Van Dingen en Deuntjes
Radio Loep


 

 

 

Natuur en Landschap in het zendgebied van Radio LOEP 

Er zijn luisteraars van Radio Loep die van ‘oetkiekn’ weten; het gaat dan om hun favoriete programma. Er zijn inwoners van ons zendgebied, die moeten wennen aan hun grotere gemeente Tynaarloo (officiële naam per 1-1-2000). Dit stukje helpt een beetje ‘oetkiekn’, omdat in de regio van de vroegere gemeenten Eelde, Vries en Zuidlaren veel aardigs te zien is. 
We wonen in een landschappelijk veelzijdig stukje Drenthe en het mooiste is: alles is te belopen en te befietsen. Noord-Drenthe is goed voorzien van fietsroutes, wandelroutes, ruiter- en huifkarroutes en bijzondere routes. Een groot aantal is door Het Recreatieschap Drenthe gerealiseerd, waaronder het Rondje Drenthe dat verscheidene fietsroutes aan elkaar knoopt. 
Natuur, landschap en geschiedenis gaven ook aanleiding voor een lange afstandwandelroute als het Pieterpad en lokale Knapzakroutes en Archeologische routes (zie het overzicht van routes).

 

Hoge es, lage made 

Het speelt zich allemaal buiten af. Het voorjaar is een perfecte tijd om wat routes te verkennen. Het is een jaargetijde vol activiteiten. Dan is juist die variatie in natuur en landschap zo leuk. Er zit in onze gemeente zo’n 12 meter hoogteverschil, van de hoogste es bij Zeyen tot de natste plekken in de Eeldermade. Die liggen wel onder nul meter NAP!. We kennen de groene beekdalen, breed en vlak met daarin riviertjes als Hunze, Drentse Aa en Eelderdiep (fietsroute Boom- & Beekdalroute). U weet nog hoeveel water ze kunnen meebrengen; dat brede dal oogde als ondergelopen uiterwaarden van een grote rivier. Verscheidene beekdalen zijn overdwars verdeeld door sloten (in het lage stuk dat onder water kan komen) en houtwallen met vooral eiken op het hogere stuk. In de laagste delen van de beekdalen ligt ook veen. In elk geval liggen daar meren en plassen (Meren- en Maden fietsroute). De dorpen zijn vanouds op de hogere zandruggen gevestigd, die tussen de beken en hun lage landen liggen. Op de flanken van de hogere delen bij Zuidlaren en Eelde-Paterswolde liggen de landgoederen met hun bosgordel (wandelroute Landgoederen Eelde).

 

Bij Midlaren, Zeegse, Oudemolen en benoorden Zeyen komen heideterreinen en heidebebossingen voor. De fietsroute ‘Noordsche veld’ die zowel Vries, Zeyen, Peest als Norg aandoet, laat zien wat er aan archeologische sporen te vinden is. Zoals grafheuvels en zelfs walletjes om voormalige kleine akkertjes, die zo’n 2000 jaar geleden in gebruik waren. Geschiedenis die bewaard is in natuurgebieden. Ook in de stukjes hoogveen en de veentjes is nog kans op archeologische vondsten. Het beroemde veenlijk ‘Het Meisje van Yde’  (nu in het Drents Museum) is in zo’n gebied aangetroffen.

 

Wat valt er in het voorjaar te beleven in die verscheidenheid van landschapstypen?  Afhankelijk van de temperatuur, eigenlijk de ‘temperatuursom’ (alle warmte bij elkaar opgeteld) komen de planten  weer boven de grond. Als er bloemen opengaan, komen er insecten om stuifmeel en nectar te halen. De insecten reageren eveneens op die temperatuursom. Hun afstemming met de planten is heel secuur geregeld, zoals de volgorde van verschijnen. Het blad aan de els moet zo groot zijn als een stuiver, eer het glimmend- staalblauwe kevertje ‘elzenhaantje’ boven de grond komt. Dat blad is namelijk zijn voedsel; eerder actief worden heeft geen zin. Dat geldt ook voor het oranjetipje, een vlindertje dat leeft op pinksterbloemen en look-zonder-look. De eerste groeit in vochtige graslanden (mooi in de Hondstong te Yde) en de tweede plant  is algemeen bij tuinen en in sommige houtwallen. Look-zonder-look ruikt naar siepels, maar is het niet (vandaar de naam).

 

Vogels en voorjaar 

De natuur zit slim in elkaar. Zodra er genoeg insecten rondvliegen, zie je de meute trekvogels die van insecten leven, terugkomen. De meesjes in uw tuin die nootjes en zaden aten, schakelen om op ander voedsel. Van vegetariër worden ze vleeseter; ze gaan achter insecten en rupsjes aan. Voor hun jongen is dat het beste voer. Wie zijn huis- en tuinmezen ‘voor de gezelligheid’ te lang blijft voeren met apenootjes en zonnepitten, brengt de diertjes om. Het vogelmaagje is al op ander voedsel ingesteld.

 

De kieviten zijn altijd snel terug. Gaat het toch fout met het weer, dan verzinnen ze wat anders. In maart 1996 –staartje lange en koude winter- zochten ze noodgedwongen voedsel in voortuinen en op gazons. De  regenwulp (met dat eigenaardige bibibibi-geluid) bivakkeert op doortrek in de Drentse beekdalen. Ze lossen de kramsvogels af, die al noordwaarts zijn gegaan. Er komen steeds meer zangvogels terug; de ‘vogelklok’ gaat weer werken. Van vóór het licht worden, tot ver in de ochtend gaat het hele vogelkoor volgens een vaste volgorde zingen. Als de spotvogel en de koekoek terug zijn, is het voorjaar op zijn hoogtepunt. Het is dan al mei.

 

Meizoentjes en bekketrekkers 

Elk voorjaar wordt opgefleurd door bloeiende planten. In tuinen en parken zijn de bolgewassen de eersten. Logisch, ze hebben een pakketje reservevoedsel bij zich. De wilde planten in de koude en natte bodem moeten eerst hun eigen ‘temperatuursom’ bereiken, eer ze actief worden.  Veel vroege bloeiers zijn geel of wit van kleur. Eerst de winteraconiet, dan krokussen, de geelster (als stinzeplant) en daarna beginnen de weide- en moerasplanten. Speenkruid is heel vroeg en begin april bloeien de madeliefjes (meizoentjes) volop. De sleedoorn (bekketrekkers, omdat de vruchten zo zuur zijn), de krent en andere prunussoorten laten witte bloesems zien. Midden april staan sommige weilanden vol geelbloeiende paardebloemen, met teerlila pinksterbloemen aan de slootkanten. Een vrolijke affaire om te zien. In beekdalen en rietmoerassen is de vetgele dotterbloem nog wel te zien, al wordt-ie zeldzamer.

 

Na de paardebloemen (hondtong) volgt de bloei van de boterbloemen met soms de rode zuring ernaast. Het gaat nu snel en er verschijnen andere kleuren, zeker in mei en juni. In onze gemeente is het buiten dan een feestelijke boel. Tot slot een tip: Leer uw visite eens om aan de bloemen op afstand de loop van de beekjes of landwegen ter herkennen. Kijk naar de randen met hoog en witbloeiende fluitekruid, ze groeien langs de oever van de Drentse Aa die in de madelanden meandert. Het zijn de boorden van de beek. Langs wegen geldt natuurlijk hetzelfde. Gewoon een kwestie van ‘oetkiekn’!

 

Routes te kust en te keur 

Met name door het werk van het Recreatieschap Drenthe beschikken we over een netwerk van fietspaden en fiets- en wandelroutes, vaak door de ANWB bewegwijzerd. Het Recreatieschap zorgt ook voor andere voorzieningen, zoals banken. Noord-Drenthe leent zich uitstekend voor een eindje lopen of een stuk fietsen. Voor uzelf en als u bezoek krijgt, is zo’n routegidsje handig. De volgende routes voeren door onze gemeenten en buurgemeenten. De VVV’s hebben de meeste gidsjes wel beschikbaar. Sommige horeca- en recreatiebedrijven verkopen de plaatselijke routegidsjes.

·        Fietsroute Boom- en Beekdalroute (30-48 km in Noord-Drenthe)

·        Fietsroute Meren en Maden (44 km Noord-Drenthe, Hoogkerk-Leek)

·        Fietsroute Veenhuizen/Fochteloërveen  (25 km Noord-Drenthe/grens Friesland)

·        ANWB/VVV Lange Fietsroute Rondje Drenthe (460 km totaal door Drenthe)

·        Fietsroute Noordsche Veld (Archeologische Routes in Nederland 12)

·        Wandelroute Landgoederen Eelde/Paterswolde

·        Kanoën in Drenthe (o.a. Zuidlaardermeer, Oostermoerse vaart & Noord-Willemskanaal)

 

Lange Afstands Wandelpaden: 

-nr.168  Pieterpad

-nr.225  Drenthepad.

 

*   Knapzakroutes:

-nr.305 Anloo-Schipborg

-nr.312  Donderen

-nr.334 Midlaren

-nr.346 Tynaarlo

-nr.357 Zeyen

 

*  Voor ruiters en huifkarren zijn bewegwijzerde routes uitgezet. De dertien routes door Drenthe worden samen in één mapje verkocht.

 

*  Verder heeft Staatsbosbeheer elf gemarkeerde wandelroutes in het Stroomdallandschap Drentse Aa. Vraag het SBB-kantoor in Oudemolen of haal de beschrijving in Anloo bij het informatiecentrum Homanshof. Soms is het natuurterrein moeilijk begaanbaar: echt laarzenwerk. Door werkzaamheden voor natuurontwikkeling zijn de oorspronkelijke routes soms moeilijk te vinden: echt liefhebberswerk!

 

(eerder verschenen in het Voorjaarsnummer 1999 van het RADIO LOEP MAGAZINE, h.a.h. bkad in de nieuwe gemeente Tynaarlo-Drenthe

 


INDEX

 


Tekst by: Jan Tuttel ©
Created by: Freak Productions ©

WebMaster

Copyright 1998/1999 - Jan Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed,
without the prior consent and written agreement by the author.
This information has been kindly licensed to Freak Productions© by the author.