Goeiemorgen,
laatste zondag van de maand
toch al weer, met 'Van Dingen
& Deuntjes'. Het
ontspannen informatief
programma met elke maand een
eigen thema. Teksten, muziek,
interviews hebben daar alles
mee van doen. Deze aflevering
in april (bevrijdingsmaand in
onze contreien) is gewijd aan
OORLOG & VRIJHEID.
Nou,
dat is nogal wat voor een
zondagochtend.
Of het niet zonder 'oorlog'
kan? Vrijheid alleen is al
genoeg. Ja, als dàt zou
kunnen - maar de geschiedenis
leert dat vrijheid nooit uit
de lucht is komen vallen. Je
had en hebt
vrijheidsstrijders,
vrijheidsliederen,
vrijheidsoorlogen en na een
bezetting of een onderdrukking
door een 'vreemde macht',
komen er 'bevrijders'. En dat
is vaak wel een leger of een
strijdmacht.
Vandaar het gecombineerde
thema Oorlog & Vrijheid.
Niet omdat het leuk is. Wel
omdat het een stukje van onze
wereld is, en deel uitmaakt
van de dagelijkse
werkelijkheid.
Kijk maar om u heen: de
ouderen zijn van 'voor de
oorlog', ik ben in de oorlog
geboren en al het jongere volk
is dan de na-oorlogse
generatie. Het begrip oorlog
zit al vastgebakken voor je
d'r erg in hebt.
Afgezien
daarvan is het gewoon
interessant om te zien hoe
volken of gebieden vrij
werden. Of hoe oorlogen van
vroeger nu nog grenzen
bepalen. Of nieuwe steden en
dorpen hebben opgeleverd.
U dacht toch niet dat
Nieuweschans een gewone
'Grunneger'
plattelandsnederzetting was?
Het is een vroegere
verdedigings-sterkte, gesticht
voor militaire doeleinden.
Weliswaar een paar honderd
jaar geleden, maar in het
landschap zijn evengoed ook
resten te zien van de laatste
oorlog.
In
de gemeente
Eelde/Vries/Zuidlaren liggen
'tankgrachten' en bunkers. Net
als de oudere schansen en de
nog oudere waterburcht (sporen
daarvan in elk geval), zijn
het overblijfselen die met
oorlog en vrijheid te maken
hebben. Strijd en krijg zijn
van alle tijden.
Neem
nou bijvoorbeeld een oude
oorlog, uit de
geschiedenisboekjes, zoals de
Tachtigjarige Oorlog.
Elders in Europa vochten ze
tegelijkertijd de Dertigjarige
Oorlog. In 1648 kwam de Vrede
van Münster, ook bekend als
de Westfaalse Vrede, die een
eind maakte aan beide
oorlogen. Dit jaar (1998)
wordt het jubileum 350-jaar
Vrede van Münster landelijk
herdacht.
Nee, gevierd moet ik zeggen,
want toen is de vrije Staat
der Nederlanden geboren. Wij
hebben ook onze eigen
vrijheidsstrijd of
onafhankelijksheids-oorlog
gekend, net als Afrikanen,
Joden, Amerikanen, Denen en
alle anderen die nog met de
wapens in de hand rondlopen.
En weet u wat dan opvallend
is? Elke vrijheidsstrijd, elke
oorlog levert liederen en
muziek op: vrijheidsliederen,
volksliederen, strijdliederen,
marsmuziek, treurmuziek,
ballades, folksongs, eigen
dansmuziek en zelfs
liefdesliedjes. Een aparte
categorie zijn de
soldatenliederen.
Daarvan laat ik er twee horen,
waarvan een in de gekuiste
versie. Of het andere lied
onkuis of onkies is, hoor ik
nog wel van u. Het past in elk
geval helemaal in het thema
Oorlog en Vrijheid.
Wat
staat er dit uur te gebeuren?
Na een muzikale
heldenreportage over the
Battle of New Orleans, hebben
we het over de achtergronden
van oorlogen en soorten
oorlogen.
Wat zit er achter? We kijken
om ons heen en we kijken
terug. Dat kunnen we in alle
vrijheid doen. En we kunnen
het in alle vrijheid op een
radiozender brengen. In het
grootste deel van de wereld
kan dat niet.
Daarna draaien we een
strijdlied, waarbij jonge
kerels opgeroepen wordt het
werk in de steek laten om de
vijand aan te pakken. U hoort
straks wel hoe actueel het
ineens is.
Vervolgens
gaat het om de krijgsdienst.
Het vak van krijger, strijder
of soldaat is oeroud. Het
heeft bijvoorbeeld sporen
nagelaten in de taal. Iedereen
neemt militaire termen in de
mond.
Ook plaatsnamen en
familienamen hebben hun
oorsprong in de sector strijd
en krijg. Jan Boneschansker
uit Eelde legt uit hoe dat bij
zijn familie is gegaan.
Daarna
volgt een schitterende ballade
over de onzin van oorlog,
gebaseerd op de Amerikaanse
Burgeroorlog. In dat licht
bekijken we de historie. Wat
hebben oorlogen opgeleverd?
Wat betekent die Vrede van Münster
voor ons.
En waarom vergeet iedereen de
Slag bij Heiligerlee? Dat was
notabene het begin van die
Tachtigjarige Oorlog!
Muzieknummer
4 gaat ook over de Amerikaanse
Burgeroorlog, een lied uit een
soort 'rockopera' over de
verwoestende gevolgen, en over
het hardvochtig en
'uitbuiterig' gedrag van de
overwinnaars...
Al
met al is het soort
krijgsgeweld ingrijpend
veranderd. De politieke
situatie is veranderd. Ook het
leger verandert mee.
In Nederland zijn de
dienstplichtigen naar huis
gestuurd. We hebben een
beroepsleger gekregen.
Adjudant Jan Pot te Havelte
vertelt wat er is veranderd en
wat er wel of niet gaat
gebeuren in Noord-Drenthe.
Na een tiental telefoontjes en
enkele faxen is hij door de
Legervoorlichtingsdienst in
Den Haag aangewezen als
militair zegsman om mijn
vragen te beantwoorden.
Daarna
is het hoog tijd voor enkele
soldatenliederen. Eentje is
ooit verboden geweest om in
het leger te zingen.
Daarna loopt het programma al
naar zijn eind. We gaan nog
wat eigenaardigheden langs,
tot de 'Drums en Pipes' van
een Schots bataljon ons
roepen. Er zit een verhaal aan
die combinatie doedelzakspelen
en oorlog voeren, of zelfs een
vredestaak uitvoeren.
Maar
we beginnen in 1814: The
Battle of New Orleans, door
the Brothers Four.
Een opgewekt verhaal uit de
oorlog tussen Amerikanen en
Engelsen, amper dertig jaar
nadat Amerika zich
onafhankelijk van Engeland had
gemaakt.
Dit kwam door een conflict
over de handel overzee, het
niet nakomen van afspraken
door de Engelsen en doordat de
Engelsen openlijk opstandige
Indianen bewapenden. Deze
oorlog duurde drie jaar. De
Britten werden te land en op
zee verslagen en trokken af.
Hun invloed in het voormalige
koloniaal gebied was gebroken.
In
die periode was Europa al in
oorlog, waarbij Frankrijk en
Engeland elkaar bevochten om
de wereldheerschappij.
Hun koloniën speelden ook een
rol. Napoleon werd verslagen
in de Volkerenslag bij Leipzig
(wat toen al meer dan 100.000
doden en gewonden kostte) en
moest in 1814 naar Elba
vertrekken. In 1815 komt
Napoleon weerom, vormt een
nieuw Frans leger en trekt ten
strijde.
In juni 1815 delft hij toch
het onderspit in de Slag bij
Waterloo.
Na
het grote Wener vredescongres
van 1814/1815 komt er een
evenwicht tussen de vijf
grootmachten.
Landen, staatjes en eilanden
worden verdeeld, enkele
koninkrijken hersteld en de
invloedssferen van macht
worden vastgelegd.
De voormalige Franse keizer
wordt voorgoed gedeporteerd
naar het oceaaneiland Sint
Helena.(Een verbanningsoord
waar de Engelsen later in de
Boerenoorlog in Zuid-Afrika
ook zoveel mogelijk
gevangengenomen gezinnen van
opstandige Boeren -v.m.
Nederlandse kolonisten- naar
toe schopten)
Waarom
voeren mensen oorlog?
Hoe ver je ook terugkijkt in
de historie en waar je ter
wereld ook kijkt, er is altijd
wel eens oorlog gevoerd. En
nog: wie het nieuws volgt weet
waar grote en kleine oorlogen
plaatsvinden. En waar over
vrede gepraat wordt.
Het
antwoord op die vraag vinden
we in de historische en in de
militaire standaardwerken.
Paul Keegan zegt in zijn boek
'A History of Warfare'
(verschenen in 1993) dat
oorlogvoeren zo oud is als de
mensheid. Voor er staten
bestonden, of de diplomatie
was uitgevonden, vocht men al
om van alles en nog wat. Ideeën,
geloof, bezit, macht èn om
het vechten zelf. Hij zegt
concreet (vrij vertaald):
"De geschiedenis
herinnert er ons steeds aan,
dat de naties waarin we leven,
hun instituties, hun manier
van leven en zelfs hun wetten
ooit tot stand gekomen zijn
door conflicten, vaak zelfs
van het meest bloeddorstige
soort."
Het
blijkt dat reguliere legers
altijd wel gebruik maakten van
huurlingen of van een soort
bendes van vechtlustig tuig om
de rotkwarweien op te knappen.
Een 'nette' oorlog bestaat
niet. Per cultuur zat er
verschil in oorlogvoeren. De
Kozakken deden het anders dan
de Pruisen, de Indianen weer
anders dan de Amerikanen.
De Noormannen bijvoorbeeld
rampokten bij hun invasies
hele kustgebieden. Zulke
invallen leidden tot het
opwerpen van versterkingen ter
verdediging.
Zo
ontstonden de eerste burchten
in Europa, een systeem dat de
legers van de Kruisvaarders in
de middeleeuwen meenamen naar
het Nabije Oosten.
Deze eeuwenoude
Kruisvaarders-kastelen in
barre woestijn- en
berggebieden bestaan nog, vaak
als ruïne. Soms zijn ze in
latere oorlogen weer als
steunpunt gebruikt, want het
waren strategische punten. In
tegenstelling tot het
heersende Disneysprookjes-idee
zijn kastelen van origine geen
romantische oorden.
Stenen
en aarden versterkingen
maakten deel uit van de wijze
van strijden en van krijg
voeren. Bij de technische
ontwikkeling, van pijl en boog
via musket naar machinegeweer
en kanonnen, gingen zulke
versterkingen mee.
Militaire handboeken spreken
van 'een voortdurende dialoog'
tussen aanval en verdediging.
Toen
begin deze eeuw tanks en
vliegtuigen meededen, moest
men daar een verdediging tegen
zien te vinden, zowel
technisch als strategisch.
Mensen die in dienst geweest
zijn, weten wat een
ABC-training is: een oefening
in verdediging tegen een
oorlogvoering met Atoom-,
Bacteriologische en Chemische
wapens. De nieuwste
ontwikkeling is de
electronische oorlogsvoering,
zoals in de Golfoorlog
operationeel is toegepast.
De
wijze van oorlogvoeren is heel
anders dan vroeger. Toen ging
men 's winters naar huis en
begon in het betere seizoen
weer met veldtochten en
belegeringen.
In de Tachtigjarige Oorlog
werkte men men vaste
slagorde-opstellingen van de
troepen. De Great War
1914-1918 was een
loopgraven-oorlog met vaste
stellingen, die soms verloren
werden en dan weer moesten
worden terugveroverd, ten
koste van weer zoveel doden.
Eerst
in de Tweede Wereldoorlog werd
het aanvalssysteem van snel
oprukkende en doorstotende
troepen, de Blitzkrieg,
gehanteerd. Als zoiets niet
ineens lukt, onstaan grote
problemen, wat de Duitsers in
Rusland hebben ondervonden.
Latere
conflicten zoals de
Vietnamoorlog en de Golfoorlog
waren vooral technisch
georienteerd. Raketten vonden
zelf hun doel en vijandelijke
radar en andere
communicatiemiddelen werden
eerst van de wijs gebracht,
voor er een aanval ondernomen
werd.
Maar
toch: oorlogen voor welk doel
dan ook, worden gevoerd door
mensen. Afgezien van de
beroepsmilitairen worden
soldaten geronseld, of als
dienstplichtigen opgeroepen.
Zodra er een ideëel tintje
aan gegeven wordt, om reden
van vaderlandsliefde,
verdediging of verbreiding van
geloof of een vrijheidsstrijd,
zie je dat de noodzaak van het
vechten vaak wordt bezongen.
Strijdliederen wekken
jongemannen op om zich te
melden voor de strijd. Luister
naar het lied van de
eenvoudige boerenjongen, die
zijn werk in de steek moet
laten om voor Ierland te gaan
vechten.
Paddy
Noonan and his Grand Band
brengen, dertig jaar geleden
in een Ierse kroeg in New
York, het IRA-lied 'the Jolly
Ploughboy'
Opgenomen in de partyroom van
'John Barleycorns' in New York
en u hoorde hoe de 'echo van
the Thompsongun', 'the short
revolver' en het kanongebulder
bezongen werd.
Het
vrolijke boerenjong moest bij
de IRA dienst nemen: 'the IRA
is fighting for a land the
traitors sold'.
De huidige IRA wordt
tegenwoordig als een
terroristenbeweging beschouwd,
maar ze hebben altijd kunnen
rekenen op steun en financiën
van de Ieren in Amerika. Dit
is dus ook een strijdlied
gezongen door Amerikaanse
Ieren.
In
welk leger iemand ook diende,
als huurling, soldaat van een
geregeld leger, als rebel in
een vrijheidsoorlog of gewoon
opgeroepen als landsknecht
voor de verdediging, hij
beoefende het vak van strijder
of krijger, van soldaat.
Bepaalde volkeren en culturen
kenden aparte lieden die als
krijger dienden. Deze
beroepsgroep stond vaak in
hoog aanzien. Er rustte nogal
een verantwoordelijkheid op
hun schouders.
Het is ook geen wonder, dat er
veel uitdrukkingen uit de
krijgskunde, van zowel aanval
als verdediging, in het
taalgebruik terechtgekomen is.
En omdat soldaat of krijger
een beroep, een vak was, zijn
er ook beroepsnamen gekomen
die later als familienaam een
eigen leven zijn gaan leiden.
In
de gewone taal kennen we
voetbal als 'oorlog', met
aanvallen en verdedigen.
Meteorologen gebruiken
oorlogstaal als ze over
'fronten' spreken, een lijn
met atmosferische gevechten
tussen twee verschillende
luchtsoorten.
Dat klopt ook, want de
weerkundigen van de 'Noorse
school' die de
'frontentheorie' opstelden
hadden de vechtzones -fronten-
tussen de legers uit de Eerste
Wereldoorlog voor ogen.
Nouja, je kunt 'op de bres
staan' voor iets, of juist
ergens 'een bres in slaan' -
uitdrukkingen bij de
belegeringen van kastelen en
vestingen.
Eén
oorlog heeft veel effect gehad
in onze taal en voor de
naamgeving.
Dat is de Krimoorlog van
1853-1856, een geweldig
bloederige oorlog waar veel
machten bij betrokken waren.
Florence Nightingale begon
daar met de hulp aan gewonden,
waaruit later de Rode
Kruis-organisatie voortkwam.
Voor het eerst in de
geschiedenis waren er
oorlogscorrespondenten voor de
kranten bij de oorlog
aanwezig.
Heel Europa leefde dus mee.
Dit leidde tot de uitdrukking
'het lijkt de Krim wel' als
ergens geregeld ruzie was. Zo
bestaan er nog tientallen
buurten en dorpen in
Nederland, die naar De Krim
vernoemd zijn. Het begrip
'verweg' kwam tot uiting in de
naam 'Sebastopol' zoals bij
een boerderij in Dalerpeel in
Drenthe.
Opmerkelijk
genoeg hebben vijf jaar
bezetting door de Moffen
(zoals mijn vader steevast
zei) in de laatste oorlog veel
minder gevolgen voor de taal
gehad. Er is maar één Duits
woord ingeburgerd geraakt.
Namelijk 'bunker' dat het oude
woord kazemat heeft
verdrongen. Verder niks!
Familienamen
ontleend aan militaire
beroepen inclusief
verdedigingswerken zijn onder
meer Trompetter, Corporaal,
Wachtmeester, de Ruiter,
Krijgsman, Wachter en Wegter,
Landweer en Lauerman, maar ook
Koerkamp.
Kur is een Duitse term voor
wachttoren.
Plaatsnamen
of veldnamen ontleend aan
militaire werken zijn
bijvoorbeeld 'de Rondute' bij
de Blauwe Hand (van Redout of
Reduite), Montfoort (als mont
fort, is 'sterke burcht' uit
de 12de eeuw), Culemborg (naar
een 13de eeuws kasteel)
alsmede het Eelder toponiem
Luchtenburg (ook verbasterd
tot Luxemburg) slaat op een
oude burcht.
En op hun beurt kunnen dáár
weer familienamen van
afstammen. Hoe, dat vertelt
Jan Boneschansker uit Eelde.
**text
Jan Boneschansker:
"Mijn familie komt van de
Booneschans, die in 1589 is
aangelegd door Alfred Evert
Booner.
Deze aarden versterking ligt
ten oosten van Oudeschans.
Later kwam er een stenen huis
te staan.
In 1628 besloot men tot de
bouw van een andere schans, de
Nieuweschans.
De
Boonerschans raakte in
onbruik, hoewel in 1672 nog
een schermutseling
plaatsgreep. Daarna zijn geen
heldenfeiten meer bekend.
Mijn familie woonde in dat
stenen huis tot in de vorige
eeuw. Daar is de familienaam
aan ontleend. Het wonen aan de
rand van Groningen, op de
grens met Duitsland had wel
voordelen.
Mijn familie schijnt heel
vroeger aardig verdiend te
hebben aan smokkel over de
grens."
U
hoorde het verhaal van 'the
Union Mare and the
Confederatie Grey', uit de
muzikale productie 'White
Mansion- a tale of the
American Civil War 1861-1865',
op een LP uit 1978.
Het is een schitterende
ballade, die de onzin van een
zogenaamd vrolijke oorlog
bezingt.
Twee
cavaleriepaarden, een merrie
van het Noordelijk leger, the
Union, en een grijze van het
Zuidelijk leger, the
Confederates, scharrelen wat
rond in de warme zon,
besnuffelen elkaar en hebben
grote lol samen.
Hun berijders, soldaten,
cavaleristen, liggen dood op
het slagveld.
De zanger-verteller in dit
muziekstuk over de Amerikaanse
Burgeroorlog vraagt zich af,
of we niet beter een voorbeeld
aan de paarden kunnen nemen in
plaats van door te gaan met
het doodschieten van mekaar.
Oorlogen,
ook als ze met vrijheid te
maken hebben, brengen dood en
verderf.
Deze oorlog in Amerika, midden
vorige eeuw, zorgde wèl voor
de bevrijding van de
zuidelijke negerslaven. Van de
3,5 miljoen zwarten verliet
het merendeel de
katoenplantages in het
verwoeste zuiden en trok naar
de Noordelijke Staten.
Vrij
maar arm en zonder woonplaats,
zonder werk. De oorlog die hun
vrijheid bracht, zorgde niet
voor een oplossing van hun
problemen.
Zelfs honderd jaar later was
er nog geen sprake van enige
rassenintegratie in de
Verenigde Staten van Amerika.
Dominee Marten Luther King
deed meer voor hun zaak dan
welke oorlog ook.
Strijd
en krijg brengen natuurlijk
wel een en ander teweeg. Via
onderhandelingen worden de
gevolgen later vastgelegd.
Na oorlogsperioden kunnen
grenzen anders komen te liggen
en kunnen politieke systemen
veranderen. Zoals een koning-
of keizerrijk dat een
republiek wordt of als er
compleet nieuwe staten tot
stand komen. Maar elke
verandering kan alleen
bestendigd worden als er
voldoende politieke steun komt
van de grootmachten, die hun
eigen belangen immer in het
oog houden.
Oorlogen
hebben wel grenzen veranderd.
De grens tussen Denemarken en
Duitsland, in
Sleeswijk-Holstein is pas na
veel gedonder vastgelegd. Er
liggen nu drie oorspronkelijk
Duitse steden in Denemarken,
terwijl een Deenssprekend deel
in Duitsland terechtgekomen
is.
Weliswaar na een
volksraadpleging, maar er ligt
nog steeds een oude Deens
verdedigingslinie, de
Dannevirke, in Duitsland.
De
Belgische grens met Nederland
is een ingewikkelde puzzel,
als je denkt aan de enclaves
Baarle-Hertog en
Baarle-Nassau.
Ik kom op de Tiendaagse
Veldtocht tegen de Belgen nog
terug. U weet wel, die oorlog
waarin van Speyck zei 'Dan
liever de lucht in' en zich
met zijn oorlogsschip bij
Antwerpen opblies.
Oorlogen
laten ook landschappelijke
herinneringen na. We hebben de
schansen, als Boneschans,
Oudeschans en Nieuweschans al
gehad, maar er ligt ook een
klein schansje bij Deurze,
tussen Rolde en Assen.
Dat is het van Galenschansje,
waar de tent van
Bommen-Berend, de
vorstbisschop van Münster,
Christoph Berndt van Galen,
gestaan zou hebben tijdens het
beleg van Groningen. Trouwens,
nog een gevolg: die
stad-Groninger vrije dag op 28
augustus heeft men ook te
danken aan die oorlog.
Verder
telt Noord-Nederland nog goed
gerestaureerde aarden
versterkingen uit vroegere
oorlogen als de
Zwartendijkster- of
Eenerschans, de Emmerschans en
de Katshaarschans bij
Coevorden. Om van de vesting
Boertange maar niet te
spreken.
Als u deze zaken meer wilt
weten, is het goed geïllustreerd
boekwerk 'Vestingen en
Schansen in Groningen -
eeuwenlang de hoeksteen van de
Nederlandse defensie' een
aanrader.
Zulke
overblijfselen als
verdedigingswerken uit vorige
perioden van strijd en krijg
hebben hun functie verloren.
Dus wat moet je ermee? Alles
monument maken, of
natuurmonument?
Het gebeurt met kastelen en
forten van de Hollandse
Waterlinie. Komend jaar
verschijnt er een boek over
deze kwestie, onder auspiciën
van de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg.
De projectleider vertelde me
dat de werktitel voorlopig
luidt: Leuren met Linies.
De
laatste oorlog bij ons, de
Tweede Wereldoorlog heeft
restanten nagelaten van het
grote vliegveld bij Havelte,
'Flugplatz Steenwijk' genaamd,
van het voormalige vliegveld
Peest (met de z.g.
'Hitlerring') en van de
verdedigingslijn met de naam
'Friesland Riegel'. De laatste
lijn lag tussen het Eemskanaal
en de IJssel en bestond in
Drenthe, tot aan de
Smildervaart uit gegraven
tankgrachten en loopgraven.
Dat stuk heette de Assener
Stellungen.
Restanten van de Tankgracht,
monumenten eigenlijk, zijn
herkenbaar op het Balloërveld,
in 'de Vijftig Bunder' bij
Zuidlaren, in het Asserbos en
bij Smilde.
Wie
toevallig in Normandië bij
Omaha-beach, op de grote
Amerikaanse erebegraafplaats
komt, ziet op de kaart van de
Geallieerde opmars die
'Friesland Riegel' als Duitse
linie aangegeven.
En
voor we weer wat laten horen
van 'White Mansion' over de
Amerikaanse Burgeroorlog, nog
iets ver onze eigen
vaderlandse strijd voor
onafhankelijkheid. Iedereen
vergeet dat.
In Noord-Nederland is notabene
de Tachtigjarige Oorlog
begonnen, de strijd tegen de
Spaanse overheersing.
Toen we een arme kolonie
waren, onder de knoet van de
Roomse Spaanse koning en zijn
bezettingsmacht met
legeraanvoerders als Alva en
de hertog van Parma! Op 23 mei
1568 vond de Slag bij
Heiligerlee plaats, het eerste
treffen tussen de
opstandelingen rond de Prins
van Oranje en de Spaanse
troepen. Het begin van de
Tachtigjarige Oorlog, die
eindigde met de Vrede van Münster
in 1648.
De
nieuwe staat de Republiek der
Nederlanden werd officieel
door de Spaanse Koning en de
Duitse keizer erkend. Die
Vrede van Münster wordt nu,
in het vredesjaar 1998
herdacht en gevierd. U hoort
er meer van.
Wij
horen eerst muziek, te
beginnen met de roep van de
legeraanvoerder om kanonnen.
De geesten van de gevallenen
antwoorden hem.
Dan volgt een ballade over wat
er na een oorlog voor
ellendigs over het land komt:
Uit 'White Mansion' nu 'Bring
up de 12 Pounders', gevolgd
door 'They Laid Waste to Our
Land').
De
Amerikaanse Burgeroorlog met
'Bring up the 12Pounders' en
'They Laid Waste To Our Land',
van de LP White Mansion. U
hoorde commentaarstem het
drama vertellen, waaraan het
overwonnen Zuiden ten offer
was gevallen.
Ik
wil nog twee gebeurtenissen
vertellen, die de halve wereld
hebben veranderd. Wij merken
dat nu nog aan dagelijkse
dingen. Luister.
Nadat
Columbus Amerika ontdekt had,
trokken er avonturiers en
soldaten op af. Het nieuwe
land was van de Spaanse
koning.
Alles was nog niet ontdekt,
zoals het binnenland en het
bergland. In 1532 trok Pizarro
met een bende 'conquistadores'
(veroveraars) vanuit Panama
naar het zuiden. Langs de kust
en langs de Andes.
Hij veroverde het hele
Inca-rijk met wreed
wapengeweld en geholpen door
de nieuwe ziektes als mazelen,
cholera, influenza en pokken.
Massa's inboorlingen stierven.
Het gebied wat nu Peru,
Ecuador, Paraguay, Columbia,
Bolivia en Chili is, viel in
Spaanse handen.
Piazarro drukte er het stempel
op van taal religie en ras.
Men spreekt Spaans, is Rooms
Katholiek en in Peru is
driekwart van de bevolking van
gemengd bloed.
Wat
die veroveringsoorlog voor ons
betekent, op de laatste zondag
van de maand? We eten
aardappelen.
Het is van oorsprong een wilde
plant van het Andesgebied,
Spaans koloniaal territorium.
De
andere kant van de wereld,
Oost-Azië, enkele eeuwen
later.
Midden vorige eeuw begon Japan
zich geleidelijk aan te
ontwikkelen en te
moderniseren. Ze zochten
politieke allianties met de
toen grootste zeemacht ter
wereld, de Engelsen.
In
1902 werd een verdrag gesloten
dat beide landen van pas kwam.
De nieuwe macht had Korea en
China al klappen verkocht,
maar het machtige Rusland van
de Tsaar voerde begin 1900 ook
een machtspolitiek in Azië.
Het kwam tot een ontknoping in
een grote zeeslag in 1905, de
Slag van Tsoesjima, in de
zeestraat tussen Japan en
Korea.
De Japanse admiraal Togo won
de slag, waarmee Rusland
ineens geen zeemacht meer was.
Het was een klap die meehielp
om Rusland te nekken. In 1917
zorgde de Russische revolutie
voor het einde van het
Tsarenrijk. Het
machtsevenwicht in Azië was
voorgoed veranderd.
Japan
groeide en wat erger was,
binnen één generatie vochten
ze nog in twee oorlogen.
Onverzoenlijk, fanatiek, geen
mededogen met de verslagen
vijand. In de Tweede
Wereldoorlog kwam dat tot
uiting bij de Slag om het
eiland Okinawa. Op elke dode
Japanse soldaat sneuvelden er
tien Amerikanen.
Het vooruitzicht om zo in Azië
nog een massa eilanden te
moeten veroveren, stond de
legeraanvoerders niet aan. Het
is één van de overwegingen
geweest om de atoombom op
Japan te gooien, om snel een
einde aan de oorlog te maken.
Nu
is Japan nog steeds een
wereldmacht. Je kunt dat op je
vingers natellen, maar de
'zakjap' is sneller.
Admiraal
Togo had een voorsprong in de
zeeslag. Hij benutte
technische vernieuwen.
Zijn schepen hadden onderling
radiocontact, de Russische
vloot werkte nog met
vlaggeseinen. Daarnaast was er
een duidelijk vijandbeeld, de
Russen moesten verslagen
worden.
In
beide opzichten verandert elk
leger. Elke oorlog is anders.
Je vecht voor een eigen
ideaal, of je wordt gestuurd
om te vechten voor een
gezamenlijk ideaal, of belang
of wat dan ook. Maar is altijd
een vijand.
Elke
soldaat wordt gezegd wie de
vijand is. Een strijd, een
oorlog zonder vijandbeeld is
niet mogelijk. Daarom maken
'oorlogs-agitatoren' zoveel
werk van propaganda en het
zwart maken van 'die anderen',
dat wordt dan vanzelf een
potentiële vijand.
Door
de moderne technische middelen
is contact met de vijand er
zelden bij. Gevechtspiloten
zien niet eens meer waar ze
raketten op afvuren. Het doel
is de 'target', de
gevechtsleider stuurt je er
wel naar toe. Goed mikken en
klaar.
Het
Nederlandse leger is door de
geschiedenis heen ook
veranderd. We hebben
buitenlandse brigades gehad,
maar het dienstplichtigenleger
van de laatste eeuw is toch
bekendste.
Wij hadden ook vijanden: als
kolonie eerst de Spanjolen,
Engelsen op zee, later de
Fransen die ons land bezetten
en ook Belgen zijn vijand
geweest: toen de Zuidelijke
Nederlanden zich zelfstandig
maakten en de vrije staat
België uitriepen.
Uit
de Tiendaagse Veldtocht
dateert een soldatenlied,
waarin het vijandbeeld
duidelijk was en waarin tevens
het soldatenleven werd
vervloekt.
De ruige tekst beschreef wat
ze zouden doen met de
Belgische soldaten en de
vrouwen - en hun kinderen. Het
lied is daarom verboden
geweest om te zingen. Terecht
denk ik, want je kunt er zo
mee voor het militair
tribunaal tegen
oorlogsmisdaden.
Het
is een bekend lied, waarvan we
de gekuiste versie draaien:
"Wie zijn vader heeft
vermoord, enzovoort', door het
Groot Muziekpakhuiskoor.
Later
hebben we Duitsers als vijand
gehad (een idee waar we nog
last van hebben) en de laatste
vijanden waren de Russen.
En toen hield het op.
Het
huidige leger heeft geen
vijanden meer. Ons huidige
leger kent geen
dienstplichtigen meer, alleen
werknemers.
Het zijn beroepssoldaten, die
politie- en vredestaken
hebben, met missies in
internationaal verband. Wat
betekent dat en hoe ziet het
leger uit? Waar wordt
beoefend, waarvoor en wat
gebeurt er met kazernes en
kampen in Noord-Nederland?
Adjudant
Jan Pot te Havelte, van de
sector Communicatie van de '41
Lichte Brigade' was hiervoor
de aangewezen militaire
zegsman:
**interview
adjudant Pot
Adjudant, Nederland is van een
dienstplichtigenleger
overgestapt op een
beroepsleger. Wat betekent dat
in de praktijk?
Meer professionaliteit, een
kleiner leger maar met het
beste materiaal wat er voor
geld te koop is.
Het
vijandbeeld is veranderd: er
is geen vijand meer over?
Nee, de dreiging van de
frontale aanval uit het Oosten
is sinds de 'Val van het
IJzeren Gordijn' verdwenen. Er
hoeft dus ook geen grote
legermacht meer op de been
worden gehouden. Daarom zijn
dienstplichtigen niet meer
nodig.
Er zijn nu 'vredestaken'. Dat
betekent dat de vaste positie
in de NAVO-verdediging van de
Noordduitse Laagvlakte er ook
niet meer is. De Landmacht is
nu overal ter wereld
inzetbaar, waar de politiek
ons maar heen stuurt.
Dienstplichtigen waren niet zo
maar uit te zenden. Dat kon
slechts op vrijwillige basis.
Er
zijn al kazernes gesloten,
maar worden de militaire
oefenterreinen in
Noord-Nederland nu ook minder
gebruikt?
Ja, er wordt hier minder
geoefend want we gaan eerder
naar het buitenland. Als er
een missie naar het buitenland
is, wordt er ook geoefend in
gelijksoortig terrein met
gelijksoortig klimaat.
We zijn in Spanje in de
'desert' aan het oefenen, in
de Eifel of in Noorwegen in
winterse condities. Bovendien
hebben we minder tijd. Voor
een inzet van militairen in
het buitenland wordt de zaak
voorbereid, daarna zijn we een
halfjaar weg, dan volgt verlof
en het opnieuw klaarmaken voor
een missie. Het beroepsleger
wordt meer bedrijfsmatig
ingezet eigenlijk.
Soldaten
zijn nu 'een vak' aan het
uitoefenen - als krijgsman
zoals vroeger?
Ja, de opleiding is geheel
allround, waarna een
specialisme volgt. Bij
dienstplichtigen was dat op
het laatst ook een probleem.
Ze waren te kort in dienst -9
maanden op het laatst- om een
specialisten-opleiding te
krijgen bij het moderne
materieel.
U
hoorde het, het leger heeft
vaklieden nodig, want het is
een bedrijf geworden; een
krijgsbedrijf.
Het soldatenhandwerk verandert
er niet door, want basiszaken
die Prins Maurits zijn Staatse
leger in de Tachtigjarige
Oorlog al bijbracht, als
excerceren en wapenoefening
blijven van kracht.
Wie
marcheert loopt lekkerder met
een ritme erbij, het liefst
van muziek of zang. Dus zijn
er sinds mensenheugenis al
marsliederen gezongen.
Niet alleen door soldaten, ook
wandelclubs zingen hun
liedjes. Bij soldaten en bij
het leger kun je wel
verschillende soorten liederen
aantreffen.
Eerst
die marsliedeen maar. Vaak
moest men voorgeschreven
teksten zingen, die de
vaderlandsliefde of de
overwinningsdrang benadrukten.
Kon je mooi twee dingen
tegelijk doen bij het
marcheren.
Een
bekende is nog van de Duitsers
uit het de eerste jaren van de
laatste oorlog: Wir Fahren
gegen Engeland.
Naar verluidt hadden de
Nederlandse toehoorders een
eigen refrein:
Ploemp, ploemp, ploemp,
ploemp.
De moffen mochten de Noordzee
wel in.
Een bekend deuntje van de
Geallieerden was "It's a
long way tot Tipperary, it's a
long way to go". En voor
de vaderlandse
dienstplichtigen was het
opgewekte lied "Marietje
heeft een hart van
prikkeldraad" een
geweldige steun bij het
loopwerk.
Natuurlijk
ontbreken de drinkliederen
niet. Wie zuipt zingt ook.
Het bekendste lied van dat
repertoire is wel "En als
wij naar Korea gaan,
jenevertje gaat mee".
Duitse soldatenliederen zijn
melodieuzer, zoals de
Blankenstein Husar, die de
Tokayerwijn bezingt.
Niet
alle soldatenwerk maakte een
geweldige indruk.` Met name de
schutterijen maakten er soms
een potje van. Een Duits
spotliedje gaat over de 'Krähwinkler
Landsturm', die altijd
verdwaalt en overal te laat
komt.
De
meest geliefde liedjes zijn
wel de 'schuine' liedjes.
Nogal wiedes, mag je zeggen.
Onze "Drie
Schuintamboers" hebben
nog een nette tekst, 'Wel
Annemarieken, waar gaat gij
naar toe?" belooft al
meer ondeugd.
"De Drie
Fuseliertjes" levert een
beschrijving hoe je wàt doet
in een hecht groepje gemengd
worstelen.
Ik
laat u het lied horen uit de
Spaanse Successie-oorlog,
waarin generaal John
Churchill, Count of
Marlborough ten oorlog trekt
en zijn vrouw achterlaat.
Marlborough, Malbroek op zijn
Vlaams, wordt geraakt. En dan?
Eva
Kant zingt, van de LP
'Overspeelse Liedjes' met
teksten van Ernst van
Altena," Malbroek trok
ten strijde".
U
heeft in elk geval een idee
welke titels en functies er in
het leger gebruikt werden, al
deden ze nu hetzelfde werk...
We
naderen het eind van deze
thema-uitzending. Oorlog en
Vrijheid is niet het meest
voor de hand liggende thema,
en toch weer wel.
Vrijheid is voor ons zo
vanzelfsprekend, dat je het
vergeet te waarderen als iets
kostbaars. Iets wat je niet
gauw terugkrijgt als je het
kwijtraakt.
Oorlog
is en blijft verschrikkelijk
en toch vullen de
oorlogsromans meters
boekenplank in de bibliotheek.
Er zit het nodige drama is en
avontuur, maar je zult maar
niet zonder oorlog kunnen.
Er zijn omstreeks 1945/1946
jongens geweest die vrijwillig
in dienst gingen. Ze kwamen in
India, Nieuw Guinea en daarna
naar Nederland. Het
burgerleven, het geregelde
leven ging niet, zij werden
niet gewaardeerd.
Toen
kwam Korea, waar vechtjassen
voor nodig waren; deze knapen
er weer op af en ze hebben
goed werk verricht.
Tja en toen, weer terug naar
het vaderland. In militaire
dienst waren ze lastig, ze
wisten het beter dan de
kantoorpikkies. Deze mannen
zijn door de oorlog en de
strijd gevormd, het zijn
krijgslui geworden die niet in
een vredesmaatschappij passen.
Hun verhalen van gevechten,
kameraadschap en moed hoor je
in een boek te lezen of op de
TV te zien. Zo'n kerel moet
niet zeuren. De stand van de
krijgers bestaat niet meer bij
ons.
Deze
maand april en straks in mei
merkt je het weer. Er wordt
vooral 'herdacht', omdat de
generatie met te betreuren
doden en vermisten dat nodig
heeft.
Soms wordt het vele herdenken
benauwend, vooral voor
jongeren die niets meegemaakt
hebben, of ook maar kunnen
invoelen waar het om gaat.
Voor hen moet er ook meer
'gevierd' worden. Vrijheid
moet je koesteren, herwonnen
vrijheid moet je vieren.
Nou, niet in Nederland - een héle
vrije dag op 5 mei is te duur
voor onze economie, zeggen ze.
We zijn al een vrij land en
het mag nou niets meer
kosten...
Nog
zo'n aspect van ongelijkheid.
Overal waar mensen gedood zijn
-soldaten, ontsnapte
gevangenen, dwangarbeiders,
verzetsmensen, vluchtelingen,
noem maar op- is iets aanwezig
om hun dood te gedenken.
Terecht.
Maar andere zichtbare
herinneringen, die een beeld
geven van de oorlog, die de
historie tastbaar, worden
weggehaald. Te gevoelig, te
erg. Ja vast wel, maar hoe wil
je straks nieuwe generaties
aan het herdenken krijgen, als
er alleen maar dodenmonumenten
staan en geen
oorlogsmonumenten?
De Tankgracht-resten uit de
laatste oorlog, gegraven door
dwangarbeiders, zijn niet als
monument beschermd. Als het
aan sommige terreineigenaren
ligt, worden ze dichtgegooid.
Er kunnen schapen invallen en
vast komen te zitten. Bunkers
staan in de weg en worden
gesloopt. In het beste geval
mogen er vleermuizen in
slapen.
Niet op Vliegveld Eelde waar
de commandobunker, met
toevallig de grootste
vleermuizenkolonie van
Noord-Drenthe plaats moest
maken voor een parkeerterrein.
Wij
houden wel van
oorlogsmonumenten, maar dan
moet het mooi en romantisch
zijn. Boertange uit de
Tachtigjarige Oorlog is
prachtig; de resten van de
Assener Stellungen liggen zijn
lastig.
Het
blijft een rare zaak. Iets om
bij stil te staan als we toch
aan het herdenken slaan.
Op 5 mei gaat de vlag uit en
tracteren we onszelf op wat
lekkers.
Vrijheid moet gevierd worden!
Goed,
en dan nu naar de bevrijders,
Britten of in dit geval
Schotten.
Dit bataljon speelt eigen
muziek van alle veldslagen en
militaire operaties waar ze
aan mee hebben gedaan. Zelfs
lopen er doedelzakspelers mee
in de vechterij.
Het geeft wat vertrouwds en de
vijand schrikt zich een aap:
welke gek gaat er nu doedelzak
staan blazen in de oorlog. Nou
deze Schotten dus.
Het
is een beroemde club; ze
kregen bijvoorbeeld
onderscheidingen voor
gevechten bij El Alamein en in
de Krimoorlog. Daar hielden ze
de overmacht van de Russische
cavalerie tegen.
U
hoort hun muziek van de Slag
bij de Somme, the Daghshai
Hills en de intocht van de
Argyll & Sutherlanders
into Crater. Dat laatste is
bijzonder: het sluit aan op
het verhaal van adjudant Pot
over niet-oorlogstaken van het
leger.
In
de zomer van 1967 was er een
stevige opstand in het
Crater-district van Aden. Dit
bataljon moest de orde
herstellen bij de opstandige
en zwaarbewapende Arabieren.
Deze Schotten marcheerden het
district binnen, met deze
muziek voorop. Zonder te
schieten herstelden ze orde.
Een leger op vredesmissie;
luistert u naar de "Pipes
en Drums van het Eerste
Bataljon The Argyll and
Sutherland Highlanders".
U
heeft geluisterd naar het
informatief programma 'Van
Dingen en Deuntjes', op elke
laatste zondag van de maand.
Tekst, productie,
samenstelling en presentatie
Jan Tuttel; muziekkeuze in
samenwerking met Henri Kremer
en Bart Nijstad, met speciale
dank aan Henk Doedens.
Peter Huitsingh deed de
techniek en dat is prettig.
Volgende
keer, laatste zondag in mei is
'van Dingen & Deuntjes'
gewijd aan het thema
Stroompjes, loopjes, diepjes
en riviertjes. Van alles over
beken dus, al noemen we ze
hier niet zo!