INDEX 

van dingen & deuntjes

reisverhalen

natuur en landschap

naamkunde

Drentse Aa

volkskunde

paasvuren

Harmjan van Steenwijk

vliegwerk

eem kiek'n

in de smiesterd

wie is wie

gastenboek

over de Tuttels

email Jan Tuttel

email Harmjan van Steenwijk

email WebMaster



Freak ProductionsFreak Productions

Bezoekers:

 

 

laatste update: 24 juli 2005 09:29

naamkunde

 

Namen met nattigheid (hydroniemen) in Drenthe en omstreken

Waternamen (hydroniemen) worden gezien als de oudste namen die ons zijn overgeleverd. Namen van watertjes en wateren, van beekjes tot rivieren, meren en zeeën, zijn hardnekkig van aard. Als iemand, of een stam een water van enig belang een eigen naam heeft gegeven, blijft die naam in gebruik. Nieuwelingen pikken de naam op en gebruiken hem ook. Vooral als het om een belangrijke stuk water gaat. Bijvoorbeeld een grensrivier, de  beek met bron waar alle drinkwater vandaan komt, of een goed bevaarbare stroom. Zulke topografische vastigheden werden benoemd en hielden die naam lang nadien. Omdat je met de naam iets belangrijks aanduidde, werd de naam doorgegeven en overgenomen. Namen van wateren blijken een kenmerkend bestanddeel van de taal te zijn.

Opmerkelijk is dat de namen van grote rivieren in Europa duidelijke overeenkomsten in taalvorm vertonen. Van het Baltische gebied tot in Noorwegen, Nederland, Frankrijk, Italië en op de Balkan zijn gelijkluidende waternamen gevonden. Het leidde tot een theorie, dat deze hydroniemen de restanten zijn van een verdwenen taalsysteem, dat over heel Europa in gebruik moet zijn geweest. Maar ja, vertel het maar eens na als die taal niet meer bestaat. Naamkundigen (ook in Nederland) menen dat in de Lage Landen geen vóór-Germaanse waternamen te vinden zijn. Hele oude waternamen uit de Germaanse en Friese taal bestaan nog wel.

Je hebt korte waternamen (Aa, Laak, Rijn, Reest) en lange namen (Kolderveense Oostergrift, Wilpsterwaterlossing, Westerwijtwerder maar). Oude, natuurlijke stroompjes en rivieren hebben kortere namen dan de later gegraven vaarten, tochten, wijken, schipsloten, grachten, griften en weteringen. Er bestaat een regionale variatie in namen voor beekjes. In oostelijk en zuidelijk Nederland heten beken ook beek (Bornsebeek, Glanerbeek, Geleenbeek, Tungelroyse beek), terwijl zuidelijk Drenthe de beken -stroom genoemd worden (Slenerstroom, Elper-, Westerborker-, Beiler- en Dwingelerstroom). Vanouds betekent A of Aa gewoon 'water' of beek. Niets meer en niets minder.

Later is men lokaal onderscheid gaan maken, zodat de Ruiner Aa, Vledder Aa, Wapserveense Aa (samen verdergaand als Steenwijker Aa), Drentsche Aa en Almelose Aa in de wereld kwamen. Het aardige in Drenthe is dat het stikt van de beken, maar zoals ze zuidelijk de -stroom hebben, is het in Noord- en Zuidoost Drenthe allemaal -diep of -loopje. Het Ooster- en Westerloopje monden uit in het Eelderdiep, dat zelf weer begonnen is als Eekhoornsche loop. In Zuidoost-Drenthe ligt het Schoonebekerdiep, die de rijksgrens tussen Nederland en Duitsland vormt. De Duitsers hebben het dan over de Grenz A. In Zuidoost-Drenthe liggen verder het Loodiep en Drostendiep, die beiden afwateren op de Vecht. Dat is dan weer zo'n oeroude, landschapsvormende rivier. (En er zijn meer rivieren die Vecht heten, zoals u weet!)

Rond het nationaal park Dwingelderveld liggen stroompjes met aardige namen. Zowel de Ruiner Aa als de Dwingelerstroom hebben zijtakken met laak, leek of lake in de naam. Het zijn oude aanduidingen voor natuurlijke waterlopen als beek en rivier, maar ook voor watervlakten als een poel of meer (denk aan het Engelse 'lake'). Elders in Europa zie je dezelfde namen opduiken, hooguit iets van klank veranderd  In de buurt van Ruinen ligt de Riete, die in de Wold Aa uitkomt. Riete hoort in de groep waternamen met -riet of -rijt, dat ook een oorspronkelijke naam voor een watertje is. Onder meer in Engeland en Duitsland, waar deze hydroniemen ook bestaan,  zijn hiervan ook plaatsnamen afgeleid

In bepaalde gevallen leiden (de oude) waternamen tot (latere) plaatsnamen of veldnamen. Neem nu Musselkanaal in Groningen, waar de plaats naar het kanaal genoemd is. Om eerlijk te zijn, het dorpje Mussel ligt even verderop. 'De Mussels' komt als veldnaam ook voor in het dal van de Beilerstroom. Mussel staat voor laag, moerassig land. Bij het Groninger dorpje Mussel liep dus ook het beekje de Mussel Aa. In Zuid-Nederland kan de naam Musel verwant zijn met oude waternamen als Mosa (Maas), Mosella en Mosel (Moezel).

Het lijkt met waternamen één pot nat, maar er zit meer variatie in dan je denkt!

Jan Tuttel

(bewerkt naar een oorspronkelijk artikel in 'Veldspraak', orgaan van het nationaal park Dwingelderveld, jrg 4, nr. 1 - 1994)

 

 

 

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.