Volkskunde en Traditie
      |
op 5 november 2000
Dames
en Heren, Als
je een 'stukjesschrijver' uitnodigt om prijzen uit te reiken, schrijft hij
eerst een stukje en begint daar dan ook nog mee. Aldus: vandaag hielden we
hier het kampioenschap hanenkraaien van de gemeente Tynaarlo. Je kunt er een
hele hoop grappen over de gemeentepolitiek bij maken, maar ik hou het
vandaag gewoon bij de hanen en hun activiteiten zelf. Eigenlijk is er wat
bijzonders aan de hand, als je tenminste zo'n tweeduizend jaar achterom wilt
kijken. In West-Europa scharrelden toen al huishoenders rond, die via het
Midden-Oosten en de Romeinen deze kant op kwamen. Ze
werden gehouden voor twee zaken: eieren en de slacht - in die volgorde. Het
hanengekraai speelde officieel geen rol van betekenis. Voor de bewaking van
militaire objecten hielden de Romeinen wel ganzen, die beter alarm sloegen
bij onraad. Toch
telde het hanengekraai op een andere manier wel mee. Het hoorde bij het
krieken van de dag. Als de haan kraaide was de nacht voorbij, de dag brak
aan. In diverse godsdiensten en in 't bijgeloof kreeg de haan daarom een
bepaalde betekenis. Ook in het Christendom, want je ziet op de meeste
kerktorens toch die weerhaan. Het zinnebeeld van waakzaamheid èn
tijdbewaker; hij roept op tot gebed. Ik
heb tijdenlang m'n brood verdiend bij de meteorologische diensten op
vliegvelden. Uit mijn luchtmachttijd heb ik nog het wandbordje met het
embleem van het Luchtmacht Meteorologisch Squadron: de weerhaan in een
lauwerkrans met het motto "Waakzaam & Vooruitziend". Ik bedoel
maar: ik heb de haan knap hoog zitten! Oók
vanwege de herinnering uit mijn kinderjaren, toen ik aan de rand van de
provinciestad Almelo woonde. Ik speelde veel buitenaf: bouwde hutten in de
wal, klooide in slootjes en beekjes - je kent dat wel. De buren hadden
kippen. Véél buren hadden kippen en àlle kleine boeren aan de stadsrand
hielden kippen. Ik ben dus opgegroeid met het geruststellende geluid van
kraaiende hanen dichtbij en veraf, met wat blaffende boerderijhonden
verderweg er bij. Zo hoorde het
en zo was de wereld in orde. Dat waren de geluiden uit de jaren veertig en
vijftig, toen het platteland nog in de stadsrand begon (Er bestonden
zelfs nog stadsboeren!). Dat
plattelandsaspect is de laatste jaren verder teruggedrongen. De
verstedelijking is sterker geworden. Je hebt een leven in de grote stad
("In de stad gebeurt het!") met een uitstraling naar de omringende
forensendorpen. Kijk maar bij ons in Eelde & Paterswolde: drie forse
supermarkten in het dorp en allemaal tot tien uur 's avonds open… Naast
die steedse wereld is er een ander leven, verderweg, buitenaf. De stadsmens
wil buiten een ideaal platteland zien: bloemetjes in de wei, lieve
veulentjes, snuffelende kalfjes en paardjes om op te rijden. Zijn
'romantische boer op klompen' heeft een grasspriet tussen de tanden en heeft
alle tijd van de wereld om de stadsen te woord te staan. Maar
tja, mest blijk je goed te kunnen ruiken -het stinkt verdomme, ja- en er
ligt modder op de wegen. Die rottige honden blaffen wel vaak - en die
verrekte hanen hoor je al vóór dag en dauw! Wie
krielen fokt en meerdere hanen aan het kraaien heeft, loopt nu risico's.
Hanengekraai is van geruststellend omgevingsgeluid tot overlast geworden. In
1997 is een krielhanenhobbyist veroordeeld tot het betalen van het gederfde
inkomen van zijn buurman, plus tienduizend gulden voor 'immateriële
schade'. Die buurman had een eigen bedrijfje aan huis en was door
slaapgebrek en ergernis overspannen geworden. Zijn kantoortje ging daardoor
naar de knoppen. De rechter vond dat inderdaad toe te rekenen aan het
overdadige hanengekraai. Na tweeduizend jaar hoenders houden is er dus iets
hélemaal omgedraaid 'in de beleving'. Weg religieuze betekenis:
hanengekraai is overlast geworden voor 'zenuwlijders'. Dáárom
is het zo bijzonder dat hier sinds 1981 of daaromtrent al
hanenkraaiwedstrijden worden gehouden. De hanen doen hun best en hun baasjes
ook. Als je het dus goed bekijkt, is hier de wereld nog gewoon in orde. De
hanen kunnen kraaien en hun bazen kunnen er zelfs prijzen mee winnen. En
daarmee ben ik toe aan de prijsuitreiking. Als
eerste wil ik drie deelnemers noemen, die bedankt worden voor hun deelname.
Ze vielen niet in de prijzen. Ze moeten nodig eens met hun haan gaan praten,
want hij heeft deze hele wedstrijd zijn snavel niet open gedaan. Een bos
bloemen dus voor Pascal Noordbergen, Griet Barenkamp en Alie Stoffers. Op
nummer 7 staat Kor Jager, met 32x kraaien, voorafgegaan 'op 6' door Jacob
Stoffers, met een haan die 34x keer kraaide. Nummer 5 werd Albert Wever -
zijn haan kraaide 49x. Aaltje Stroetinga staat op nummer vier met haar haan,
die 91x kraaide. Hij kwam wat laat op dreef, maar anders? Voor allen ook een
rijke bos bloemen. Dan
de topdrie, die de bekers en natuurlijk ook de bloemen verdienen. Nummer
drie is geworden Johannes Koolman met 151x kraaien. Nummer twee, Arend
Zweers, zit daar met 177x kraaien al weer dik boven. En dan de eerste de
beste, kampioen hanenkraaien van de gemeente Tynaarlo: Koos Stoffers met
zijn haan die 196x kraaide. Met recht kampioen hanenkraaien. Allemaal van
harte gefeliciteerd! ***** Het
fenomeen Hanenkraaiwedstrijd nader verklaard Bij een hanenkraaiwedstrijd gaat het erom, wiens haan het vaakst
kraait in een bepaald tijdsbestek. In Paterswolde duurde de wedstrijd een
half uur. Het gemeentelijk kampioenschap hanenkraaien vond plaats in de
kantine van Camping Schelfhorst. De meeste deelnemende hanen zijn krieltjes.
Ze worden gebracht in een dicht hokje, soms ook fraai afgewerkt of versierd.
Vlak voor de wedstrijd worden ze overgeplaatst in een hokje, dat aan de
voorkant open is met kippengaas. Elk hokje heeft een nummer. Een
loterijtrekking maakt uit welke haan in welk genummerd hokje terechtkomt. Voor de batterij hokjes zit de jury, die bestaat uit de deelnemers.
Zij hebben een handteller en moeten het aantal keren kraaien 'klokken' van
de haan van een andere deelnemer. Een kookwekker geeft het begin en einde
van de wedstrijd aan. Het bestuur van de organiserende vereniging houdt
toezicht op de gang van zaken. De sfeer is opperbest. Het geluid in het
heetst van de strijd maakt een gewoon gesprek soms onmogelijk. Elke haan heeft zijn eigen manier van doen. Sommigen doen geen bek
open en verbazen zich geweldig over deze tijdsbesteding op de zondagochtend.
Anderen komen traag op gang en doen er eerst tien minuten over om de grenzen
van het hokje af te krabben en af te pikken. Dan pas beginnen ze opgewekt
mee te kraaien en enkelen beginnen aan een soort inhaalrace. De 'haantje de
voorste'-hanen beginnen direct uit alle macht te kraaien, tot ze 'achter 'n
poest' raken - ze komen kracht te kort. Andere haantjes hebben een zeker
ritme, een tijdje hevig kraaien en dan een poosje rust. Een ervaren
hanenbaas meent dat een continue kraaiende haan de beste kans maakt. Anderen
vinden dat het van 't karakter van het dier afhangt. Een fanatieke haan
'gaat er tegen aan'. Zekerheid
is er nooit en trainen voor een wedstrijd wil helemaal niet. De haan die
thuis de hele week volop kraait, kan tijdens de wedstrijd op zijn gat zitten
toekijken - zonder ook maar een keer zijn snavel open te doen!
Een haan die voor het eerst meedoet, kan best hoog scoren. Het gekraai van de krielhanen is niet het volledige gekukeleku van
een dikke 'mesthoophaan'. De wedstrijdhaantjes kraaien een slag minder. Bij
"de Schellekraaiers" is het record 863x kraaien geweest (met een
krielhaan, die in Limburg gefokt was). Omdat de conditie van de hanen (rui etc.) medebepalend is voor de
prestatie, worden het hanenkraaien in competitieverband beoefend, een heel
seizoen lang.. De krielen worden voor het hanenkraaien gefokt, dat wil zeggen men
selecteert bij het fokken de bestkraaiende haantjes. Kenners zien al aan de
trotse houding 'fier & parmantig', of de haan aanleg voor
wedstrijdkraaier heeft. Het hanenkraaien als plattelandssport, c.q.
tijdverdrijf, betekent dat men zijn dieren in goede conditie moet houden. De
kraaiende haantjes worden best verzorgd en vertroeteld (hoewel een bar
slechte prestatie de houding kan doen omslaan - dan rest een soepig,
herstel: spoedig einde). Doorgefokte
krielhanen zijn uiteraard niet sterk, ze hebben een zwak postuur. Ze houden
het een jaar of wat vol en dan is de kracht eruit. Ze worden vatbaar voor
ziekten en geven gauw de geest. Het is voorgekomen dat hanenhouders met hun beste kraaiers naar de
dierenarts gingen voor onderzoek. Ook zijn gestorven haantjes opgestuurd
voor autopsie. Het blijkt ongebruikelijk dat men met krielhanen bij de
dierenarts komt. Hun computeradministratie voorziet daar niet in. Een lid
van de hanenkraaivereniging "De Schellekraaiers" ontving voor het
onderzoek van zijn beste haantje daarna een rekening 'voor een kalf'. Het hanenkraaien is een typische plattelandsaangelegenheid. Houders
van krielhanen die meedoen aan kraaiwedstrijden kunnen de dieren vrijwel
niet meer houden in de stad en in nieuwbouwwijken van forensendorpen. Er
zijn altijd wel mensen die gaan klagen. Daarom zijn hanenkraaiwedstrijden vooral in dorpen buiten de
stedelijke invloedssfeer. De organisatie ligt soms bij een caféhouder, soms
is er een plaatselijke vereniging. Er is geen landelijke, overkoepelende
bond. Men moet het bericht van hanenkraaiwedstrijden van 'horen zeggen'
hebben, of in het circuit van hoenderfokkers zitten. Zo kon men in Brabant
een z.g. 'Europees' kampioenschap houden, waar half Nederland geen weet van
had. De aankondigingen gebeuren vooral in de plaatselijke pers. Hanenkraaiwedstrijden zijn (of waren) te Paterswolde 'op
Schelfhorst', te Gasselte, Schuilingsoord, Haulerwijk en Drachten. Verder
komt het verspreid voor in Oost-Nederland, Noord-Brabant en vooral in
Limburg, waar fanatiek gekraaid kan worden. De hanenkraaivereniging "De Schellekraaiers" op de
Schelfhorst te Paterswolde "De Schellekraaiers" te Paterswolde opereren als een
gezelligheidsvereniging. Naast de zondagse kraaicompetitie en het 'gaan
kraaien' elders, hebben ze 'losse' wedstrijden met een verloting om
vleespakketten, drank en bloemen. Verder zijn er sjoel- en kaartavonden, de
jaarlijkse feestavond, soms een film- of dia-avond. 's Winters gaat de club
schaatsen en organiseert priksleewedstrijden voor jong en oud. Ze doen mee
aan klootschieten in de buurt en met Pasen wordt het traditionele
"neut'n schaiten" beoefend. Sinds de oprichting in 1981 zijn de
leden- en donateursbijdragen ongewijzigd. Elk lid betaalt jaarlijks een
tientje, donateurs betalen vijf gulden per jaar. De vereniging "De
Schellekraaiers" telt ongeveer 150 leden, waarvan echter maar een klein
gedeelte actief het 'hanenkraaien' beoefent. Nadere inlichtingen bij de voorzitter Johannes Koolman, telefoon
(050) 309 2447 of de secr. Aaltje Stroetinga telefoon (050) 309 4369. Lees meer over 'Hanenkraaien'op de website van het Hanenkraaimuseum (met dank aan Aaltje Stroetinga en Johannes Koolman voor hun informatie ën voor de gezellige zondagchtend!)
Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
|