| Wonen op rang en stand
Als je in een dienstwoning woont, een bij de functie behorend pand, kun je direct naar een museum als zeldzaam stuk. Een beetje 'jobhopper' komt aan dit soort emolumenten niet meer toe. In plaats van zo'n extraatje naast het salaris, is het pand een blok aan zijn been. Dienstwoningen, die aan de functie waren gekoppeld, staan bij kastelen en landhuizen, waar tuinbazen, koetsiers en portiers een eigen optrekje hadden. Ze stonden dan ook dag en nacht klaar. Bij het Huis
Overcingel te Assen lijkt nog zo'n tuinbaaswoning te horen; het witte pand aan
de stationskant. Bij Huize Oldengaerde bij Dwingeloo staan ook karakteristieke
personeelswoningen. Met name bij de grotere stoommelkfabrieken had je vaak twee
typische dienstwoningen. Dat van de directeur (soms met kantoor) en het huisje
van de machinist. In Eelde staat als laatste herinnering een mooie boom, een
treures, uit de tuin van de melkfabriekmachinist (naast De Komeet). Soms kan
iemand je nog aanwijzen, waar het plaatselijk hulppost-, telefoon- en
telegraafkantoor in het dorp gevestigd was.. Aanvankelijk zat de
kantoorhoud(st)er ook aan het werk vastgebakken. Zeker toen je met de telefoon
nog 'doorverbonden' werd en de telegraaf uitsluitend zeer belangrijke berichten
overseinde. Vroegere woningen van personeel 'op locatie', meest buiten de bebouwde kom, had je bij Staatsbosbeheer, de spoorwegen en de kanaalmaatschappijen (brug- en sluiswachters). Er zijn al brugwachterwoningen zonder brug (Brug 7, achter Loon). De boswachterswoningen en baanwachtershuizen zijn allemaal afgestoten en verkocht. Een voormalig seinwachtershuis leeft voort als 'Chateau Balloo', is me verzekerd. Op oude kaarten worden
de dienstwoningen van boswachters en jachtopzieners nog specifiek met functie
vermeld. Het waren ook 'officiele posten' te velde. Voor 't vroegere
douanepersoneel en militairen van de Kon. Marechaussee was het nog erger. Ze
woonden in dienstwoningen ňp hun werk. Bijna alle KMar-kazernes met aangebouwde
dienstwoningen in voorheen oproerige gebieden (veenstreken, textielsteden, grote
steden) en (voormalige) garnizoenssteden zijn inmiddels afgestoten en verkocht.
Ze zijn nog herkenbaar als monumentaal pand (zie Eem Kiekn: 'Brigade'
20/4/1995). Een 'optrekje' van de Rijksgrenswacht bij Dinxperloo is in 1928 nog
letterlijk verkast naar Rolde. Intussen ben je wel
bij 't verschil in rang en stand. Het is nog mooi te zien bij de v.m.
officierswoningen uit 1896 aan de Hertenkamp te Assen. De hoogste rangen hadden
balkon, dakramen en nog wat. In Veenhuizen, waar de drie vroegere gestichten nog
staan en wat als geheel een monumentaal dorp is, zijn de verschillen in rang
direct van de panden af te lezen. Men maakte in 1900 onderscheid in 7 klassen,
inclusief voorschriften voor tuinoppervlakte en het aantal te houden kippen.
Schitterende historie en mooie huizen. eerder verschenen in 't Nieuwsblad van het Noorden, 08 mei 2001
Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
|