INDEX 

van dingen & deuntjes

reisverhalen

natuur en landschap

naamkunde

Drentse Aa

volkskunde

paasvuren

Harmjan van Steenwijk

vliegwerk

eem kiek'n

in de smiesterd

wie is wie

gastenboek

over de Tuttels

email Jan Tuttel

email Harmjan van Steenwijk

email WebMaster



Freak ProductionsFreak Productions

Bezoekers:

 

 

laatste update: 24 juli 2005 09:36

van Dingen en Deuntjes

 
Goeiemorgen, laatste zondag van de maand toch al weer, met 'Van Dingen & Deuntjes'. Het ontspannen informatief programma met elke maand een eigen thema. Teksten, muziek, interviews hebben daar alles mee van doen. Deze aflevering in april (bevrijdingsmaand in onze contreien) is gewijd aan OORLOG & VRIJHEID.

Nou, dat is nogal wat voor een zondagochtend.
Of het niet zonder 'oorlog' kan? Vrijheid alleen is al genoeg. Ja, als dàt zou kunnen - maar de geschiedenis leert dat vrijheid nooit uit de lucht is komen vallen. Je had en hebt vrijheidsstrijders, vrijheidsliederen, vrijheidsoorlogen en na een bezetting of een onderdrukking door een 'vreemde macht', komen er 'bevrijders'. En dat is vaak wel een leger of een strijdmacht.
Vandaar het gecombineerde thema Oorlog & Vrijheid. Niet omdat het leuk is. Wel omdat het een stukje van onze wereld is, en deel uitmaakt van de dagelijkse werkelijkheid.
Kijk maar om u heen: de ouderen zijn van 'voor de oorlog', ik ben in de oorlog geboren en al het jongere volk is dan de na-oorlogse generatie. Het begrip oorlog zit al vastgebakken voor je d'r erg in hebt.

Afgezien daarvan is het gewoon interessant om te zien hoe volken of gebieden vrij werden. Of hoe oorlogen van vroeger nu nog grenzen bepalen. Of nieuwe steden en dorpen hebben opgeleverd.
U dacht toch niet dat Nieuweschans een gewone 'Grunneger' plattelandsnederzetting was? Het is een vroegere verdedigings-sterkte, gesticht voor militaire doeleinden. Weliswaar een paar honderd jaar geleden, maar in het landschap zijn evengoed ook resten te zien van de laatste oorlog.

In de gemeente Eelde/Vries/Zuidlaren liggen 'tankgrachten' en bunkers. Net als de oudere schansen en de nog oudere waterburcht (sporen daarvan in elk geval), zijn het overblijfselen die met oorlog en vrijheid te maken hebben. Strijd en krijg zijn van alle tijden.

Neem nou bijvoorbeeld een oude oorlog, uit de geschiedenisboekjes, zoals de Tachtigjarige Oorlog.
Elders in Europa vochten ze tegelijkertijd de Dertigjarige Oorlog. In 1648 kwam de Vrede van Münster, ook bekend als de Westfaalse Vrede, die een eind maakte aan beide oorlogen. Dit jaar (1998) wordt het jubileum 350-jaar Vrede van Münster landelijk herdacht.
Nee, gevierd moet ik zeggen, want toen is de vrije Staat der Nederlanden geboren. Wij hebben ook onze eigen vrijheidsstrijd of onafhankelijksheids-oorlog gekend, net als Afrikanen, Joden, Amerikanen, Denen en alle anderen die nog met de wapens in de hand rondlopen.
En weet u wat dan opvallend is? Elke vrijheidsstrijd, elke oorlog levert liederen en muziek op: vrijheidsliederen, volksliederen, strijdliederen, marsmuziek, treurmuziek, ballades, folksongs, eigen dansmuziek en zelfs liefdesliedjes. Een aparte categorie zijn de soldatenliederen.
Daarvan laat ik er twee horen, waarvan een in de gekuiste versie. Of het andere lied onkuis of onkies is, hoor ik nog wel van u. Het past in elk geval helemaal in het thema Oorlog en Vrijheid.

Wat staat er dit uur te gebeuren?
Na een muzikale heldenreportage over the Battle of New Orleans, hebben we het over de achtergronden van oorlogen en soorten oorlogen.
Wat zit er achter? We kijken om ons heen en we kijken terug. Dat kunnen we in alle vrijheid doen. En we kunnen het in alle vrijheid op een radiozender brengen. In het grootste deel van de wereld kan dat niet.
Daarna draaien we een strijdlied, waarbij jonge kerels opgeroepen wordt het werk in de steek laten om de vijand aan te pakken. U hoort straks wel hoe actueel het ineens is.

Vervolgens gaat het om de krijgsdienst. Het vak van krijger, strijder of soldaat is oeroud. Het heeft bijvoorbeeld sporen nagelaten in de taal. Iedereen neemt militaire termen in de mond.
Ook plaatsnamen en familienamen hebben hun oorsprong in de sector strijd en krijg. Jan Boneschansker uit Eelde legt uit hoe dat bij zijn familie is gegaan.

Daarna volgt een schitterende ballade over de onzin van oorlog, gebaseerd op de Amerikaanse Burgeroorlog. In dat licht bekijken we de historie. Wat hebben oorlogen opgeleverd? Wat betekent die Vrede van Münster voor ons.
En waarom vergeet iedereen de Slag bij Heiligerlee? Dat was notabene het begin van die Tachtigjarige Oorlog!

Muzieknummer 4 gaat ook over de Amerikaanse Burgeroorlog, een lied uit een soort 'rockopera' over de verwoestende gevolgen, en over het hardvochtig en 'uitbuiterig' gedrag van de overwinnaars...

Al met al is het soort krijgsgeweld ingrijpend veranderd. De politieke situatie is veranderd. Ook het leger verandert mee.
In Nederland zijn de dienstplichtigen naar huis gestuurd. We hebben een beroepsleger gekregen. Adjudant Jan Pot te Havelte vertelt wat er is veranderd en wat er wel of niet gaat gebeuren in Noord-Drenthe.
Na een tiental telefoontjes en enkele faxen is hij door de Legervoorlichtingsdienst in Den Haag aangewezen als militair zegsman om mijn vragen te beantwoorden.

Daarna is het hoog tijd voor enkele soldatenliederen. Eentje is ooit verboden geweest om in het leger te zingen.
Daarna loopt het programma al naar zijn eind. We gaan nog wat eigenaardigheden langs, tot de 'Drums en Pipes' van een Schots bataljon ons roepen. Er zit een verhaal aan die combinatie doedelzakspelen en oorlog voeren, of zelfs een vredestaak uitvoeren.

Maar we beginnen in 1814: The Battle of New Orleans, door the Brothers Four.
Een opgewekt verhaal uit de oorlog tussen Amerikanen en Engelsen, amper dertig jaar nadat Amerika zich onafhankelijk van Engeland had gemaakt.
Dit kwam door een conflict over de handel overzee, het niet nakomen van afspraken door de Engelsen en doordat de Engelsen openlijk opstandige Indianen bewapenden. Deze oorlog duurde drie jaar. De Britten werden te land en op zee verslagen en trokken af. Hun invloed in het voormalige koloniaal gebied was gebroken.

In die periode was Europa al in oorlog, waarbij Frankrijk en Engeland elkaar bevochten om de wereldheerschappij.
Hun koloniën speelden ook een rol. Napoleon werd verslagen in de Volkerenslag bij Leipzig (wat toen al meer dan 100.000 doden en gewonden kostte) en moest in 1814 naar Elba vertrekken. In 1815 komt Napoleon weerom, vormt een nieuw Frans leger en trekt ten strijde.
In juni 1815 delft hij toch het onderspit in de Slag bij Waterloo.

Na het grote Wener vredescongres van 1814/1815 komt er een evenwicht tussen de vijf grootmachten.
Landen, staatjes en eilanden worden verdeeld, enkele koninkrijken hersteld en de invloedssferen van macht worden vastgelegd.
De voormalige Franse keizer wordt voorgoed gedeporteerd naar het oceaaneiland Sint Helena.(Een verbanningsoord waar de Engelsen later in de Boerenoorlog in Zuid-Afrika ook zoveel mogelijk gevangengenomen gezinnen van opstandige Boeren -v.m. Nederlandse kolonisten- naar toe schopten)

Waarom voeren mensen oorlog?
Hoe ver je ook terugkijkt in de historie en waar je ter wereld ook kijkt, er is altijd wel eens oorlog gevoerd. En nog: wie het nieuws volgt weet waar grote en kleine oorlogen plaatsvinden. En waar over vrede gepraat wordt.

Het antwoord op die vraag vinden we in de historische en in de militaire standaardwerken. Paul Keegan zegt in zijn boek 'A History of Warfare' (verschenen in 1993) dat oorlogvoeren zo oud is als de mensheid. Voor er staten bestonden, of de diplomatie was uitgevonden, vocht men al om van alles en nog wat. Ideeën, geloof, bezit, macht èn om het vechten zelf. Hij zegt concreet (vrij vertaald):
"De geschiedenis herinnert er ons steeds aan, dat de naties waarin we leven, hun instituties, hun manier van leven en zelfs hun wetten ooit tot stand gekomen zijn door conflicten, vaak zelfs van het meest bloeddorstige soort."

Het blijkt dat reguliere legers altijd wel gebruik maakten van huurlingen of van een soort bendes van vechtlustig tuig om de rotkwarweien op te knappen.
Een 'nette' oorlog bestaat niet. Per cultuur zat er verschil in oorlogvoeren. De Kozakken deden het anders dan de Pruisen, de Indianen weer anders dan de Amerikanen.
De Noormannen bijvoorbeeld rampokten bij hun invasies hele kustgebieden. Zulke invallen leidden tot het opwerpen van versterkingen ter verdediging.

Zo ontstonden de eerste burchten in Europa, een systeem dat de legers van de Kruisvaarders in de middeleeuwen meenamen naar het Nabije Oosten.
Deze eeuwenoude Kruisvaarders-kastelen in barre woestijn- en berggebieden bestaan nog, vaak als ruïne. Soms zijn ze in latere oorlogen weer als steunpunt gebruikt, want het waren strategische punten. In tegenstelling tot het heersende Disneysprookjes-idee zijn kastelen van origine geen romantische oorden.

Stenen en aarden versterkingen maakten deel uit van de wijze van strijden en van krijg voeren. Bij de technische ontwikkeling, van pijl en boog via musket naar machinegeweer en kanonnen, gingen zulke versterkingen mee.
Militaire handboeken spreken van 'een voortdurende dialoog' tussen aanval en verdediging.

Toen begin deze eeuw tanks en vliegtuigen meededen, moest men daar een verdediging tegen zien te vinden, zowel technisch als strategisch.
Mensen die in dienst geweest zijn, weten wat een ABC-training is: een oefening in verdediging tegen een oorlogvoering met Atoom-, Bacteriologische en Chemische wapens. De nieuwste ontwikkeling is de electronische oorlogsvoering, zoals in de Golfoorlog operationeel is toegepast.

De wijze van oorlogvoeren is heel anders dan vroeger. Toen ging men 's winters naar huis en begon in het betere seizoen weer met veldtochten en belegeringen.
In de Tachtigjarige Oorlog werkte men men vaste slagorde-opstellingen van de troepen. De Great War 1914-1918 was een loopgraven-oorlog met vaste stellingen, die soms verloren werden en dan weer moesten worden terugveroverd, ten koste van weer zoveel doden.

Eerst in de Tweede Wereldoorlog werd het aanvalssysteem van snel oprukkende en doorstotende troepen, de Blitzkrieg, gehanteerd. Als zoiets niet ineens lukt, onstaan grote problemen, wat de Duitsers in Rusland hebben ondervonden.

Latere conflicten zoals de Vietnamoorlog en de Golfoorlog waren vooral technisch georienteerd. Raketten vonden zelf hun doel en vijandelijke radar en andere communicatiemiddelen werden eerst van de wijs gebracht, voor er een aanval ondernomen werd.

Maar toch: oorlogen voor welk doel dan ook, worden gevoerd door mensen. Afgezien van de beroepsmilitairen worden soldaten geronseld, of als dienstplichtigen opgeroepen.
Zodra er een ideëel tintje aan gegeven wordt, om reden van vaderlandsliefde, verdediging of verbreiding van geloof of een vrijheidsstrijd, zie je dat de noodzaak van het vechten vaak wordt bezongen.
Strijdliederen wekken jongemannen op om zich te melden voor de strijd. Luister naar het lied van de eenvoudige boerenjongen, die zijn werk in de steek moet laten om voor Ierland te gaan vechten.

Paddy Noonan and his Grand Band brengen, dertig jaar geleden in een Ierse kroeg in New York, het IRA-lied 'the Jolly Ploughboy'
Opgenomen in de partyroom van 'John Barleycorns' in New York en u hoorde hoe de 'echo van the Thompsongun', 'the short revolver' en het kanongebulder bezongen werd.

Het vrolijke boerenjong moest bij de IRA dienst nemen: 'the IRA is fighting for a land the traitors sold'.
De huidige IRA wordt tegenwoordig als een terroristenbeweging beschouwd, maar ze hebben altijd kunnen rekenen op steun en financiën van de Ieren in Amerika. Dit is dus ook een strijdlied gezongen door Amerikaanse Ieren.

In welk leger iemand ook diende, als huurling, soldaat van een geregeld leger, als rebel in een vrijheidsoorlog of gewoon opgeroepen als landsknecht voor de verdediging, hij beoefende het vak van strijder of krijger, van soldaat.
Bepaalde volkeren en culturen kenden aparte lieden die als krijger dienden. Deze beroepsgroep stond vaak in hoog aanzien. Er rustte nogal een verantwoordelijkheid op hun schouders.
Het is ook geen wonder, dat er veel uitdrukkingen uit de krijgskunde, van zowel aanval als verdediging, in het taalgebruik terechtgekomen is. En omdat soldaat of krijger een beroep, een vak was, zijn er ook beroepsnamen gekomen die later als familienaam een eigen leven zijn gaan leiden.

In de gewone taal kennen we voetbal als 'oorlog', met aanvallen en verdedigen. Meteorologen gebruiken oorlogstaal als ze over 'fronten' spreken, een lijn met atmosferische gevechten tussen twee verschillende luchtsoorten.
Dat klopt ook, want de weerkundigen van de 'Noorse school' die de 'frontentheorie' opstelden hadden de vechtzones -fronten- tussen de legers uit de Eerste Wereldoorlog voor ogen.
Nouja, je kunt 'op de bres staan' voor iets, of juist ergens 'een bres in slaan' - uitdrukkingen bij de belegeringen van kastelen en vestingen.

Eén oorlog heeft veel effect gehad in onze taal en voor de naamgeving.
Dat is de Krimoorlog van 1853-1856, een geweldig bloederige oorlog waar veel machten bij betrokken waren. Florence Nightingale begon daar met de hulp aan gewonden, waaruit later de Rode Kruis-organisatie voortkwam.
Voor het eerst in de geschiedenis waren er oorlogscorrespondenten voor de kranten bij de oorlog aanwezig.
Heel Europa leefde dus mee. Dit leidde tot de uitdrukking 'het lijkt de Krim wel' als ergens geregeld ruzie was. Zo bestaan er nog tientallen buurten en dorpen in Nederland, die naar De Krim vernoemd zijn. Het begrip 'verweg' kwam tot uiting in de naam 'Sebastopol' zoals bij een boerderij in Dalerpeel in Drenthe.

Opmerkelijk genoeg hebben vijf jaar bezetting door de Moffen (zoals mijn vader steevast zei) in de laatste oorlog veel minder gevolgen voor de taal gehad. Er is maar één Duits woord ingeburgerd geraakt. Namelijk 'bunker' dat het oude woord kazemat heeft verdrongen. Verder niks!

Familienamen ontleend aan militaire beroepen inclusief verdedigingswerken zijn onder meer Trompetter, Corporaal, Wachtmeester, de Ruiter, Krijgsman, Wachter en Wegter, Landweer en Lauerman, maar ook Koerkamp.
Kur is een Duitse term voor wachttoren.

Plaatsnamen of veldnamen ontleend aan militaire werken zijn bijvoorbeeld 'de Rondute' bij de Blauwe Hand (van Redout of Reduite), Montfoort (als mont fort, is 'sterke burcht' uit de 12de eeuw), Culemborg (naar een 13de eeuws kasteel) alsmede het Eelder toponiem Luchtenburg (ook verbasterd tot Luxemburg) slaat op een oude burcht.
En op hun beurt kunnen dáár weer familienamen van afstammen. Hoe, dat vertelt Jan Boneschansker uit Eelde.

**text Jan Boneschansker:
"Mijn familie komt van de Booneschans, die in 1589 is aangelegd door Alfred Evert Booner.
Deze aarden versterking ligt ten oosten van Oudeschans. Later kwam er een stenen huis te staan.
In 1628 besloot men tot de bouw van een andere schans, de Nieuweschans.

De Boonerschans raakte in onbruik, hoewel in 1672 nog een schermutseling plaatsgreep. Daarna zijn geen heldenfeiten meer bekend.
Mijn familie woonde in dat stenen huis tot in de vorige eeuw. Daar is de familienaam aan ontleend. Het wonen aan de rand van Groningen, op de grens met Duitsland had wel voordelen.
Mijn familie schijnt heel vroeger aardig verdiend te hebben aan smokkel over de grens."

U hoorde het verhaal van 'the Union Mare and the Confederatie Grey', uit de muzikale productie 'White Mansion- a tale of the American Civil War 1861-1865', op een LP uit 1978.
Het is een schitterende ballade, die de onzin van een zogenaamd vrolijke oorlog bezingt.

Twee cavaleriepaarden, een merrie van het Noordelijk leger, the Union, en een grijze van het Zuidelijk leger, the Confederates, scharrelen wat rond in de warme zon, besnuffelen elkaar en hebben grote lol samen.
Hun berijders, soldaten, cavaleristen, liggen dood op het slagveld.
De zanger-verteller in dit muziekstuk over de Amerikaanse Burgeroorlog vraagt zich af, of we niet beter een voorbeeld aan de paarden kunnen nemen in plaats van door te gaan met het doodschieten van mekaar.

Oorlogen, ook als ze met vrijheid te maken hebben, brengen dood en verderf.
Deze oorlog in Amerika, midden vorige eeuw, zorgde wèl voor de bevrijding van de zuidelijke negerslaven. Van de 3,5 miljoen zwarten verliet het merendeel de katoenplantages in het verwoeste zuiden en trok naar de Noordelijke Staten.

Vrij maar arm en zonder woonplaats, zonder werk. De oorlog die hun vrijheid bracht, zorgde niet voor een oplossing van hun problemen.
Zelfs honderd jaar later was er nog geen sprake van enige rassenintegratie in de Verenigde Staten van Amerika. Dominee Marten Luther King deed meer voor hun zaak dan welke oorlog ook.

Strijd en krijg brengen natuurlijk wel een en ander teweeg. Via onderhandelingen worden de gevolgen later vastgelegd.
Na oorlogsperioden kunnen grenzen anders komen te liggen en kunnen politieke systemen veranderen. Zoals een koning- of keizerrijk dat een republiek wordt of als er compleet nieuwe staten tot stand komen. Maar elke verandering kan alleen bestendigd worden als er voldoende politieke steun komt van de grootmachten, die hun eigen belangen immer in het oog houden.

Oorlogen hebben wel grenzen veranderd.
De grens tussen Denemarken en Duitsland, in Sleeswijk-Holstein is pas na veel gedonder vastgelegd. Er liggen nu drie oorspronkelijk Duitse steden in Denemarken, terwijl een Deenssprekend deel in Duitsland terechtgekomen is.
Weliswaar na een volksraadpleging, maar er ligt nog steeds een oude Deens verdedigingslinie, de Dannevirke, in Duitsland.

De Belgische grens met Nederland is een ingewikkelde puzzel, als je denkt aan de enclaves Baarle-Hertog en Baarle-Nassau.
Ik kom op de Tiendaagse Veldtocht tegen de Belgen nog terug. U weet wel, die oorlog waarin van Speyck zei 'Dan liever de lucht in' en zich met zijn oorlogsschip bij Antwerpen opblies.

Oorlogen laten ook landschappelijke herinneringen na. We hebben de schansen, als Boneschans, Oudeschans en Nieuweschans al gehad, maar er ligt ook een klein schansje bij Deurze, tussen Rolde en Assen.
Dat is het van Galenschansje, waar de tent van Bommen-Berend, de vorstbisschop van Münster, Christoph Berndt van Galen, gestaan zou hebben tijdens het beleg van Groningen. Trouwens, nog een gevolg: die stad-Groninger vrije dag op 28 augustus heeft men ook te danken aan die oorlog.

Verder telt Noord-Nederland nog goed gerestaureerde aarden versterkingen uit vroegere oorlogen als de Zwartendijkster- of Eenerschans, de Emmerschans en de Katshaarschans bij Coevorden. Om van de vesting Boertange maar niet te spreken.
Als u deze zaken meer wilt weten, is het goed geïllustreerd boekwerk 'Vestingen en Schansen in Groningen - eeuwenlang de hoeksteen van de Nederlandse defensie' een aanrader.

Zulke overblijfselen als verdedigingswerken uit vorige perioden van strijd en krijg hebben hun functie verloren. Dus wat moet je ermee? Alles monument maken, of natuurmonument?
Het gebeurt met kastelen en forten van de Hollandse Waterlinie. Komend jaar verschijnt er een boek over deze kwestie, onder auspiciën van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.
De projectleider vertelde me dat de werktitel voorlopig luidt: Leuren met Linies.

De laatste oorlog bij ons, de Tweede Wereldoorlog heeft restanten nagelaten van het grote vliegveld bij Havelte, 'Flugplatz Steenwijk' genaamd, van het voormalige vliegveld Peest (met de z.g. 'Hitlerring') en van de verdedigingslijn met de naam 'Friesland Riegel'. De laatste lijn lag tussen het Eemskanaal en de IJssel en bestond in Drenthe, tot aan de Smildervaart uit gegraven tankgrachten en loopgraven. Dat stuk heette de Assener Stellungen.
Restanten van de Tankgracht, monumenten eigenlijk, zijn herkenbaar op het Balloërveld, in 'de Vijftig Bunder' bij Zuidlaren, in het Asserbos en bij Smilde.

Wie toevallig in Normandië bij Omaha-beach, op de grote Amerikaanse erebegraafplaats komt, ziet op de kaart van de Geallieerde opmars die 'Friesland Riegel' als Duitse linie aangegeven.

En voor we weer wat laten horen van 'White Mansion' over de Amerikaanse Burgeroorlog, nog iets ver onze eigen vaderlandse strijd voor onafhankelijkheid. Iedereen vergeet dat.
In Noord-Nederland is notabene de Tachtigjarige Oorlog begonnen, de strijd tegen de Spaanse overheersing.
Toen we een arme kolonie waren, onder de knoet van de Roomse Spaanse koning en zijn bezettingsmacht met legeraanvoerders als Alva en de hertog van Parma! Op 23 mei 1568 vond de Slag bij Heiligerlee plaats, het eerste treffen tussen de opstandelingen rond de Prins van Oranje en de Spaanse troepen. Het begin van de Tachtigjarige Oorlog, die eindigde met de Vrede van Münster in 1648.

De nieuwe staat de Republiek der Nederlanden werd officieel door de Spaanse Koning en de Duitse keizer erkend. Die Vrede van Münster wordt nu, in het vredesjaar 1998 herdacht en gevierd. U hoort er meer van.

Wij horen eerst muziek, te beginnen met de roep van de legeraanvoerder om kanonnen. De geesten van de gevallenen antwoorden hem.
Dan volgt een ballade over wat er na een oorlog voor ellendigs over het land komt: Uit 'White Mansion' nu 'Bring up de 12 Pounders', gevolgd door 'They Laid Waste to Our Land').

De Amerikaanse Burgeroorlog met 'Bring up the 12Pounders' en 'They Laid Waste To Our Land', van de LP White Mansion. U hoorde commentaarstem het drama vertellen, waaraan het overwonnen Zuiden ten offer was gevallen.

Ik wil nog twee gebeurtenissen vertellen, die de halve wereld hebben veranderd. Wij merken dat nu nog aan dagelijkse dingen. Luister.

Nadat Columbus Amerika ontdekt had, trokken er avonturiers en soldaten op af. Het nieuwe land was van de Spaanse koning.
Alles was nog niet ontdekt, zoals het binnenland en het bergland. In 1532 trok Pizarro met een bende 'conquistadores' (veroveraars) vanuit Panama naar het zuiden. Langs de kust en langs de Andes.
Hij veroverde het hele Inca-rijk met wreed wapengeweld en geholpen door de nieuwe ziektes als mazelen, cholera, influenza en pokken. Massa's inboorlingen stierven. Het gebied wat nu Peru, Ecuador, Paraguay, Columbia, Bolivia en Chili is, viel in Spaanse handen.
Piazarro drukte er het stempel op van taal religie en ras. Men spreekt Spaans, is Rooms Katholiek en in Peru is driekwart van de bevolking van gemengd bloed.

Wat die veroveringsoorlog voor ons betekent, op de laatste zondag van de maand? We eten aardappelen.
Het is van oorsprong een wilde plant van het Andesgebied, Spaans koloniaal territorium.

De andere kant van de wereld, Oost-Azië, enkele eeuwen later.
Midden vorige eeuw begon Japan zich geleidelijk aan te ontwikkelen en te moderniseren. Ze zochten politieke allianties met de toen grootste zeemacht ter wereld, de Engelsen.

In 1902 werd een verdrag gesloten dat beide landen van pas kwam. De nieuwe macht had Korea en China al klappen verkocht, maar het machtige Rusland van de Tsaar voerde begin 1900 ook een machtspolitiek in Azië.
Het kwam tot een ontknoping in een grote zeeslag in 1905, de Slag van Tsoesjima, in de zeestraat tussen Japan en Korea.
De Japanse admiraal Togo won de slag, waarmee Rusland ineens geen zeemacht meer was. Het was een klap die meehielp om Rusland te nekken. In 1917 zorgde de Russische revolutie voor het einde van het Tsarenrijk. Het machtsevenwicht in Azië was voorgoed veranderd.

Japan groeide en wat erger was, binnen één generatie vochten ze nog in twee oorlogen.
Onverzoenlijk, fanatiek, geen mededogen met de verslagen vijand. In de Tweede Wereldoorlog kwam dat tot uiting bij de Slag om het eiland Okinawa. Op elke dode Japanse soldaat sneuvelden er tien Amerikanen.
Het vooruitzicht om zo in Azië nog een massa eilanden te moeten veroveren, stond de legeraanvoerders niet aan. Het is één van de overwegingen geweest om de atoombom op Japan te gooien, om snel een einde aan de oorlog te maken.

Nu is Japan nog steeds een wereldmacht. Je kunt dat op je vingers natellen, maar de 'zakjap' is sneller.

Admiraal Togo had een voorsprong in de zeeslag. Hij benutte technische vernieuwen.
Zijn schepen hadden onderling radiocontact, de Russische vloot werkte nog met vlaggeseinen. Daarnaast was er een duidelijk vijandbeeld, de Russen moesten verslagen worden.

In beide opzichten verandert elk leger. Elke oorlog is anders. Je vecht voor een eigen ideaal, of je wordt gestuurd om te vechten voor een gezamenlijk ideaal, of belang of wat dan ook. Maar is altijd een vijand.

Elke soldaat wordt gezegd wie de vijand is. Een strijd, een oorlog zonder vijandbeeld is niet mogelijk. Daarom maken 'oorlogs-agitatoren' zoveel werk van propaganda en het zwart maken van 'die anderen', dat wordt dan vanzelf een potentiële vijand.

Door de moderne technische middelen is contact met de vijand er zelden bij. Gevechtspiloten zien niet eens meer waar ze raketten op afvuren. Het doel is de 'target', de gevechtsleider stuurt je er wel naar toe. Goed mikken en klaar.

Het Nederlandse leger is door de geschiedenis heen ook veranderd. We hebben buitenlandse brigades gehad, maar het dienstplichtigenleger van de laatste eeuw is toch bekendste.
Wij hadden ook vijanden: als kolonie eerst de Spanjolen, Engelsen op zee, later de Fransen die ons land bezetten en ook Belgen zijn vijand geweest: toen de Zuidelijke Nederlanden zich zelfstandig maakten en de vrije staat België uitriepen.

Uit de Tiendaagse Veldtocht dateert een soldatenlied, waarin het vijandbeeld duidelijk was en waarin tevens het soldatenleven werd vervloekt.
De ruige tekst beschreef wat ze zouden doen met de Belgische soldaten en de vrouwen - en hun kinderen. Het lied is daarom verboden geweest om te zingen. Terecht denk ik, want je kunt er zo mee voor het militair tribunaal tegen oorlogsmisdaden.

Het is een bekend lied, waarvan we de gekuiste versie draaien: "Wie zijn vader heeft vermoord, enzovoort', door het Groot Muziekpakhuiskoor.

Later hebben we Duitsers als vijand gehad (een idee waar we nog last van hebben) en de laatste vijanden waren de Russen.
En toen hield het op.

Het huidige leger heeft geen vijanden meer. Ons huidige leger kent geen dienstplichtigen meer, alleen werknemers.
Het zijn beroepssoldaten, die politie- en vredestaken hebben, met missies in internationaal verband. Wat betekent dat en hoe ziet het leger uit? Waar wordt beoefend, waarvoor en wat gebeurt er met kazernes en kampen in Noord-Nederland?

Adjudant Jan Pot te Havelte, van de sector Communicatie van de '41 Lichte Brigade' was hiervoor de aangewezen militaire zegsman:

**interview adjudant Pot
Adjudant, Nederland is van een dienstplichtigenleger overgestapt op een beroepsleger. Wat betekent dat in de praktijk?
Meer professionaliteit, een kleiner leger maar met het beste materiaal wat er voor geld te koop is.

Het vijandbeeld is veranderd: er is geen vijand meer over?
Nee, de dreiging van de frontale aanval uit het Oosten is sinds de 'Val van het IJzeren Gordijn' verdwenen. Er hoeft dus ook geen grote legermacht meer op de been worden gehouden. Daarom zijn dienstplichtigen niet meer nodig.
Er zijn nu 'vredestaken'. Dat betekent dat de vaste positie in de NAVO-verdediging van de Noordduitse Laagvlakte er ook niet meer is. De Landmacht is nu overal ter wereld inzetbaar, waar de politiek ons maar heen stuurt.
Dienstplichtigen waren niet zo maar uit te zenden. Dat kon slechts op vrijwillige basis.

Er zijn al kazernes gesloten, maar worden de militaire oefenterreinen in Noord-Nederland nu ook minder gebruikt?
Ja, er wordt hier minder geoefend want we gaan eerder naar het buitenland. Als er een missie naar het buitenland is, wordt er ook geoefend in gelijksoortig terrein met gelijksoortig klimaat.
We zijn in Spanje in de 'desert' aan het oefenen, in de Eifel of in Noorwegen in winterse condities. Bovendien hebben we minder tijd. Voor een inzet van militairen in het buitenland wordt de zaak voorbereid, daarna zijn we een halfjaar weg, dan volgt verlof en het opnieuw klaarmaken voor een missie. Het beroepsleger wordt meer bedrijfsmatig ingezet eigenlijk.

Soldaten zijn nu 'een vak' aan het uitoefenen - als krijgsman zoals vroeger?
Ja, de opleiding is geheel allround, waarna een specialisme volgt. Bij dienstplichtigen was dat op het laatst ook een probleem. Ze waren te kort in dienst -9 maanden op het laatst- om een specialisten-opleiding te krijgen bij het moderne materieel.

U hoorde het, het leger heeft vaklieden nodig, want het is een bedrijf geworden; een krijgsbedrijf.
Het soldatenhandwerk verandert er niet door, want basiszaken die Prins Maurits zijn Staatse leger in de Tachtigjarige Oorlog al bijbracht, als excerceren en wapenoefening blijven van kracht.

Wie marcheert loopt lekkerder met een ritme erbij, het liefst van muziek of zang. Dus zijn er sinds mensenheugenis al marsliederen gezongen.
Niet alleen door soldaten, ook wandelclubs zingen hun liedjes. Bij soldaten en bij het leger kun je wel verschillende soorten liederen aantreffen.

Eerst die marsliedeen maar. Vaak moest men voorgeschreven teksten zingen, die de vaderlandsliefde of de overwinningsdrang benadrukten.
Kon je mooi twee dingen tegelijk doen bij het marcheren.

Een bekende is nog van de Duitsers uit het de eerste jaren van de laatste oorlog: Wir Fahren gegen Engeland.
Naar verluidt hadden de Nederlandse toehoorders een eigen refrein:
Ploemp, ploemp, ploemp, ploemp.
De moffen mochten de Noordzee wel in.
Een bekend deuntje van de Geallieerden was "It's a long way tot Tipperary, it's a long way to go". En voor de vaderlandse dienstplichtigen was het opgewekte lied "Marietje heeft een hart van prikkeldraad" een geweldige steun bij het loopwerk.

Natuurlijk ontbreken de drinkliederen niet. Wie zuipt zingt ook.
Het bekendste lied van dat repertoire is wel "En als wij naar Korea gaan, jenevertje gaat mee".
Duitse soldatenliederen zijn melodieuzer, zoals de Blankenstein Husar, die de Tokayerwijn bezingt.

Niet alle soldatenwerk maakte een geweldige indruk.` Met name de schutterijen maakten er soms een potje van. Een Duits spotliedje gaat over de 'Krähwinkler Landsturm', die altijd verdwaalt en overal te laat komt.

De meest geliefde liedjes zijn wel de 'schuine' liedjes. Nogal wiedes, mag je zeggen. Onze "Drie Schuintamboers" hebben nog een nette tekst, 'Wel Annemarieken, waar gaat gij naar toe?" belooft al meer ondeugd.
"De Drie Fuseliertjes" levert een beschrijving hoe je wàt doet in een hecht groepje gemengd worstelen.

Ik laat u het lied horen uit de Spaanse Successie-oorlog, waarin generaal John Churchill, Count of Marlborough ten oorlog trekt en zijn vrouw achterlaat. Marlborough, Malbroek op zijn Vlaams, wordt geraakt. En dan?

Eva Kant zingt, van de LP 'Overspeelse Liedjes' met teksten van Ernst van Altena," Malbroek trok ten strijde".

U heeft in elk geval een idee welke titels en functies er in het leger gebruikt werden, al deden ze nu hetzelfde werk...

We naderen het eind van deze thema-uitzending. Oorlog en Vrijheid is niet het meest voor de hand liggende thema, en toch weer wel.
Vrijheid is voor ons zo vanzelfsprekend, dat je het vergeet te waarderen als iets kostbaars. Iets wat je niet gauw terugkrijgt als je het kwijtraakt.

Oorlog is en blijft verschrikkelijk en toch vullen de oorlogsromans meters boekenplank in de bibliotheek. Er zit het nodige drama is en avontuur, maar je zult maar niet zonder oorlog kunnen.
Er zijn omstreeks 1945/1946 jongens geweest die vrijwillig in dienst gingen. Ze kwamen in India, Nieuw Guinea en daarna naar Nederland. Het burgerleven, het geregelde leven ging niet, zij werden niet gewaardeerd.

Toen kwam Korea, waar vechtjassen voor nodig waren; deze knapen er weer op af en ze hebben goed werk verricht.
Tja en toen, weer terug naar het vaderland. In militaire dienst waren ze lastig, ze wisten het beter dan de kantoorpikkies. Deze mannen zijn door de oorlog en de strijd gevormd, het zijn krijgslui geworden die niet in een vredesmaatschappij passen.
Hun verhalen van gevechten, kameraadschap en moed hoor je in een boek te lezen of op de TV te zien. Zo'n kerel moet niet zeuren. De stand van de krijgers bestaat niet meer bij ons.

Deze maand april en straks in mei merkt je het weer. Er wordt vooral 'herdacht', omdat de generatie met te betreuren doden en vermisten dat nodig heeft.
Soms wordt het vele herdenken benauwend, vooral voor jongeren die niets meegemaakt hebben, of ook maar kunnen invoelen waar het om gaat. Voor hen moet er ook meer 'gevierd' worden. Vrijheid moet je koesteren, herwonnen vrijheid moet je vieren.
Nou, niet in Nederland - een héle vrije dag op 5 mei is te duur voor onze economie, zeggen ze. We zijn al een vrij land en het mag nou niets meer kosten...

Nog zo'n aspect van ongelijkheid.
Overal waar mensen gedood zijn -soldaten, ontsnapte gevangenen, dwangarbeiders, verzetsmensen, vluchtelingen, noem maar op- is iets aanwezig om hun dood te gedenken. Terecht.
Maar andere zichtbare herinneringen, die een beeld geven van de oorlog, die de historie tastbaar, worden weggehaald. Te gevoelig, te erg. Ja vast wel, maar hoe wil je straks nieuwe generaties aan het herdenken krijgen, als er alleen maar dodenmonumenten staan en geen oorlogsmonumenten?
De Tankgracht-resten uit de laatste oorlog, gegraven door dwangarbeiders, zijn niet als monument beschermd. Als het aan sommige terreineigenaren ligt, worden ze dichtgegooid.
Er kunnen schapen invallen en vast komen te zitten. Bunkers staan in de weg en worden gesloopt. In het beste geval mogen er vleermuizen in slapen.
Niet op Vliegveld Eelde waar de commandobunker, met toevallig de grootste vleermuizenkolonie van Noord-Drenthe plaats moest maken voor een parkeerterrein.

Wij houden wel van oorlogsmonumenten, maar dan moet het mooi en romantisch zijn. Boertange uit de Tachtigjarige Oorlog is prachtig; de resten van de Assener Stellungen liggen zijn lastig.

Het blijft een rare zaak. Iets om bij stil te staan als we toch aan het herdenken slaan.
Op 5 mei gaat de vlag uit en tracteren we onszelf op wat lekkers.
Vrijheid moet gevierd worden!

Goed, en dan nu naar de bevrijders, Britten of in dit geval Schotten.
Dit bataljon speelt eigen muziek van alle veldslagen en militaire operaties waar ze aan mee hebben gedaan. Zelfs lopen er doedelzakspelers mee in de vechterij.
Het geeft wat vertrouwds en de vijand schrikt zich een aap: welke gek gaat er nu doedelzak staan blazen in de oorlog. Nou deze Schotten dus.

Het is een beroemde club; ze kregen bijvoorbeeld onderscheidingen voor gevechten bij El Alamein en in de Krimoorlog. Daar hielden ze de overmacht van de Russische cavalerie tegen.

U hoort hun muziek van de Slag bij de Somme, the Daghshai Hills en de intocht van de Argyll & Sutherlanders into Crater. Dat laatste is bijzonder: het sluit aan op het verhaal van adjudant Pot over niet-oorlogstaken van het leger.

In de zomer van 1967 was er een stevige opstand in het Crater-district van Aden. Dit bataljon moest de orde herstellen bij de opstandige en zwaarbewapende Arabieren.
Deze Schotten marcheerden het district binnen, met deze muziek voorop. Zonder te schieten herstelden ze orde.
Een leger op vredesmissie; luistert u naar de "Pipes en Drums van het Eerste Bataljon The Argyll and Sutherland Highlanders".

U heeft geluisterd naar het informatief programma 'Van Dingen en Deuntjes', op elke laatste zondag van de maand.
Tekst, productie, samenstelling en presentatie Jan Tuttel; muziekkeuze in samenwerking met Henri Kremer en Bart Nijstad, met speciale dank aan Henk Doedens.
Peter Huitsingh deed de techniek en dat is prettig.

Volgende keer, laatste zondag in mei is 'van Dingen & Deuntjes' gewijd aan het thema Stroompjes, loopjes, diepjes en riviertjes. Van alles over beken dus, al noemen we ze hier niet zo!

Jan Tuttel

(uitgezonden, zondag 26 april 1998)
 
 

 

 


Copyright 1995 - 2008 Han Tuttel. All rights reserved.
This material may not be published, broadcast, rewritten or redistributed in any form, including digital,
without the prior consent and written agreement by the author.