Zwammenwereld


Het ging nog knap snel. Nog maar kort geleden vroegen tuiniers waar die vingerdikke rupsen 'met dat puntje' vandaan kwamen. Afgelopen zaterdag woven de vogeltellers de trekvogels uit en alsof ze snel even gezaaid zijn - het hele land zit nu stikvol paddestoelen. Principiële mycologen twisten nog of ze 't zwammen of schimmels moeten noemen, maar wij houden het op paddestoelen. Qua naam ook interessanter. Het prikkelt de fantasie en daar drijft de menselijke geest op. Een computer kan heel veel, maar kan zich toch weinig voorstellen bij natuurproducten als zilveren ridderzwam en eikhaas. De paddestoelentijd is een prachtperiode. Menig boswachter en natuurgids draait overuren vanwege de vraag naar paddestoelenexcursies. Naar zwamexcursies is geen vraag en een schimmeltocht blijft gewoon voorbehouden aan Sinterklaas.

De zwammenwereld, ons paddestoelenrijk, is rijk geschakeerd. Met een voorraad van zo'n 4000 soorten wil dat ook wel lukken. Ongeveer 3600 soorten paddestoelen zijn gekend en beschreven. Niet dat daarmee alles vast ligt. Er duiken nieuwe soorten op, die zich hier thuis gaan voelen en stand houden. De inktviszwam, die uit Australië komt, is onlangs als vers verschijnsel bekend gemaakt. Het is een stervormige paddestoel met rooie armen, die stevig stinkt. Paddestoelen kunnen overal terechtkomen. Hun minuscule sporen, een poedervormige zootje materiaal ter voortplanting (geen officiele zaadjes echter) wordt in miljoenenvoud over het land uitgestort. Het  is zo superlicht, dat het tijdens de val van de paddestoelenhoed tot de bodem wel kilometers weggevoerd kan worden door elk hupsig zuchtje wind. Daarom raken voorheen 'kale' gebieden zoals de IJsselmeerpolders, toch vol met allerhande paddestoelen. Natuurlijk maakt de ondergrond veel uit. Levende bomen, dood hout, zand- of kleigrond, veenmos in vennen, runderstront op de hei of een paddestoel zelf, kan (andere) zwammen herbergen. In het duingebied zitten andere soorten (kleine aardster) dan op de Drentse zandgrond. In het nationaal park Dwingelderveld is onderzoek gedaan naar het voorkomen van soorten, waartoe ook bosbodem is afgeplagd. Dat stimuleert de ontwikkeling van schaars voorkomende paddestoelen. Omgekeerd blijken paddestoelen in voedselarme bossen goed bruikbaar als 'doelsoorten' bij de planning en evaluatie van natuurbeheer. Zwammen zijn een deel van het gehele ecosysteem.

De gemiddelde wandelaar heeft weinig kennis van paddestoelen. Wèl angst voor giftige soorten, terwijl het aantal paddestoelensmikkelaars in ons land gering is, vergeleken met landen oostelijk en zuidelijk van ons. De paddotrippers weten exact wat ze zoeken moeten, maar elk stukje drugsvoorlichting rept weer over het risico van verwisseling met giftige soorten.

Over plukken bestaan diverse opvattingen. Gewoon wat plukken is geen ramp. Als je een heel bos leeghaalt, wel. In 1976 is de laatste commerciële Nederlandse paddestoelenplukker voor de rechter gesleept. Nu schuimen Duitsers de bossen af in de grensstreek. Ze krijgen een boete, maar liggen daar niet wakker van. Af en toe ontstaat paniek. In 1986 werd (na de Tsjernobylramp) opgeroepen om alle radioactieve boleten te plukken en te vernietigen. 't Bleek onzin. In 1997 zouden Drentse bossen er aan gaan door een agressieve soort honingzwam, aldus de landelijke pers. Viel allemaal best mee. En nu het goede nieuws: het gaat best met de cantharellen.

Jan Tuttel

eerder verschenen in 't Nieuwsblad van het Noorden, 02 oktober 2001

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.