Palmpasen

Ongebruikelijk 

Oude gebruiken en tradities bestaan bij de gratie van herhaald gebruik. Dat gaat door, zolang de betekenis of de zin ervan wordt begrepen en zolang men er plezier aan beleeft. De geschiedenis leert dat zulke feestelijkheden ook doorgang vinden als kerkelijke of burgerlijke autoriteiten om een of andere reden de zaak willen verbieden. Vaak treedt er dan een wijziging in de uitvoering op, een vorm van aanpassing, zodat het oude gebruik weer verder kan. Zo gaat het al honderden jaren en als een traditie niet teveel met het tijdsbeeld uit de pas loopt, blijft dat ook wel even zo. Het neemt niet weg dat bepaalde streekgebruiken niet door iedereen begrepen wordt. Zo'n oud gebruik wordt voor die lieden dan een ongebruikelijke aangelegenheid.

In deze voorjaarperiode bruist het in Europa van lentetradities, met zowel voorchristelijke tintjes als christelijke elementen. Rond Pasen, Pinksteren en in de meimaand gebeurt er van alles. In Drenthe varieert dat van haantje-op-nen-stokkie (de palmpasen), notenschieten, eiertikken en eiereten,  paasvuren en kerkgang 'op je paasbest', tot de hedendaagse paastrek naar winkels met paasshows en wat al niet. Uit onderzoek in 1993 bleek dat de helft (50,7%) van de Nederlanders de christelijke betekenis van het paasfeest niet (meer) kent.

En laat vorige week nou blijken dat deze krant zelfs al in de knup raakt met de palmpasen, met het haantje-op-nen-stokkie? De bijschriftenmaker bij foto's spreekt van 'stokken als zwaarden' en  'protestants palmpasen'. Hij deelt palmpasen in bij de roomse feesten, waar een protestantse school aan meedoet. Gelukkig noemt hij het lopen met de  palmpaas wel een kinderfeest, want dat is het - en meer niet.

Palmpasen, op de zondag voor Pasen, is ooit als christelijke viering van de feestelijke intocht van Jezus in Jeruzalem begonnen, werd eeuwen later met name als rooms feest en processie gezien en na de hervorming in Noordwest-Europa dus verboden als 'paapse vertoning'. Zo verdween

de houten palmezel (symbool van het 'peerd van Christus') uit de optochten. Ze bestaan nog in musea. In puur RK-gebieden is de palmzondagprocessie nog in zwang. De meegevoerde palmtakken en hele grote palmpasens worden in de kerk gezegend en mee naar huis en hof genomen. Daar bieden ze een heel jaar bescherming tegen onheil, misoogst en ziekten van vee. Je ziet in Zuid-Duitsland die palmpasens vaak boven de staldeuren zitten, in vlaggestokhouders.

In de niet-roomse gebieden verdween omstreeks 1550-1580 de palmprocessie van volwassenen, maar na een stille periode dook de palmpasen voor kinderen op!  In 1635 was 'het loopen singen met Palm of diergelijcke groente langhs de wegen' nog verboden. In 1769 is het een algemeen kinderfeest met versierde palmpasens met lekkernijen; de religie is er helemaal af. Daarna is het lopen met de palmpaas, het haantje-op-nen-stokkie, een voorjaarskinderfeest geworden. De bakker bakt de haantjes en soms het broodrad, want er zijn zoveel modellen palmpaas als er nederzettingen zijn. Op de stok hoort ook groen (traditioneel is buxus; alléén in Almelo gebruikt men gagel). De buxus is zodoende 'palmboompje' geworden, al is het geen palm. In Drenthe ging het nog verder. Vanwege het oude gebruik als feestgroen is de jeneverbes plaatselijk tot palm bevorderd. Een stuk bos bij Meppen kreeg ook als veldnaam 'de Palms'. Een ongebruikelijke naam, gebaseerd op oud gebruik.

Jan Tuttel

eerder verschenen in 't Nieuwsblad van het Noorden, 18 april 2000

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.