INDEX 

van dingen & deuntjes

reisverhalen

natuur en landschap

naamkunde

Drentse Aa

volkskunde

paasvuren

Harmjan van Steenwijk

vliegwerk

eem kiek'n

in de smiesterd

wie is wie

gastenboek

over de Tuttels

email Jan Tuttel

email Harmjan van Steenwijk

email WebMaster



Freak ProductionsFreak Productions

Bezoekers:

 

 

laatste update: 24 juli 2005 09:21

van Dingen en Deuntjes

 
Goeiemorgen bij 'Van Dingen & Deuntjes' op de laatste zondag van de maand. In het nieuwe zendschema nu dus een uur later, van 1200 tot 1300 uur. Verder verandert er niks; er is elke maand een boeiend onderwerp dat in zo'n uur aan alle kanten hevig besnuffeld wordt.

Inge op de GrebbebergIn deze uitzending gaat het over BOMEN, BOS EN HOUT en dat doen we in drie blokken. We hebben vier interviews met mensen die er verstand van hebben èn we hebben acht stuks houterige muziek in de aanbieding. Waarom dit thema? Gewoon omdat  in het najaar bomen en bossen op zijn mooist zijn. Sla het herfstnummer van het Radio Loep- Magazine er maar op na. 

En nog wat: hout is besmettelijk. Je merkt het in de taal. Iemand ziet bijvoorbeeld wel de splinter in andermans, maar niet de balk in eigen oog. We sturen heel wat mensen het bos in en betrouwbare bronnen melden dat het aantal mensen met een 'bret-veur-de-kop' nog immer toeneemt. En let eens op bij lieden die klagen over een 'houten kop'; is er een dan vind je er meer! En of je nu wel of niet op klompen loopt, bomen, bos en hout maken deel uit van onze culturele bagage. Holland betekende van oudsher Holtland. Bos, bomen en hout, dus. 

Hout is onmisbaar in de samenleving. Van diverse soorten hout worden ontzettend veel kleine en grote producten gemaakt. Puur natuur eigenlijk. Over het hoe en wat laten we Annechienus Kok van houthandel & houtzagerij Kok te Eelde aan het woord. Hij ziet en zaagt heel wat af. 

We kennen heel wat plaatsnamen die afstammen (ook al zo'n woord) van bossen en bomen. Eext en Ekehaar komt van eik, Oosterhesselen van hazelaar en dat verschijnsel is internationaal: Oakhurst en Oakland komen de eik, La Chesne komt van kastanjeboom, Le Theil en Tilloe zijn linden-plaatsnamen. Waar vroeger bossen gekapt zijn om nederzettingen te stichten, vindt je plaatsnamen met -lo of -wold aan het eind. Van Anloo tot Zuidwolde. Onze bekende namen als ten Arlo, Taarlo of Tynaarlo duiden op vroeger bos en onze plaatsnamen met -laren herinneren ook aan gebruiksbos of bosweiden. In de naam Roden - en namen met -rode of -rade zie je het rooien van bos terug. 

Veel bossen en wouden zijn in de loop der eeuwen ook verdwenen, slechts enkele oudere bossen zijn over. Bossen op dezelfde plek, wat iets anders is dan de dezelfde bomen van vroeger. Er is wel nieuw bos bijgeplant, van landgoedbossen, stadsbossen tot de boswachterijen uit de werkverschaffing en de recente plantages van snelgroeiende hout bij Assen en Borger of de aanplant van Robiniahout bij Zuidvelde. Het duurt even voor nieuwe bossen zich ontwikkelen tot een bosgemeenschap, tot een levend bos dat een evenwichtig geheel vormt tussen opgaand hout, onderbegroeiing als struiken en de bodembegroeiing. Je mag daar wel honderd jaar of meer voor uittrekken. Dàn ongeveer tieren flora en fauna welig en kunnen de echte bosdieren en bosplanten een bestaan vinden. Het bos moet dan meer een woud zijn, groot genoeg en met een eigen klimaat. Er kunnen dan ook bijzondere planten opduiken, zoals de dennenorchis ooit deed in een naaldbos bij Westervelde bij Norg. Over de bossen in Drenthe en Groningen komt straks Ronald Sincke aan het woord, hij is bosecoloog bij Staatsbosbeheer

Oude bomen van meer dan honderd jaar zijn er hier en daar nog wel. Vooral de monumentale bomen die een bepaalde functie hadden, bleven bestaan. Ze worden tegenwoordig ook goed onderhouden. Wilem Meerdink en Gerard Vos van een boomverzorgingsbedrijf op De Punt  weten daar alles van. 

Veel houtopstanden als lanen van landgoederen als borgen en havezaten zijn vroeger gekapt. Het was een kapitaal bezit, dat bij houtveilingen veel opbracht. 

Waar echter nog zulke landgoedbossen of -lanen zijn, met forse bomen,  kun je in de gladde beukenstammen  inkervingen aantreffen. U weet wel hartjes, initialen en jaartallen. Die groene oorden bevatten zo een uitgebreid levend en staand 'locaal archief'. Ik inventariseer en fotografeer al tientallen jaren lang dit soort dingen in binnen- en buitenland. (Als alles goed gaat komt hierover begin volgend jaar een rijkgeïllustreerd verhaal in een landelijk tijdschrift).
Het kan echter nog mooier:
Will Stevens zingt erover: "Schreven in 'n Boom". 

Schrijven in bomenWill Stevens met 'Schreven in 'n Boom', ook een soort liefdeslied zou je kunnen zeggen.  De meeste boomliefhebbers gruwen van dat gesnij in boombasten. Het is geen gezicht en het is mishandeling van de boom. Er komen ziektekiemen in, de boom wordt er minder van.
Ja, soms wel en vaak ook niet. Bij al die honderden bekeken bomen met inscripties, heb ik veel oude en vitale bomen gevonden. Bij Paterswolde en bij Gieten bijvoorbeeld staan leesbare inscripties van zo'n een eeuw geleden. Bij Huis de Duinen is er een uit 1901 in een beuk tussen de rododendrons. En je ziet nog steeds waar in 1945 en 1946 de Canadezen in oostelijk Nederland hebben gevreeën: het staat in de beukenbasten gekerfd, soms met de Maple Leaf erbij gesneden. Uiteraard vooral in de buurt van hun legerkampen, materieeldepots of het hoofdkwartier tijdens en na de Bevrijding. 

Dit is nu een specifiek voorbeeld van 'iets met bomen', maar er is meer. In sprookjes, in sagen en legenden en in geloof en bijgeloof  komen veel bomen voor. Ach, denk maar aan de Boom der Kennis, met Adam & Eva in de hoofdrol. Toen ze er van aten, werden ze het paradijs uitgestuurd en  raakten ze hun onsterfelijkheid kwijt.

Onze verre voorouders hadden een diepe relatie met bomen. De hele mythologie is er van doordrongen. De es Yggdrasil nam bijvoorbeeld een centrale plaats in -in wat we nu het heidendom noemen. Nog eeuwen na de invoering van het Christendom werden speciale bomen vereerd, waarbij de eik favoriet was. De bewakers van de heersende religie namen dan hun toevlucht tot krasse maatregelen. Die heilige eik werd gekapt en verbrand en als het plaatselijk geloof hardnekkig bleek, werd op die plek een eigen christelijk attribuut geplaatst, een kruis of een kapel. Tot in de 13de eeuw gaf de kerk nog vermaningen aan lieden die hun heilige bomen bleven aanbidden. 

Zo'n levensboom, die een centrale plaats innam in oude samenlevingen, vindt je nog steeds terug. Het is nu een ijzerfiguur in het bovenlicht van deftige deuren. Ook bij geveltekens duikt dat motief op. De levensboom is nooit echt weggeweest.
Interessant is ook dat vroeger de openbare rechtszittingen op vaste plekken plaatsvonden, vaak onder linden of eiken. In Bentheim is de door linden omgeven plek nog te vinden, waar in de 17de eeuw de opstandige Münsterse Wederdopers (waaronder  'Jantje van Leiden') ter dood werden veroordeeld.

Met z'n tweeen in een boom, voor als het regent...Er zijn geweldige grote en dikke bomen. Iedereen kent er wel een paar in zijn buurt. Weet u waar de Dikke Boom bij Lieveren staat? Meet de stamomvang eens en vergelijk die met de dikste, oude eik in Europa. Die staat in Zweden en meet 13.3 meter in omtrek. Gigantisch, en wij vonden de eeuwenoude eiken in het Sherwood Forest -wat er dan nog resteert aan bos- benoorden Notttingham al zo groot. In zo'n holle eik kon je makkelijk met twee man schuilen.

Giant Sequoia in California (de auteur staat in het rode vierkantje rechtsonder...)Trouwens, in Californië vielen we helemaal om van bewondering en verwondering. De reuzen-Sequoia's daar leven nog. Ze zijn honderd meter hoog en staan al 2000-3000 jaar een beetje stug door te groeien. Echt onvoorstelbaar, maar vooral prachtig en indrukwekkend. 

Terug in Drenthe zijn er ook aardige dingen over aparte bomen te vertellen. Inwoners van onze gemeente Tynaarlo horen de geschiedenis te kennen van de Breukenboom in Yde. Het is een landelijk bekend verhaal, dus hoef ik het op de locale omroep eigenlijk niet herhalen. Als het wel een keer moet, belt u Radio Loep maar. 
Ik wil wel even wijzen op de mooie Rode of Bruine Beuken. In Paterswolde staat er een voor de voormalige ambtswoning van de burgemeester. In Ruinen en Ruinerwold was het altijd de gewoonte dat notabelen als notaris, artsen en leden van het college van B&E zo'n rode beuk in de tuin hadden - als statussymbool. Mensen die zich verdienstelijk gemaakt hadden voor de gemeenschap, kregen ook een rode beuk aangeboden. En zeker in Veenhuizen hoorde die rode beuk bij de dienstwoningen van de hoge rangen. Ze staan er nog; fiets er maar eens langs.  

In het zendgebied van Radio Loep zijn diverse fraaie oude bomen te vinden. Ik noem de grenslinde bij Midlaren maar even, want die komt niet aan bod bij de volgende interviews. De oudste boom van Drenthe wel, die staat ook in ons gebied.
Luister naar wat Willem Meerdink en Gerard Vos te melden hebben over boomverzorging. Tussen de gesprekken in hoort u
Laurel & Hardy met oude filmmuziek: Trail of the Lonesome Pine  en daarna zingt Big Jim over het hart van steen als: Wooden Heart.
Maar eerst boomonderhoud en boomverzorging: 

Doet het maar eens na: een 'Old Csardas' fluiten op twee perenblaadjes, zoals Guse Pále dat deed. Het staat op een etnografische verzamel-LP over Hongarije uit de jaren zestig. Daarvoor hoorde u Laurel & Hardy de 'Trail of the Lonesome Pine' zingen in de film 'Way Out West'. Een historische opname uit 1937, notabene op een Italiaanse 'Déja Vue' verzamel-CD. Het bekende 'Wooden Heart', een hart van steen, werd als houten hart bezongen door Big Jim. Ook weer zo apart: op de CD ‘Taste of Ireland'. En daar hèbben ze zowat geen bomen en hout; het is vooral veen en turf. Nouja. 

We hoorden hoe grote en monumentale bomen bekeken en verzorgd worden. Er is zelfs een wettelijk plicht om bomen op openbaar terrein te inspecteren op vitaliteit en kwaliteit. Ook hoorden we dat het grootschalige ruige werk in bomen met kabels, ontwateringsgootjes en diepe houtgraverijen niet meer favoriet zijn. Regelmatig onderhoud pakt beter uit. 

Dat er aandacht aan bomen besteed wordt, hoeft niet te betekenen dat er ook geregeld onderhoud gepleegd wordt. Het kost wat en je moet er verstand van  hebben. Je ziet dat soms met bomen die sterk in de belangstelling staan, toch gevaar lopen. Magische bomen, bijgeloofbomen bijvoorbeeld. De befaamde den bij Staphorst, die als magisch-geneeskrachtig werd bestempeld en veel bezoekers trok, werd door tegenstanders van dat gedoe omgekapt.

In het herfstnummer van het Staatsbosbeheer-tijdschrift staat nu een verhaal over de Koortsboom van Sint Walrick, ten zuiden van Nijmegen. Het is een eik die ruim 100 jaar oud is en waar een legende van een roverhoofdman aan vast zit. Het leidde tot een latere verering als martelaar. Op die plek hingen de bedevaartgangers lapjes in de boom voor hun dierbaren met ernstige koorts, in de hoop dat de heilig verklaarde Walrick en Willibrord hulp konden bieden. Ondanks die belangstelling dreigde de boom in 1986 toch gesloopt te worden, vanwege een gebouw ernaast. Maar gelukkig, nog steeds knopen bezoekers lapjes in de bomen. 

Goed, we moeten van de bomen naar de bossen toe. Laten we eerst maar vaststellen dat een verzameling bomen op zich, nog geen bos is. Een bos echter bestaat wel uit een hele verzameling bomen, die samen een eigen leefmilieu vormen, een bosbiotoop. Per type bos zit daar nog weer verschil in. Het maakt nogal wat uit of je in een oud beukenbos op kalkbodem bent -zo'n Frans jachtwoud van een of andere edelman- of in een strubbenbos achter Zeyen, Anloo of Schipborg. Ook het Noordlaarderbos is toch anders van karakter dan de Staatsbossen bij Ellertshaar, bijvoorbeeld. 

Wij leerden op cursus dat je voor het bosbeheer altijd vier vragen aan het bos moest stellen. Als analyse: Wie ben je? en Waar kom je vandaan? Dan krijg je de bostypologie. Dan: Waar ga je naar toe?, wat de groeiplaatstypologie oplevert en tenslotte: Waarheen wil ik, dat je gaat? Dan kom je aan het bosdoeltype toe.
Nou, dat laatste is hier sterk veranderd. Van productiedoel, met pure houtteelt zijn we naar multifunctionele bossen gegaan. Bosaanleg voor windbeschutting gebeurt ook niet meer. De vroegere windschutbebossing worden in grote natuurterreinen juist weer weggehaald, zoals bij Appelscha en zoals men op de Waddeneilanden nu wil.
Een ander voorbeeld... 

De begin deze eeuw  aangelegde bossen om mijnhout voor de Nederlandse steenkoolmijnen te leveren waren net groot genoeg om te kunnen produceren, toen de mijnen werden gesloten. De strubbenbossen bij de Drentse dorpen, die eikenschors voor de run voor de leerlooierij en talhoutjes voor de oven van de warme bakker leverden, zijn ook al lang geen gebruiksbos meer. 

Bosbeheer en bosplanning is een wetenschap geworden, waarmee je altijd werkt met erfenissen uit het verleden. Alleen al qua bodemopbouw en vroeger bosgebruik. Hoe het met de bossen in Drenthe staat, wat er mee gebeurt en wat nou een echt interessant bos is, hoort u van Ronald  Sincke. Hij is bosecoloog bij Staatsbosbeheer regio Groningen-Drenthe.
We gaan er met muziek van 't Kliekse naar toe, getiteld: 'Ik ben naar 't bosch'.
 

We gingen met 't Kliekske instrumentaal 'naar 't bosch', alwaar Ronald Sincke met ons even door de Drentse bossen ging... Daarna kwamen de dames uit Molln, de Viasteiga Schwegler, die op hun houten fluiten de Mühlbacher Holzmusikmarsch speelden. Die originele houtfluiten heten Schwegel of Seitelpfeife. Het instrument is al honderden jaren bekend in het Alpengebied, maar je hoort het nu voornamelijk in Tirol en in Salzkammergut. En hout is en blijft een materiaal dat je in veel soorten muziekinstrumenten aantreft. 

Ons verhaal is van de bomen via het bos al naar het hout toe gegaan, maar we blijven even in het bos. Vooral omdat een gaaf en gezond bos een levend en organisch geheel is. Een bos heeft een binnen- en een buitenkant met een verschillend klimaat. Een bos kent ook een specifieke dierenwereld. Zelfs elk stadium van een bos, van jonge fase tot aftakelend volwassen bos, kent eigen zoogdiersoorten.

Weet u wat typische bosbeesten zijn? Wat voorbeelden: de dwergspitsmuis is vooral gecharmeerd van opkomend bos, terwijl de eekhoorn het beste kan leven in een volgroeid bos. De rosse wolmuis is een echt bosdier van een gesloten opgaand bos, terwijl notabene de bosmuis liever een iets opener terrein heeft. De boommarter moet een volgroeid bos hebben met ook dode bomen; in elk geval bomen met nestholten, waar-ie in terecht kan. Tot slot het wilde zwijn, een bosbeest dat veel en dicht struikgewas nodig heeft als dekking en rustgebied. Boomzaden als eikels en noten vormen zijn voedsel, vooral in de rijke 'mastjaren'. 

Het is ook niet voor niks dat de boeren in vroeger tijden hun vee en vooral varkens loslieten in de bossen. Het was niet best voor de bosgroei, want jonge aanwas ging ook op. Tegenwoordig kampen bosbazen met vraatschade door een te grote wildstand. In de Duitse Alpen zei een collega van het nationaal park Berchtesgaden het zo: "Vroeger kwamen de trofeejagers die binnen drie dagen een hert moesten neerleggen. Meer tijd hadden ze niet, dus de wildstand werd kunstmatig hooggehouden. Nu het beheer wat natuurlijker mag, kan het wel drie weken duren voor je een hert ziet". De flauwekul van jagen voor de lol, om trofeeën te schieten, de geweien aan de muur, wordt geleidelijk aan uitgebannen. 

Volgekraste boomOja, er is nog een soort flauwekul dat met bomen, bos en vooral hout te maken heeft. Het komt ook uit Duitsland en Oostenrijk. Er zijn meubelmakers en houthandelaren die beweren dat hout dat bij volle maan geveld is, beter en sterker is. Ze adverteren ermee. In het vakblad 'Holzkurier' publiceerden onderzoekers in 1997 wat langjarig onderzoek had opgeleverd. Bestaat Maanhout of 'Mondholz' met betere kwaliteiten? Nee dus, absoluut niet. Het is bijgeloof en zulke advertenties zijn bedrog. De houtkwaliteit is niet afhankelijk van de kaptijd; het volle maanverhaal berust op overlevering en er is geen bewijs voor. Het enige wat uitmaakt hoe de houtkwaliteit uitpakt van geveld hout,  is hoe het hout gewaterd, gedroogd, opgeslagen en bewerkt wordt. Dat is dus gewoon vakwerk.
Het wordt tijd dat we een vakman aan het woord laten. Ik praat met Annechienus Kok van Houthandel en Houtzagerij Kok te Eelde. 

Hij is niet bijgelovig, maar klopt het wel af op hout: Knock on Wood, door Eric Clapton. Hij sloot het verhaal van Annechienus Kok af. Dat zal vol van hout en houtproducten en het gebruik ervan, van schaakstuk en restauratie van koetsen tot originele landhekken met 'wring'. 

Waar we niet over gehad hebben was het houttransport. Ja, nu worden bomen vervoerd per vrachtwagen. Zelfs reuzenstammen tropisch hardhout uit de Groninger zeehavens zie je over de A28 zuidwaarts gaan. 
Hier ten lande is het eenvoudig. Paarden of een trekker slepen hout uit en vroeger ging het per mallejan verder. Twee hoge wielen, waaronder de boom kon hangen. Mal ding, zo'n mallejan - het zijn museumstukken geworden. 

Bij grote hoeveelheden hout dat uit wouden vrijkomt, gaat het anders. Vooral als het terrein ontoegankelijk is. Per speciaal kabelbaantje wordt nu bijvoorbeeld gletsjeschade-hout van afgelopen winter van de berghellingen naar het dal gevoerd. Vandaar gaat het over de weg naar de zagerijen. 

In de tijd toen Nederland veel hout uit Duitsland betrok, is een groot houtvolume per vlot de rivieren afgezakt. Grote boomstammen, mastbomen eigenlijk, heten in Duitsland nog immer 'Holländer'. In de 16de en 17de eeuw kwam veel boomhout via de rivieren hierheen. In de 18de eeuw waren er zelfs 'Holländer Holz-Floss Compagnieën'. Op het hoogtepunt van de handel kwam jaarlijks 150.000 kuub hout de Rijn afzetten, gebundeld in 10 tot 15 gigantische houtvlotten. Ze werden gevaren door speciaal gebrevetteerde kapiteins en stuurlui, en een ploeg roeiers. Al dat volk bivakkeerde de gehele reis stroomafwaarts op het drijvende vlot. Op de rivier de Weser is dat houttransport met boomstamvlotten pas in deze eeuw tot een einde gekomen. Het laatste commerciële riviervlot dreef begin jaren zeventig de Weser af.
(Zelfs op kleine rivieren is vroeger hout per vlot ingevoerd. In de Achterhoek ging het via de Berkel. In het jaar 1655 kwamen in Zutfen over de Berkel 118 schepen en 142 houtvlotten aan!) 

Er is nóg een eigenaardige manier om (vooral) naaldhout massaal af te voeren. Het is historie (van de 17de eeuw tot deze eeuw 1937) maar je kunt de resten zien in sommige bergstreken. Men bouwde een stuwmeer met een dam in een bergkloof of smal dal. Alle gevelde hout kieperde men in het meer. Als het zover was, trok men grote openingen in de stuw open, zodat een zondvloed aan water vrijkwam met alle hout erin. Dat kwam ergens onderaan bij een rivier of in een dal terecht, voor verder transport of verwerking.

Zulke 'Holztriften' in de bergen waren massale gebeurtenissen; het beekdal werd vrijgemaakt van begroeiing want die kunstmatige overstromingen zaten vol met hout. In Oostenrijk hingen zelfs bosarbeiders aan berghellingen boven de beek vastgeketend om met lange 'Fletzhaken' opstoppingen van stammen en palen te voorkomen. Met trompetsignalen werden ze gewaarschuwd dat de zondvloed er aan kwam. De bergbeek kon ineens meters stijgen, volgepakt met boomstammen die met dodelijk geweld omlaag donderden. In 1937 was de laatste Trift.

Zo'n stuw is een 'Klause'. In Ober-Österreich in het nationaal park Kalkalpen is d'r wat van te zien. (De Borseeklause is in 1996 gerestaureerd.) In Reichraming, ten zuiden van Steyr, is in het Forstmuseum alles te zien over deze bos- en houtgeschiedenis.
In de Solling, Weserbergland, tussen Holzminden en Einbeck liggen twee stuwmeertjes in het bos verborgen. Ze zijn aangelegd voor de Holztrift in de 17de en 18de eeuw. Zo'n leuk bosmeertje met zo'n gewelddadige historie… 

En terwijl u de band van Gabe Chen hoort met 'Knien in 't holt', oftewel 'Rabbit in the Log', vertel ik u dat we aan het eind zijn van dit uur over Bomen, Bos en Hout bij  het  programma 'Van Dingen & Deuntjes'. 

De productie, samenstelling en presentatie gebeurde door Jan Tuttel. 
Dankzij het knoppen- en schuivenwerk van Peter Huitsingh, die de techniek deed, kwam dit programma bij u thuis terecht.

Bij de muziekkeuze assisteerden Henri Kremer, Roel Boerma en Han Tuttel. U kunt de teksten nalezen op internet. Direct na de uitzending verschijnen ze op www.tuttel.com/dingen&deuntjes

Volgende maand gaat dit programma op de laatste zondag van twaalf tot een, over DRINKEN & DRANKEN. Oktober is de wijnmaand, maar we hebben het dan over waters, wijnen en sterkere dranken.

Bedankt voor het luisteren en tot volgende keer. 

Blijf luisteren. Komend uur krijgt u beluisterenswaardige muziek door Huub Bremmers.

Dag.

 
 

 

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.