Handstok


Handstok, wandelstok of gaostok, het maakt niet uit. Het is een stevig hulpmiddel bij het voortbewegen te voet. Je zag het vroeger meer dan nu, omdat er meer gelopen werd 'op reis'.  Bij de padvinderij hoorde elke verkenner een stok te hebben -als gereedschap. En per slot van rekening is elke staf ook een stok, van herdersstaf tot bisschopsstaf. Sinterklaas loopt gewoon met een mooie stok.

Zo tegen de winter, duiken ook de skistokken en toerstokken op. Bij het bergbeklimmen gebruikte men een tot twee generaties geleden nog lange houten stokken, maar dat is modern kunststofspul geworden. Ze zijn telescopisch en kunnen op de gewenste lengte gezet worden. Er zijn zelfs geriefelijk verende stokken. Bij een bezoek aan nationale parken in de Alpen zijn enkele Duitse en Oostenrijkse natuurcollega's naar hun ervaringen gevraagd. De een zei dat een bergstok handig kan zijn, maar een goed evenwicht en zorgvuldig stappen is beter. Je evenwichtsgevoel heb je niets voor niets meegekegen. De ander stelde dat geregeld bergklimmen en bergwandelen een aanslag op je heupen en knieën doet, omdat je daar de klappen van je bagage en 't eigen gewicht opvangt.Veel berggidsen hebben na hun veertigste versleten knieën. Lopen met twee bergstokken helpt het gewicht opvangen, ze kunnen wel 20 kg van de last 'overnemen'. Dus lopen bergtoeristen toch weer overbelast, want dat gewicht wordt dan extra getorst. Mij bevielen de voorgevormde handvaten niet, ik kreeg er dooie vingers van. Je kunt je grip niet veranderen.

Geef mij maar mijn eigen lange 'stapstok' met metalen punt en de leren polsveter door het gat bovenin. Hij is recht, glad gebeitst en in 1987 gekocht in Goathland, in het nationaal park the North York Moors. Het is een kastanjehouten stok en kan dus tegen water. De ijzeren punt ben ik ooit in 't wild kwijtgeraakt; in 't Duitse Hameln is bij een speciaalzaak een nieuwe gekocht. De handstok heeft een keer m'n leven gered toen ik door de kragge zakte en vrijwel kopje-onder ging in de veenprut in de Weerribben. De stok kon ik dwars vooruit krijgen als enige houvast. Verder wegzakken stopte toen - en ik kan het navertellen. De stok krijgt steeds meer stokschildjes als getuige van een verblijf elders, net als bij een bedevaartganger…

Een goede handstok is prettig. Bij het lopen of wandelen en als hulpmiddel bij van alles. Om over schrikdraad en prikkeldraad te komen, om op te leunen, om te peilen hoe diep water of het moeras is. En tegen 'schoelies' onderweg, zoals men vroeger zei. Toen maakte men een handstok zelf en koos daarvoor zorgvuldig het hout uit.

Eikenhout, kastanjehout of essenhout  bij voorkeur, maar in Limburg zocht men de mispel. Dat werd dan de 'miespelaar', een polsdikke tak met wat doornen zodat hij na bewerking een fraai aanzien kreeg. De mooie bruine kleur kwam na een tijdje liggen in de gierput van de paardenstal. De stok werd opgetuigd met koperbeslag en een leeromvlochten handvat. Zulke 'miespelaars' zijn erfstukken geworden. Of de bijbehorende wijsheid ook wordt overgeërfd is niet bekend.

Want wat is de beste tijd om een mooie handstok te snijden? Als je hem ziet!

Jan Tuttel

eerder verschenen in 't Nieuwsblad van het Noorden, 30 november 1999

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.