Hoe de tippe geert in De Kiel

Een puur driehoekig groen heggetje in een voortuin, onderweg gezien tussen Pesse en Meppel, is de aanleiding tot dit stukje. Een omgevallen kerstsymbool? De hele kerstsfeer is visueel terug te brengen tot een groene driehoek, die de kerstboom moet verbeelden. Die driehoek bleef vervolgens in de gedachten steken. Heel Drenthe lijkt toch een driehoekige provincie? In elk geval komt de naam voort uit een drie-eenheid.

In Drenthe liggen ook driehoekige stukjes land. Schuine partjes, als taartpunten zelfs. Voor de landbouw is dat een onhandig te bewerken perceel. Niemand zat erom verlegen en toch had je ze. Nog gekker: toch kreeg je ze. Voor die taps toelopende percelen zijn twee verklaringen te vinden. Bij het in gebruik nemen van gronden, kwamen de minste stukken als laatste aan de beurt. Nat land, smerige veengrond of ontoegankelijk land schoot dan over en al naar gelang die natuurlijke omstandigheden kreeg het zijn schuine driehoeksvorm. Bij ontginningen kwam het voor dat het gemeenschappelijke land verdeeld moest worden, waarbij radiale patronen ontstonden. Dat had een oorzaak, zoals te Rolde bij de z.g. 'torenverkaveling'. Tot 1848 was veel grond gemeenschappelijk bezit, maar op een bepaald moment moesten landmeters aan het werk om de zaak op te delen tussen de eigenaars. De aanvraag kwam van medegerechtigden buiten de dorpsgemeenschap 'wat weinig enthousiasme teweeg bracht'. De makkelijkste verdeling was om vanaf de buitengrens op de kerktoren te mikken en zo alles in taartpunten te verdelen. In 'kylende' percelen, waarover het Drents Landbouw Genootschap zijn ernstige afkeuring uitsprak. Dat patroon is nog herkenbaar. Het is nu als cultuurhistorisch fenomeen van belang. Bij Zuidwolde (D) is eenzelfde structuur deels nog aanwezig.

Een bijzonder verschijnsel deed zich voor bij het vroegere Zevenmarkenpunt in Drenthe. Op een afgelegen plek grensden zeven boermarken aan elkaar, zodat er vanzelf taartpunten waren. Daar vestigden zich aanvankelijk lieden, die goede redenen hadden om ver uit de buurt van een dorp te blijven. Kwam een gezagsdienaar om tucht & orde te handhaven, dan was een paar stappen opzij voldoende voor de lepe 'gezochte' om in een ander rechtsgebied te komen -buiten bereik van die plaatselijke wetshandhaver. Later heeft men dit gebied en de ontstane nederzetting in zijn geheel bij Sleen gevoegd. Die nederzetting is De Kiel genoemd en is nu een welvarend Drents dorp met uitsluitend oppassende burgers (toch?).

De plaatsnaam is een direct gevolg van die (nog zichtbare) taps toelopende grenzen, de 'kylende' percelen. Het Kieldiep en Kiel-Windeweer hebben ook die achtergrond. Andere benamingen zijn tip of tippe, die veel in veldnamen vastgelegd zijn. Bij De Kiel komen de namen De Tippe en Tipweg ook voor, net als Kyllot in Smilde en De Tip in Hijkersmilde. Veldnamen zijn ook: Onstwedderkyl, Tipdallen en Tipmaten. De Tip en de Tippe zijn eveneens bekende gebouwnamen. De (gesloopte) flat De Timp in Assen heeft een voor de Gelderse Achterhoek kenmerkende 'kyl'naam. Elders zegt men dat zo'n schuin perceel 'geert'. Zoals in Drenthe dan De Kiel ontstaat, komen daar plaatsen als (De) Geer, Geervliet en Geerdijk. Maar geen van allen hebben zo'n mooi verhaal als De Kiel!

Jan Tuttel

eerder verschenen in 't Nieuwsblad van het Noorden, 19 december 2000

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.