andere dingen, die we tien minuten geleden op een rijtje zetten. 

Eerst nog het verschil tussen gewoon ergens bang voor zijn en een angststoornis. Het laatste kan uitgroeien tot een fobie. Bijvoorbeeld doordat onverwachte angstaanvallen je onzeker hebben gemaakt. Dan ontwikkel je vrees voor angstaanvallen en probeert situaties te vermijden, waarin dat -misschien- weer kan optreden. Je leven wordt dan op een zeker moment ook bepaald door alle kuren, die je moet uithalen om die angsten te vermijden. En nogmaals: het komt geregeld voor en je kunt daar wat aan laten doen. In Nederland heeft vijf tot dertien procent van de bevolking wel eens een angst- of paniekaanval. Artsen, psychologen en ander volk die er kijk op hebben, zeggen dat je je d'r niet voor hoeft te schamen. Hun aanbeveling luidt om alert te zijn op aankomende angststoornissen en fobieën en óók, om niet toe te geven aan de angst. Hij wordt er maar alleen groter door. 

Hoe je aan hevige angsten komt, is nog niet opgehelderd. Men neemt aan dat het een combinatie is van aangeleerd gedrag en persoonlijkheid. Angststoornissen komen bij vrouwen iets meer voor dan bij mannen. In elk geval moeten beide geslachten leren met angst om te gaan en paniek te vermijden, als ze als professional in stress-situaties terechtkomen. Er zijn trainingen voor, om in noodgevallen waarin je - automatisch eigenlijk- stikt van angst en vrees, toch de kop koel te houden en de goede maatregelen te treffen. 

Wat kan er aan de hand zijn bij angsten en fobieën? Een overzichtje maar even. Als je bevangen wordt door angst voor één dingetje, dan gaat het om een enkelvoudige fobie. Is er meer aan de hand, zodat je bang bent in gezelschap, door angst om te gaan blozen, angst om aangesproken te worden of angst om tekort te schieten, dan heb je het over sociale fobieën. Hierbij bestaat vrees voor nieuwe contacten of om activiteiten uit te voeren. Als fobie, als angststoornis dus, komt geregeld de plein- en straatvrees voor, zodat iemand bijna niet meer naar buiten durft. Ook niet om boodschappen te doen. Dan ben je goed de pineut, omdat je slachtoffer wordt van je eigen angsten. En dan kun je 't beste steun zoeken om er van af te komen - of er mee te leren leven. Het is tegenwoordig niet 'gek' meer om uit te komen voor ingrijpende angsten. D'r kan wat aan gedaan worden, maar dat hadden we al eens gezegd. 

Er zijn natuurlijk gewone angsten en bangigheidjes zat. Kleine kinderen kennen vrijwel geen angst omdat dat geen aangeboren verschijnsel is, maar de angst om verlaten te worden is wel groot bij de hele kleintjes. Dat merkt je vanzelf wel, want ze brullen moord en brand als het die kant op lijkt te gaan. Bij grote mensen is het interessante onderneming om eens rond te vragen waar iedereen 'gewoon' bang voor is. Ik doe dat rondje zo in mijn familie en daarna draaien we een echt eng lied van Harry Jekkers, de Kinderverslinder. 

Harry Jekkers met de Kinderverslinder - nou was dat eng of niet? Ja, daar was ik al bang voor: weer een stel luisteraars minder, met de schrik in de benen. U hoorde in het rondje daarvoor wat de familie alzo aan bangigheden kende. Van motvlinders, spinnen en duimstok tot 'de grote handen van mijn vader'. Hoe verzint zo'n jongen het! Nouja, hij is inmiddels zelf vader, dus komen bij hem de handen ook wel en keer uit de mouwen. Gelukkig is er een neef die nergens bang voor is - zegt hij. Tja, dat ook gebeuren … maar, als we heel diep in dat hart en die ziel kunnen kijken, dan ontwaren we een restje oeroude primitieve angsten, die elk mens kent. Alleen hij hoeft ze niet te hebben. Ik bedoel, je hoeft zelf niet ergens bevreesd voor te zijn om te weten dat die angsten bestaan. 

Het zijn fundamentele zaken, die je raken en waar je je toch zorgen om maakt. Een hele bekende en hele algemene vrees is de 'angst voor het onbekende'. Je weet immers niet wat je te wachten staat? En als je een soepele fantasie hebt, kun je de gekste dingen bedenken hoe iets verkeerd kan gaan. Wat natuurlijk helemaal niet hoeft.  Het recente februari-nummer van  Psychologie-Magazine heeft een artikel over de angst voor de Islam in Nederland. Het mohammedaanse geloof is de tweede godsdienst in Nederland geworden en sommigen vrezen nu overheersing door de Islam. Die vrees is gebaseerd op onjuiste aannames en hoort bij de angsten voor het onbekende. Want wat zijn de feiten? Op de 15,8 miljoen mensen in Nederland zijn er maar 600.000 gelovig islamiet. Waarom is de Islam dan de tweede godsdienst geworden in ons land? Onder meer omdat de traditionele kerken leeglopen en er zodoende steeds minder christenen meegeteld worden. Er treedt nog iets op dat die angst ongegrond maakt: bij de mohammedaanse jongeren treedt ook ontkerkelijking op. Werd van de eerste generatie mohammedanen in Nederland maar 10% niet gelovig, de jeugd van de tweede generatie keert de Islam vaker de rug toe, omdat ze bijvoorbeeld ook westers willen leven. Het percentage niet-gelovigen is nu verdubbeld tot 22%. 

In die richting zit nu ook het gebrek aan vertrouwen in de toekomst, waarbij men de angst voor het onbekende laat versterken door negatieve kwesties in de huidige maatschappij. Uit een onderzoek in 1998 bleek dat Nederland een volk van zwartkijkers is, want (citaat) "De respondenten hebben er aanzienlijk meer moeite mee om spontaan enkele positieve ontwikkelingen in de samenleving te benoemen, dan om negatieve ontwikkelingen te benoemen". Elf procent van de ondervraagden had het zelfs over een oorlogsdreiging, die men vreesde. 

Dat laatste slaat ook op een andere oude angst, namelijk de fundamentele angst voor geweld en verlies van dierbaren. Hierbij zit ook de vrees voor ziekte en dood, die algemeen is. Bang zijn voor ziekte, aftakeling en de dood is een typische moderne angst geworden. Iedereen wil zo lang mogelijk mooi en gezond blijven en dan zonder pijn en lang lijden, keurig en beschaafd sterven.  De dood is wat uit het zicht geraakt in deze maatschappij, terwijl een halve eeuw geleden een begrafenis van huis-uit normaal was. Als kind wist je dat mensen een keer dood gaan, je zag de lakens voor de ramen gehangen worden, je zag rouwbanden dragen en je zag hoe spiegels ook afgedekt werden. Doodgaan was niet iets wat achteraf, in een apart gebouw, gebeurde. Je stond erbij en je keek ernaar. Met respect, niet angstig.

Nog vroeger, was de dood direct  aanwezig. Door slechte hygiëne, slechte voeding, lang en zwaar werk en algemeen  gebrek aan gezondheidszorg, haalde de helft van de kinderen de leeftijd van twintig jaar niet. Men moest toen domweg veel kinderen baren, om er nog genoeg van over te houden. Men vreesde de dood, maar men was er niet bang voor tot in het ongerijmde, omdat men met de dood had leren leven. Het was de zekerheid van het leven. 

Een bangmakerij is volstrekt hetzelfde gebleven, door de hele historie heen - de angst voor de grote boeman. Daarom laten we nu een oud nummer van Harry Belafonte horen: Mama, Look a BooBoo. 

 

Bang zijn voor de natuur: dieren, beesten en bossen 

Het gaat vaak om gewone bangmakerij, wat Harry Belafonte bezong in Mama, look: a Booboo!  My daddy can't look ugly so - zó'n lelijkerd kan mijn vader niet wezen. Je zal maar pech hebben met zo'n schrikbrenger in huis. 

Bij angst gaat het vaak om bangmakerij. Dat kan gebeuren door een vervelende ervaring, waardoor je hevig schrikt, of door een ander, die je angst bijbrengt. In de reclame en in de voorlichting probeert men het steeds weer. Door de angstemotie op te wekken, wil men het gedrag van mensen veranderen (voorbeelden: de laatste vuurwerkcampagne en de doodskopborden over alcohol langs de snelwegen). De ervaring leert dat dit effect altijd tijdelijk is. Zodra het gevaar of de acute aanleiding voorbij is, werkt het effect niet meer. Met angst overtuig je mensen niet bestendig, maar dat weten didactici wel - en politici en voorlichters willen dat liever niet weten. Op TV is Greenpeace nu bezig met een angstreclame over het warmer worden van de aarde, met afkalvend ijs aan de pool. Ze vertellen er niet bij, dat in dat geval de aardappels voor de consument in Nederland goedkoper kunnen worden. 

We zijn bij de natuur aanbeland en dat betekent bang zijn -of niet bang zijn- voor enge en niet-enge dieren. Motvlinders, nachtvlinders en spinnen hebben we al gehoord, maar ook amfibieën en reptielen als kikkers, padden, hagedissen en slangen kennen een club van dierhaters. Het koude beest, het onbewegelijke oog, de slijmerige huid en de spookverhalen over gif inde huid en gif in de bek doen deze dieren geen goed. Motvlinders, nachtvlinders en andere fladderbeesten worden angstig gevonden omdat ze vaak onvoorspelbaar, raar vlieggedrag vertonen. Dat geldt ook voor de vleermuizen en de uilen, die geruisloos vliegen en die ook nog in het donker actief zijn.

Hier raak je weer het bijgeloof, dat dieren in de nacht de duivel en ander ontuig toebehoren. Bij de vleermuizen heb je ook een import-angst uit vakantiegebieden als Italië en Spanje. De ietwat meer primitief aangelegde bevolking beweert dat die enge beesten in je haar vliegen en dat verstrikt raken en er niet meer uitkunnen. Ik heb verstandige mensen uit Paterswolde hierover de grootste onzin horen uitkramen, nadat ze terugkwamen van het Lago Maggiore of zo. Tot overmaat van ramp voor die beesten hebben ze familie die in de tropen vliegen, en vruchten en ander vocht opzuigen, de vampiers. Nou, alleen de gedachte al geeft menigeen extra griebels over de grabbels. 

Ook voor sommige vogels bestaat angst. Vooral toen de film 'The Birds' van Hitchcock in omloop ging. Elke kraai, elke meeuw werd met angstogen bekeken, want de horrorfilm met aanvallende legers vogels had veel mensen goed bang gemaakt. In broedkolonies duiken verstoorde boze meeuwen inderdaad op de koppen van indringende mensen af. Maar kenners hebben een hoge stok bij zich, of zetten een bouwhelm op - en dat is genoeg tegen de koppensnellerij van boze vogels. Zwarte vogels als kraaien en eksters hadden een kwalijke rol in het bijgeloof, zodat men daarom soms bang was. Ouderwetse boeren hebben ook nú nog het idee dat ze er goed aan doen, om een dode kraai of roek aan stok op de bult kuilvoer te hangen. En een halve eeuw geleden heb ik gezien, dat een klein boertje een dode uil aan de schuurdeur gespijkerd had -als afweer tegen onheil. Een angsthandeling uit bijgeloof. 

Angst voor dieren kun je te boven komen. Ik zal de naam niet noemen, maar ik ken iemand uit onze omgeving die ooit boven op een stoel klom, toen een kikker binnenshuis rondsprong. Nu heeft hij een vijver en geniet van alles wat in rondzwemt, en erin en eruit springt! 

Er zijn echter onverwacht gevaarlijke dieren, die je maar zelden meemaakt. Maar áls je ze tegenkomt - wegwezen!  Ik laat u twee nummers horen over zulke wilde beesten. Luister en huiver bij 'het Jagerslied' van Hans Dorresteyn en bij 'het Roofschaap', door Joost Prinsen.

 

Bang zijn voor speciale die ren: wolven 

Nou, zeg niet dat u niet gewaarschuwd bent voor de wilde dieren, zoals Hans Dorresteyn bezong in het Jagerslied en voor het allesverscheurend Roofschaap van Joost Prinsen  Ook met een tekst van Dorresteyn trouwens. 

Het gekke is dat de moderne westerse mens eigenlijk geen echte angst voor in het wild levende dieren meer kent. Van de televisie weten ze dat het aaibare beesten zijn, en in de dierentuin zijn ze eigenlijk ook wel lief.  In grote nationale parken en wildparken ontstaan daardoor steeds vaker  problemen.  Het respect en ontzag voor wilde beesten is er niet meer. Dus stapt men uit de auto, of steekt een vinger door het gaas om een leeuw of tijger te aaien. Jammer dan, want dat beest hapt echt wel door. Laatst in Emmen nog met de tijger, die wel vingers lustte. In Amerikaanse nationale parken gaan mensen de schattige chipmunks aaien, maar die beestjes bijten echt. En wat erger is, ze brengen levensgevaarlijke ziekten over. Waar je afstand moet bewaren uit gezonde vrees, gebeurt het niet. Ook beren maken zo slachtoffers bij parkeerplaatsen en op campings. Een omgekeerde wereld. 

In feite is dat ook zo met de wolven. In de 18de eeuw zijn ze in onze streken uitgeroeid. Ze komen nog voor in Scandinavië en in Midden- en Oost-Europa, terwijl ze weer worden uitgezet in ruige gebergten waar ze een bestaan kunnen vinden. Gewoon als wild dier, dat daar in de natuur thuishoort. Wolven zijn overal beschermde dieren, maar ze worden toch verguisd en vervloekt - en dus ook geregeld 'zogenaamd per ongeluk' doodgeschoten. Dat gebeurde in Zuidwest-Amerika ook bij een zeldzaam soort wolf. Toevallig de moeder van het eerste welpje, dat na vijftig jaar weer in 't wild geboren was. De regering loofde (in 1998) een beloning van $ 10.000 dollar uit om de moordenaar-jager op te sporen. In Europa komt de grootste tegenstand van de schapenboeren. Zij verhinderden het uitzetten van wolven in een groot Frans natuurreservaat. Er zit een geweldige angst voor wolven, ook bij mensen die niets te duchten hebben. Zij lijden aan het 'Roodkapje en de boze wolf'- syndroom. 

Wat is het geval? Wolven zijn prachtige dieren, die niet alleen volgens hun instinct leven. Een wolf gaat berekend te werk, ze werken samen in groepen om prooi te bemachtigen. Wolven zijn goede opvoeders, de welpen hebben een lange, beschermde kindertijd, met veel spel.. Wolven kunnen ook 'verwilderde' kinderen beschermen en opvoeden, waarvan gedocumenteerde gevallen bekend zijn. De stichters van Rome zijn volgens de mythe ook grootgebracht door wolven. 

Tot in de 13de eeuw koesterde men in Europa respect voor de wolf. De adel en de kerkelijke leiders jaagden op wolven, omdat ze 'goed partij boden'. De wolf was slim, moedig en sterk. Daardoor kwamen dappere voornamen en familienamen als Wolf en Lupo in gebruik. Pas veel later, toen de meeste wildernis verdween en alles landbouwgrond werd, raakte de wolf zijn leefruimte kwijt en schakelde over op voorhanden zijnd voer bij afgelegen boerderijen en in krakkemikkige dorpjes. Mede onder invloed van middeleeuwse christelijke legendes raakte de wolf uit de gratie. Het lammetje (het lam Gods) was het nu goede beest en de wolf werd de bloeddorstige rover. Dat beeld is gemeengoed geworden in sprookjes en verhalen. Iedereen kent het, iedereen krijgt dat beeld ingeprent en weet 'dus' dat je bang moet zijn. En de wolf is nu slachtoffer geworden. Wel beschermd, maar eeuwig verdoemd in de harten van de mensen. 

Er is maar een wolfachtige, waar je vrees voor moet hebben en dat is de kruising tussen wolf en hond.  Een soort hybride-wolf, die door zogenaamde liefhebbers als huisdier gehouden wordt. In België worden ze verhandeld. Inmiddels is gebleken dat dit type hond  een slecht huisdier is en altijd onberekenbaar blijft. Als er een kind wordt aangevreten, is het altijd door zo'n hybride-hond in de bewoonde wereld.

Voor de gewone wolf in het wild hoeft niemand hier angst te hebben. En de gevaren van Roodkapje zijn al heel anders geworden. Luister maar naar Pater Moeskroen met Wie is d'r Bang?

 

Bang zijn voor duisternis, kometen, bliksem en donder? 

En u hoorde hoe de gevaren voor Roodkapje ook al gemoderniseerd zijn, door de groep Pater Moeskroen.  De stad is vol gevaren en ze heeft een hoop gezeur aan de kop. In het bos was het beter, zegt ze. Er zijn mensen die wel bang zijn in het bos. Jaren geleden, bij een ander radioprogramma vroegen we de luisteraars om door te geven wat hun angsten waren. Ik herinner me een mevrouw uit Zuidoost-Drenthe, die boeiend kon vertellen wanneer ze bang werd in het bos. In elk bos. Zodra de bomen dicht op elkaar stonden en er geen stukje hemel meer te zien was, kreeg ze het benauwd. Gillend rende ze het bos dan weer uit. Voor vreemde geluiden in een vreemd bos was ze niet bang. En dat heb ik wel meegemaakt bij een natuurkamp voor jongeren. Stadskinderen stonden in het donkere bos stijf van angst, bij elke krakende tak of gefladder van een vogel die ging verzitten in z'n slaap. 

De natuur zit vol wonderbare toestanden, waar je zowel bang voor kunt zijn, als volop van kunt genieten. Het hangt er maar vanaf hoe het kwartje is gevallen. Als kind was ik ontzettend bang in donker. Onze WC was buitenshuis, dus met de ogen dicht hard naar de plee rennen en de deur heel stevig dicht doen. Op een gegeven moment moest ik langer in het donker wachten en toen zag ik pas hoe schitterend een heldere sterrenhemel was. En daar geniet ik nog steeds van. De angst voor donker is voorgoed verdwenen. Ik kan anderen daarmee ook over de angst voor de duisternis heentillen, op een aangename nachtwandeling bij het licht van maan en sterren. Maar een stormachtige donkere nacht, zoals afgelopen nacht heeft eveneens zijn bekoring. 

In 1998 zagen we de komeet Hale-Bopp een tijd aan de hemel staan. Wij vonden het mooi en genoten van de aanblik van komeet met staart, maar vroeger overviel de mensen een hevige angst. Men zag er voorspellingen in, die niets goed beloofden. Op het Tapijt van Bayeux staat ook zo'n schrikbarend tafereel afgebeeld. De koning hoort dan de nederlaag voorspellen. In 99% van de gevallen zag men in kometen een voorbode van veranderingen. Dus waren het angstaanjagende verschijnselen. Van diverse Afrikaanse volkeren is bekend welke betekenis ze aan kometen gaven: de Massai zagen een hongersnood opdoemen, de Zoeloes meenden een oorlog in het verschiet te zien, de Eghab (in Nigeria) zagen de voorbode van epidemieën, net als de Djagga (Oostafrika) die pokken en andere ernstige ziekten verwachtten. Bij de Luba in Midden-Afrika betekende de verschijning van een komeet de dood van een hoofdman. 

Zwaar weer, storm en vooral donder en bliksem spraken en spreken tot de verbeelding van mensen. Men zag er goddelijke tekens en vooral waarschuwingen in. De goden slingerden de bliksem naar de aarde, de goddelijke karren donderden door de wolken. Bij onweer was het niet pluis en de wereld barst dan ook van afweertekens en bezweringsformules tegen onweer, donder en bliksem. Daar zit een heel verhaal in. Daarom komt in de maand juli een hele aflevering van dit programma over deze fenomenen. Vandaag houden we het op een Frans verhaal van een buurvrouw die bang voor onweer is en dan komt schuilen bij de buurman. Tot beider genoegen. U hoort George Brassens met L'Orage.

 

Bang zijn voor 'de rest' -o.a. vliegangst, hoogtevrees en faalangst 

Het onweer, L'Orage, door George Brassens, een geluid uit de jaren zestig. Maar ja, angsten en hun remedies zijn van alle tijden. We pakken er in de laatste paar minuten nog enkele bij de kop. Een mooie is de angst voor boze machten of de duivel, die onverhoeds probeert bezit te nemen van je lichaam, als je hem de kans geeft. Die kans komt als je je mond wijd openzet. Daarom sloegen bijgelovige Ierse moeders de hand voor de mond van hun kindje, als-tie gaapte. Wij doen dat omreden van wellevendheid, maar de oorsprong van die hand-voor-de-mond is  de angst voor de duivel. 

Als je je schaduw verliest, raak je je ziel kwijt en dan moet je als een soort zombie eeuwig door de kosmos zwieren. Aldus een oud bijgeloof. Er zijn nog steeds mensen bang voor hun schaduw, omdat hij eigenzinnig met je meegaat, maar ook omdat je hem -wie weet- misschien kwijt raakt. Die rampgedachte beneemt hen de adem. 

Ja en dan nog de hoogtevrees, een vervelende angst die je vaak parten kan spelen; 18-30% van de bevolking heeft er last van. Bergbeklimmers en bergjagers in Oostenrijk waren bang dat ze werden overvallen door duizelingen, die funest konden zijn. Als afweermiddel aten ze het vlees en de hersens van eekhoorntjes. Ze meenden dat dat hen kon behoeden voor 'Schwindeligkeiten'. 

Vliegangst is lastig, als je vliegen moet. Dennis Bergkamp is daar het bekendste voorbeeld van. Hij durft nog steeds niet te vliegen. Onderzoek heeft uitgewezen dat vliegangst meestal samengaat met andere vrezen. De vier belangrijkste deelangsten die vliegangst oproepen, bleken te zijn: hoogtevrees, claustrofobie, angst voor controleverlies en angst voor een ongeval. Als vijfde, in mindere mate, de sociale fobie: de angst om naast vreemde mensen te moeten zitten. Als je de achtergronden weet, is het een stuk eenvoudiger om die vliegangst op zich kwijt te raken. Luchtvaartmaatschappijen weten er vaak wat meer over.

We komen aan onszelf toe. Dat wil zeggen wij werken aan, en in een live-uitzending en dat betekent een bonkend hartje - vooral in het begin, enige vlinders in de buik vóór het begin en een droge keel als je wat moet zeggen. Er zit gewoon een behoorlijke spanning in een live-uitzending, maar wij, de presentator en de technicus, kunnen beter geen last hebben van faalangst. Want dan krijg je kaakklem, koud zweet, klamme handen, rare trillingen en nog veel meer. Alsof de duvel er mee speelt, gebeurt er dan wat.

Ja dat bedoel ik. U hoort hem: 'Up Jumped the Devil'  door Gabe Chen.|
 

Afsluiting, afkondiging 

En terwijl Up Jumped the Devil doorklinkt, is dit het einde van de uitzending gewijd aan het thema 'In Angst & Beven, een nieuwe eeuw met oude angsten'. Productie, samenstelling en presentatie deed Jan Tuttel, met Peter Huitsingh als handvaste technicus.
Bij de muziekkeuze assisteerden Henri Kremer, Bart Nijstad, Han R. Tuttel, Roel Boerma en Nanda van den Berg. 

Op de laatste zondag van februari is dit programma er weer. Alles speelt zich dan af rond het thema 'Schrikkelen, tijden & kalenders". Bedankt voor het luisteren en tot volgende keer.

Maar, blijft aan uw toestel. Na het nieuws komt Huub Bremmers met zeer beluisterenswaardige muziek. 

Dag. En niet bang zijn. 

 
 

 

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.