INDEX 

van dingen & deuntjes

reisverhalen

natuur en landschap

naamkunde

Drentse Aa

volkskunde

paasvuren

Harmjan van Steenwijk

vliegwerk

eem kiek'n

in de smiesterd

wie is wie

gastenboek

over de Tuttels

email Jan Tuttel

email Harmjan van Steenwijk

email WebMaster



Freak ProductionsFreak Productions

Bezoekers:

 

 

laatste update: 12 april 2005 20:29

van Dingen en Deuntjes

 
Goeiemiddag en kijk meteen maar even naar buiten,'t miezert. Toch gaat het vandaag over zwaar weer: storm, donder en bliksem en wat er meer bij hoort. In tegenstelling tot andere berichten bemoeien we ons vandaag niet met de bloeiende heide. Dat is best mooi en 'klassiek Drents', maar je kunt er zo weinig mee op de radio.

U hoort dit uur andere 'zomerkost'. Ik maak u deelgenoot van typisch weer van de zomermaanden - bar en boos weer met onweer, rukwinden, donder, bliksem, hagelstenen als golfballen en een verschrikkelijke plens water. Kortom, het beroerde zomerweer, dat als 'bijzonder noodweer' de krant haalt en dat veel overlast veroorzaakt. Maar… het is wel èlk jaar raak. Ik heb er de documentatie op nageslagen en wat blijkt? Elk jaar roept men wel wat over 'bijzonder noodweer', maar het komt zó regelmatig voor in juli en augustus, dat het normaal zomerweer is. Zulk zwaar weer als op 3 juli j.l. hoort erbij, leuk of niet. 

Als tentkampeerder moest ik 's nachts (notabene in het Hemelvaartweekend al) geulen en gaten te graven om de tent. Een hevige stortbui leverde meer water aan dan de zandbodem kon verwerken. Overstroming dus. In de zomer van 1999 kampeerden we in het Weserbergland (in de buurt van het stamslot van Baron von Münchhausen) en daar was het noodweer zó hevig, dat er een spontaan beekje door de tent stroomde. Het spul hoog en droog zetten was het enige dat hielp.

Nou, zulke verhalen kunnen we over de afgelopen veertig jaar kamperen in Europa steeds weer vertellen. Niks bijzonders eigenlijk, maar knap lastig. Het wordt pas gevaarlijk als je in de dal van een riviertje in rotsgebieden kampeert. Het water stijgt daar verschrikkelijk snel en ontwikkelt een verwoestende kracht. Dan krijg je ongelukken en vallen er doden.

Een andere gevaarlijke situatie doet zich voor bij hevig onweer, als de bliksem vaak inslaat. Grote hagelstenen leveren eveneens gevaar en schade op. Het dak van onze auto kreeg in de hete zomer van 1983 aardig wat deuken bij zulk zwaar weer in de Schwäbische Alb. Een interessante ontdekking was toen, dat een goede katoenen kwaliteitstent zo'n hevige hagelbui wel zonder schade doorstond!. Zo'n twee uur na dat noodweer, lag er nog een centimeters-dikke laag hagel. Meer 'íesbrökskes' eigenlijk, alsof het winter was. De hittegolf met ruim 37 graden C. was toen definitief voorbij. De temperatuur zakte binnen een half uur tot 15 graden.

En nòg een gevaarlijke kant van het noodweer : de zware rukwinden en windhozen. Bij, en onder de grote onweerscomplexen kunnen rare en hevige luchtstromingen voorkomen, die grote schade kunnen aanrichten. En wat hagel en slagregen niet kapot kunnen krijgen, lukt die zware windstoten wel. Tenten en caravans waaien om, òf scheuren aan flarden! Bomen raken ontworteld of er breken takken uit, met funeste gevolgen. En wéér kan ik uit eigen ervaring vertellen (gelukkig ook návertellen), dat een omgewaaide dikke boom een auto wel degelijk plat kan krijgen.

Nou, met elkaar genoeg 'zwaar weer'-berichten om de schrik er in te jagen. U hoeft niet in de schuilkelder, want nu wordt het echt interessant. Want, wat gaan we verder doen? Bekijken waar en wanneer zulk weer optreedt. Welk onderzoek wordt er naar de bliksem gedaan en is het waar dat het ook boven de wolken uit, naar de stratosfeer kan bliksemen?

We praten over diverse aspecten van onweer met onze weerman Harry van den Ende, met de reparateur van elektronische apparatuur, Anne Doedens en met schipper Gert van der Veen van de 'Ku 11'. De enige 'Kuunder punter' die als varend monument, ter herinnering aan de vroegere Zuiderzeevisserij, weer op open water zeilt.

Tot slot halen we het geloof en bijgeloof erbij. Alle soorten goden gebruiken 'donder & bliksem' namelijk als spreektaal voor aardse stervelingen. Maar eerst benadrukken we de zomer nog even: Mungo Jerry met 'In the Summertime' 

En Mungo Jerry geeft met 'In the summertime' eigenlijk al antwoord op de vraag, waar en wanneer je zwaar weer met donder & bliksem kunt verwachten. Onweer komt vrijwel altijd voor bij onweerswolken. Bijna… bijna nooit bij heldere hemel - vandaar dat gezegde over zeer onverwachte dingen: "Als een donderslag bij heldere hemel'!. Maar zeg nooit, nooit: onweer met donder en bliksem is een elektrisch verschijnsel in de atmosfeer. Als er ergens in droge lucht (zonder wolken dus, want dat ìs vocht) geweldig spanningsverschillen ontstaan?. Tja …

Er is zo'n schaarse waarneming beschreven van een flits bij blauwe lucht, gevolgd door een donderklap. Dat was op 10 september 1909 bij de bergen op Cyprus. Het gebeurde ver weg van de onweerswolken verderop. In de weerliteratuur wordt uit dit geval geconcludeerd, dat onweerswolken óók op grotere afstand het elektrisch veld in de lucht nog  behoorlijk kunnen verstoren.

Want dáár gaat het om bij onweer met bliksem. In grote wolken van het type Cumulonimbus - van die gigantische grote bloemkolen of van die platuitgespreide paddestoelen- bestaan hevige, interne luchtgevechten van warme en koude luchtstromen, met waterdruppels en ijsdeeltjes die op en neer sjezen. Als je er toevallig doorheen moet vliegen, krijg je een zeer ongemakkelijke ritje. Erger dan alle kermisattracties bij elkaar en nooit leuk.

Die capriolen in de wolken veroorzaken een verstoring van de bestaande verdeling van elektriciteit in de lucht, zeg maar. De positief geladen deeltjes kruipen bij elkaar bovenin, en de negatief geladen deeltjes blijken onder inde wolk te zitten. Die spanningsverschillen worden op een bepaald moment overbrugd door een elektrische ontlading, een vorm van spanningsvereffening. Dat doet de bliksemstraal.

De elektrische energie daarvan zorgt -in een 'splitsecond'- voor een verhitting van de gassen in de lucht tot ruim 20.000 graden Celsius. De lucht in het bliksemtraject zet inééns zeer sterk uit, en klapt daarna door afkoeling weer terug. Dat kan over een kilometerslange route gebeuren, waardoor je een heel gerommel en gedonder krijgt bij die snelle luchtbewegingen. Hoe meer gerommel, hoe langer de bliksemroute. Een felle klap is een korter stukkie bliksem, dichtbij en ook bijna altijd richting aarde.

Onweer komt dus voor in onweerswolken, die tot grote hoogte reiken. Ze ontstaan bij warm en vaak vochtig weer. Je kunt ze zich zien ontwikkelen. Soms geeft het soort kleine wolken 's ochtends al aan dat er onweer in de lucht zit, later op de dag. De Duitsers noemen datt 'Quellbewölkerung'. Meteovolk, piloten en ander volk dat er voor geleerd heeft, zien het aan de 'castellanus'. Ook komt onweer voor, verstopt in een overkomend wolkenpakket dat bij koufronten hoort. Het hete weer is dan ook meteen afgelopen. Bij losse onweersbuien die in de buurt ontstaan, hoeft dat niet zo te zijn

Onweerswolken zijn dus de boosdoeners. Ze horen bij de zomerperiode, maar in het najaar zijn er met name aan de kust weer nachtelijke donderbuien. Geschat wordt, dat er over de hele wereld per dag 44.000 onweersbuien voorkomen, met 860.000 bliksemontladingen. Op Java heeft men het meeste onweer: gemiddeld 220 dagen per jaar. Het zuidpuntje van Florida kent gemiddeld 100 onweersdagen, maar De Bilt komt niet verder dan gemiddeld 34 onweersdagen. Zuidoost-Engeland heeft er 20, maar Noordwest-Schotland is zuinig met onweer: gemiddeld 5 dagen per jaar.

Hoe ze in Groot-Brittannië het weerbericht voordragen, hoort u nu van the Mastersingers in: The Weatherforecast

De Britse weersverwachting, inclusief alle soorten weer: The Weatherforecast, gezongen door the Mastersingers. Het mooiste is hun slotconclusie: al met al, gewoon weer voor de tijd van het jaar. In m'n inleiding zei ik, dat noodweer vaak 'extreem' genoemd wordt, maar je vindt het wel elke zomer weer terug in de kranten. Begin juli was het plaatselijk raak, van Haren tot Finsterwolde, en eind juli hoosde het weer. De camping in Sellingen raakte zó vol water, dat de brandweer die overvloed weg moest pompen.

Hetzelfde soort berichten is overgeleverd uit de zomers van 1995, 1996, 1997 en van bijvoorbeeld 1984. In 1995 schatte de (verzekeringsmaatschappij) Hagelunie, dat de glastuinbouw een miljoen gulden hagelschade had opgelopen. Drie van de 17 moderne windmolens bij Willemstad in N.Brabant gingen kapot: schade 3/4 miljoen gulden.

Onweersbuien kunnen heel plaatselijk optreden. De omvang van een buiencomplex is 's zomers al gauw zo'n 25 x 25 km, en daarbuiten kun je een scherpe grens meemaken tussen wel en geen neerslag. Met andere woorden: er is ook geen goede vergelijking mogelijk over meer of minder schade dan anders, en meer of minder erge buien. De beleving van zwaar weer met onweer, donder en bliksem is subjectief.    

Sommige zaken zijn objectief te meten. Het aantal slachtoffers door blikseminslag is de laatste halve eeuw afgenomen. Niet vanwege minder onweer, maar doordat er minder mensen op het land werken en 'bij 't pad' zijn. Méér mensen dan vroeger zitten in een auto en werken binnenshuis. Er is wel méér storing bij de treinenloop. Elk type zwaar weer, ontregelt gegarandeerd ergens de dienstregeling bij het spoor. Niet omdat er meer onweer, of vaker zwaar weer voorkomt. Nee, de spoorwegen zijn kwetsbaarder geworden door meer elektronica en meer automatische systemen, die van slag kunnen raken. Gewoon, meer last van blikseminslagen, stormvlagen en ander ongerief.

Zwaar weer met bliksem en donder blijft de gemoederen bezig houden. Logisch, want het is een vorm van natuurgeweld, waar je respect en ontzag voor moet koesteren. Gedonder is schrikwekkend, maar niet erg. Zwáár onweer wordt het pas, als het aan één stuk door bliksemt en de bijbehorende verschijnselen als hevige neerslag, dikke hagel en zware windstoten het buiten vertoeven onmogelijk maken. Gedurende de 18 jaar, dat ik beroepshalve het weer waarnam en rapporteerde, heb ik maar 3x de code 'zwaar onweer' doorgegeven. Die drie keer had ik het knap benauwd; ik zat er middenin en -onder. Het sloeg overal boven en rondom in, veel apparatuur ging kapot, er smeulde ook wat dat erg stonk, en horen en zien verging je.
Het klonk allemaal anders dan nu, bij Max Werner: 'Thunderstorm'. 

Zó klinkt bij Radio LOEP om 12.22 uur, het onweer van Max Werner: Thunderstorm. Omdat onweer met al zijn activiteiten zoveel ongemak en soms ook gevaar oplevert, onderzoekt men drie dingen. EEN: waar en wanneer treedt onweer op, en hoe zwaar kan het worden? TWEE: Hoeveel bliksems zijn er en waar slaan ze in? DRIE: Hoe kun je onweer beter, eerder en secuurder voorspellen? Het heeft allemaal met elkaar te maken. Veel vragen behoren gewoon tot meteorologisch onderzoek. Andere vragen hebben te maken met veiligheid en verzekeringen.

Een interessant onderzoek naar zware hagelstenen, de kippeneieren en golfballen die elke zomer wel ergens vallen, zit in het slop. Het noodweer en de hagelschade van 6juni 1998 zou groots onderzicht worden, ook door het KNMI. Het publiek werd opgeroepen om hagelbonken van minstens 6 cm te melden en in 't vriesvak te bewaren. Toen werd het stil. Bij navraag begin dit jaar, zei Jacob Kuiper spijtig, dat het KNMI hier geen prioriteit meer aan geeft.

Blikseminslag is makkelijker te onderzoeken, want je kunt elektriciteit meten. Vroeger toen de AM-radio algemeen in gebruik was, kon je 't onweer van ver horen aankomen aan het gekraak op de zenders. Op de FM-frequenties hoor je pas wat, als de bliksem de pannen al van het dak rammelt. Secuur bepalen waar de bliksem inslaat, tot op een 1 km nauwkeurig, kan nu door uitbreiding van een meetsysteem. In Nieuweroord bij Hoogeveen, is een hoge meetmast geplaatst. De verzekering is er blij mee. We horen er zo meer over.

Nieuw, wereldwijd bliksemonderzoek vond een paar geleden plaats vanuit een ruimtevaartuig. De NASA heeft drie maanden lang een bliksemsensor in de ruimte gehad, die alle ontladingen ter wereld registreerde. Ook de bliksems in de wolken. Alle gegevens zijn nadien in kaart gebracht. Een van de belangrijke bevindingen is, dat 90% van alle bliksems ter wereld boven land plaatsvinden. Op internet doet de NASA hierover ook verslag. Het wereldkaartje van de bliksem kun je dus gewoon thuis bekijken.

Wij wenden ons tot de vaklieden op aarde, want wat kan weerman Harry van den Ende ons vertellen over het bliksem-meetsysteem? 

The Electric Light Orchestra met 'The Rain Is falling', en dat ongestraft zomaar na het gesprek met onze weerman Harry van den Ende. Maar hij had het over het Safir-systeem van bliksemtellers en ovder de buienradar. Het is gigantisch wat er aan meetapparatuur en rekentuig wordt ingeschakeld bij de hedendaagse meteorologie. Het moet allemaal leiden tot goede weersverwachtingen. Mensen en weer hebben zó verrekte veel met elkaar te maken, dat je er beurtelings warm en koud van wordt.

Zo vonden de recreatieondernemers op de Waddeneilanden deze zomer het weerbericht niet goed genoeg. Een 'minne' weersverwachting scheelt dagjesmensen en dat scheelt hèn weer duizenden guldens in de portemonnee. Ze gaan hun eigen weerbericht opstellen. Ik ben zeer benieuwd hoe deze, commercieel bedoelde, weersverwachtingen gaan luiden…  We houden het bij Radio LOEP in de gaten, want veel van onze medewerkers en luisteraars zijn geregelde bezoekers van de Waddeneilanden. "Wie gaot naor 'T AILAND"(spreek uit: Thailand), is een veelgehoorde kreet.

Zeker is wel, dat het meeste onweer op het vasteland te vinden is. Je ziet het soms al vanaf de boot. Begin augustus zagen we tijdens de terugvaart van Terschelling (ja, precies: 'T Ailand) een geweldig groot wolkenkasteel boven de vaste wal hangen, 'ergens' achter Harlingen. Later bleek, dat hij knoeperts van onweersbuien met 'noodweer' had opgeleverd in Oostelijk Drenthe en Groningen. Als een stevig buiencomplex bòven de Wadden blijft hangen, kan het op een 'zwaar weer'-situatie duiden. Windhozen en buienhozen veroorzaken dan ongelukken en ellende, zoals ze op Ameland een paar keer ervaren hebben.

Een andere last is wateroverlast. Er komt zóveel water los, dat het niet weg kan en de zaak loopt over, of onder. Toch zit er niet méér water in de wolken dan in vroeger tijden. Eind juli had de NRC de krantenkop: "Vlaanderen onder water na elke bui". Een wolkbreuk kan in Vlaanderen het halve openbare leven ontwrichten - evenals in Zuid-Limburg en in Twente, de Achterhoek en Drenthe (in iets mindere mate, misschien).

Er is veel grondoppervlakte in steen, beton en asfalt veranderd. In het heuvelland heeft men ook beken in beton gevat en overstromingsvijvers zijn weggehaald. Op lage plekken is gebouwd. Regenwater trekt niet overal meer in de grond, maar stroomt over de verharding naar het putje. Over steeds méér verharding naar te kleine, en slecht onderhouden riolen. Die het óók niet aankunnen, en hun vieze lading via de overstort in beken en sloten dumpen. De boerenbond NLTO is net deze week begonnen met actie hiertegen.

Wij gaan naar de bliksem. Ik bedoel WIJ gaan naar de bliksem. Met een inslag op de schoorsteen en daarna een gesprek met Anne Doedens. Hij krijgt in zijn werkplaats, na hevig onweer de kapotte TV's, video's en magnetrons binnen.
Eerst de blikseminslag: "Smokestack Lightning" door How'lin Wolf.
 

Na How'lin Wolf met 'Smokestack Lightning'  kwam Anne Doedens aan het woord over de schade die onweer aan elektrische apparatuur kan aanrichten. Bij onweer de stekker van het net eruit, was zijn goede raad: "Stroom d'r af". Gewoon ontleend aan de praktijk, niet aan geloof of bijgeloof. Omtrent onweer, donder en bliksem is er nogal wat bijgeloof in de wereld. Over wàt de bliksem aantrekt, hoe je onweer afweert en wat je moet doen en laten.

Onweer is een machtig natuurfenomeen, dat algemeen beschouwd werd als een teken van de goden. Donder en bliksem was hun communicatiemiddel naar aardse stervelingen. Zeker als ze ontstemd waren. Er zijn dus ook verschillende afweermethoden en bezweringsrituelen bedacht om de goden gunstig te stemmen en om het onweer kwijt te raken. Het flink rokerig verbranden van speciale kruiden (met boerenwormkruid erin, weet ik nog) hielp, het ophangen van een bosje gewijde planten in bepaalde samenstelling (zoals de 'kroedwisj' in Zuid-Limburg), een afweerplant op het dak tegen blikseminslag (zoals daklook of 'donderlook') of het boven deuren en in stallen plaatsen van gewijde stukjes houtskool uit het paasvuur! Misdiennaartjes in het Roomse deel van de Achterhoek hadden hier vroeger een leuke bijverdienste aan. Er werd, en wordt ook heel wat afgebeden bij zwaar weer.

Vroeger, in de Duitse Eifel nog tot ver in de jaren zestig, luidde men de kerkklokken tijdens onweer.

Men heeft ontzag voor onweer. Zeker in die landen waar blikseminslag nu die geweldig, grote bosbranden veroorzaakt. Er bestaat ook een ouder, godsdienstig respect voor het goddelijk geweld, wat je terug vindt als bijgeloof. Je mocht nooit spotten met bliksem & donder, noch er met de vinger naar wijzen, of er naar kijken. Die oude opvatting, dat je de goddelijk almacht en de heerlijkheid Gods niet onbeschaamd mocht aanschouwen, schijnt de bron te zijn van de huidige bijgelovigheden, om ramen en deuren te sluiten en de gordijnen dicht te trekken. Ander bijgeloof is, om metalen voorwerpen -zoals bestek en keukenmessen- weg te bergen, 'omdat het de bliksem aantrekt' (dat gebeurt nog steeds in onze contreien). Laatst zei iemand in onze gemeente nog, dat "zo gevaarlijk bezig was geweest". Ze had de ramen open laten staan bij onweer. Het was bij een namiddagse donderbui zonder windstoten die niks voorstelde, maar de bijgeloofkronkel werkte al weer.

Onweer kan mensen ook tot inkeer brengen. Zo besloot Luther, nog student, op 2 juli 1505 om monnik te worden, toen vlakbij hem de bliksem insloeg en hij tegen de grond gesmakt werd.

Wat je op open water moet doen bij (naderend) onweer, en hoe een aalmoezenier aan boord soms handig kan zijn, vertelt Gert van der Veen uit Ossenzijl, schipper van de Kuunder punter, de 'Ku 11'. 

Middenin donder en bliksem - 'Storm & Thunder' van Earth & Fire- vertel ik nog gauw wat aparte dingen. Eerst die bliksem bovenuit de buienwolken. Die bestaat echt. Piloten en astronauten meenden zoiets al gezien te hebben. Uit hun ooghoeken, want toen ze beter keken was het weg. Latere metingen en videobeelden bevestigen hun waarnemeingen, c.q. vermoedens. Van boven uit grote, zéér actieve buienwolken schieten elektrische ontladingen ook de stratosfeer in. Het gaat sneller dan een tiende van een seconde, maar ze zijn zeer breed: wel 50 km. Het verschijnsel heeft ook een naam gekregen: 'Red sprites'. 

Een ander verschijnsel, dat niet zo hoog komt heet 'Blue jet'. Dat zijn blauwachtige stralen die ook bovenuit een grote buienwolk komen, maar die schuingericht zijn. Ze zijn beter te bestuderen, minder snel, dan die snelle 'red sprites'. Hou dit in de gaten- het is echt iets nieuws van het bliksem- en donderfront!

Tot slot noem ik u nog de sporen van blikseminslag in zandduinen en zandverstuivingen, de 'fulguriten'. Het zijn holle zandpijpen, bestaand uit een korstje kiezelglas met aangebakken zandkorrels òm de ruimte van de ingeslagen bliksemstraal. Dun, onregelmatig van vorm, breekbaar en één meter of langer. Ze komen voor, waar het grondwater het dichtst onder de zandbodem ligt. En waar de bliksem ingeslagen is, vanzelf. Gewoon eens iets leuks, 'zelfgemaakt' door de bliksem.

Nog steeds in 'Storm & Donder'-muziek van Earth & Fire, besluiten we deze aflevering van 'Van Dingen & Deuntjes over Zwaar Weer. Dit onweer, donder & bliksem werd u gepresenteerd door Jan Tuttel, die ook de productie en samenstelling deed. De techniek dit uur was in de vuurvaste vingers van Willem van Dijk

Volgende keer, de laatste zondag van september (de 24ste) is dit programma er weer. Het gaat dan over de 'posterigheden & posterijen', dat wil zeggen het postvervoer te land, te water en in de lucht. Vroeger en nu.

Bedankt voor het luisteren en blijf luisteren. Volgend uur komt Huub Bremmers met bliksems beluisterenswaardige muziek.

(Enig idee wat 'n 'posterigheidje' is? Ja, stuur maar een kaartje!)

 
 

 

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.